'

HET BELEEFDE GENOT vzw

hetbeleefdegenot.be
Home
Beleefd

 

 

 

 

 

                           

HET BELEEFDE GENOT vzw

Archief 2006 - 2019

 

                                           

 

2019 - 2018 - 2017 - 2016 - 2015 - 2014 - 2013 - 2012 - 2011 - 2010 - 2009 - 2008 - 2007 - 2006

2019

Catharsis bij Xenakis, Theodorakis en Karaïndrou

Zondag 15 december 2019

 

De laatste activiteit van het jaar, ook de laatste ion de reeks ‘Trösterin Musica’. De muziek als troost, maar ook als loutering, emotionele reiniging.

Na een korte inleiding over het begrip catharsis - voor het eerst door Aristoteles geformuleerd - en de Oedipussage als voorbeeld ging Marleen Lescroart over naar de bespreking van drie werken van hedendaagse Griekse componisten: de Oresteia van Iannis Xenakis (1921 of 1922 – 2001), Elektra van Mikis Theodorakis (1925) en De Trojaanse vrouwen van Eleni Karaïndrou (1939).

Alle drie de componisten hebben veel leed gekend in hun leven: vernederingen, de verschrikkingen van de oorlog, het kolonelsregime…

De muziek van Iannis Xenakis is effenaf wild te noemen, hij was gefascineerd door het natuurgeweld van stormen en onweders, van bombardementen, scanderende stemmen van manifestanten , scherpe kreten enz.  Huivering, afgrijzen, ontzetting zijn de ingrediënten van Xenakis’ muziek. Eigenlijk creëert hij geen melodieën maar eerder klankmassa’s. Aan de uitvoerders vraagt hij expliciet om ruw te spelen.

Helemaal anders klinkt dan Mikis Theodorakis. Zijn muziek is sterk beïnvloed door de liturgische zangen uit de Byzantijnse ritus, door melancholische volksliederen en zeemansliederen. Theodorakis is duidelijk meer dan zijn muziek bij Zorba de Griek waardoor hij internationale bekendheid verwierf. Zijn overtuiging is dat de harmonie de chaos kan overwinnen, harmonie is voor hem een soort vluchtweg. Niet zozeer de woorden van een tekst zijn belangrijk, wel de schildering van karakters, gevoelens en situaties.

Tenslotte maakten we kennis met Eleni Karaïndou en haar Trojaanse vrouwen. Zelf studeerde ze eerst geschiedenis, archeologie en later muziek en etnomusicologie. Zij is steeds geboeid geweest door de traditionele Griekse muziek en instrumenten. In 1974 richt zij trouwens een Laboratorium voor Traditionele Instrumentalisten op. Aanvankelijk componeert ze vooral liederen, maar na haar ontmoeting met de Griekse filmregisseur Theo Angelopoulos componeert zij veel filmmuziek die tevens als autonome muziek beluisterd kan worden. In de Trojaanse vrouwen vertolkt zij de geschiedenis van de menselijke pijn doorheen de eeuwen.

Al bij al een wonderbaarlijke ontdekking van een wonderbaarlijke muziek.

 

 

Waar muziek echt over gaat

Zaterdag 7 december 2019

 

Dat Marc Erkens een buitengewoon pianist-verteller was, dat wisten wij, dus stonden de verwachtingen hoog gespannen. Deze verwachtingen werden perfect ingelost. Al vanaf het eerste ogenblik toen hij zich aan de piano zette en het allegro con brio van de sonate nr. 48 van Joseph Haydn uit zijn vingers toverde, wisten wij het al: dit wordt genieten!

Doorheen de sonate hoorden wij ook een verborgen Happy Birthday, dit op vraag van één van de aanwezigen.

Zijn gesproken inleiding was een beknopte vooral de levensgeschiedenis van Joseph Haydn, maar ook poneerde hij de stelling dat deze sonate (van sonare = weerklinken), hoe mooi ook, over niets gaat. Hoe je muziek beleeft dat hangt helemaal van jou af. Dat was ook bij de componisten zo en zeker tot diep in de 18de eeuw, maar toen de Romantiek in de 19de eeuw verscheen, zouden de componisten hun hele zielenleven in hun muziek gaan leggen. Hierbij was Chopin een uitstekend voorbeeld, Marc Erkens vertelde over zijn eerste successen in Wenen en van zijn reis naar Engeland die echter strandde in Parijs, waar hij dan ook gebleven is. Erkens speelde de Nocturne op. 9 nr. 2 van Chopin om zowaar over te schakelen op een song van Metallica. Muziek is muziek vernamen we toen. Componisten zijn kunstenaars die hun eigen emoties op ons projecteren zodat wij ze herkennen als de onze. Verder volgde nog een lijntje Satie, zo te horen ook aangevraagd door een man in de zaal voor de verjaardag van zijn vrouw. Daarna een beetje muziektheorie op zijn Erkens, die met de microfoon onder zijn oksel muzikale toelichting gaf bij zijn vertelling. En tussendoor weer vele voorbeelden: het 2de van de Sechs kleine Klavierstücke van Arnold Schönberg, Beethoven, een pianoversie van Ravels Bolero, ook Gershwin hoorden wij en zelfs het Hallelujah van Leonard Cohen. Maar besloten werd met de aria uit de Goldbergvariaties van Bach, het lievelingsstuk van de pianist.

Een prachtige avond, afgerond met een hapje en een drankje, aangeboden door de Gemeente Zedelgem.

 

Wachet auf ruft uns die Stimme - een cantate van Bach

Zondag 24 november 2019

 

Zondag 24 november verwelkomden we Sigiswald Kuijken in de Sint-Martinuskerk van Loppem.

Hij hield er een lezing over Bachs cantate ‘Wachet auf ruft uns die Stimme’ (BWV140).

Alvorens met zijn uitleg te beginnen speelde hij het Adagio uit de eerste sonate voor viool solo van Bach (BWV 1001), een mooie inleiding op de cantate, die hij deel der deel becommentarieerde en dan het stuk in kwestie liet horen, uiteraard in de versie van La Petite Bande onzer zijn leiding.

De cantate is gebaseerd op het koraal Wachet auf, ruft uns die Stimme (1599) met tekst en melodie van Nicolai. De drie strofen zijn letterlijk overgenomen in deel 1, 4 en 7 van de cantate met tussenin twee recitatieven en twee wonderlijk mooie duetten voor sopraan en bas: ‘Wenn komst du mein Heil?’ en ‘Mein Freund is mein!”.

Veel van de teksten zijn schatplichtig aan het Hooglied en aan de parabel van de wijze en dwaze maagden uit Matteüs.

Na een korte pauze werd dan de hele cantate zonder onderbreking hernomen. Een mooie afsluiter en een mooie inzet voor de deze laatste zondag voor de advent.

 

 

 

Handelaar in zestiende noten - Claude Debussy

Zondag 10 november 2019

 

Arne Deforce begon zijn lezing met een mooi citaat van Claude Debussy, het vormde meteen de rode draad voor het vervolg van zijn uiteenzetting. 'Hartstochtelijk houd ik van muziek, en gedreven door die liefde probeer ik haar te bevrijden uit de steriele tradities die haar omklemmen. Het is een vrije, levende kunst voor de buitenlucht, een kunst die vergelijkbaar is met de wind, de hemel, de zee!'.

Bevrijden en buitenlucht zijn hier sleutelwoorden. Niet de vertellende mens met zijn emoties uit de romantiek, maar de natuur die zich aan de kunstenaar opdringt. In navolging van de impressionisten - Debussy zelf vond dat hij geen impressionist was, maar eerder een Debussist, wat veel zegt over zijn karakter - laat hij zich leiden door momentopnamen die hij dan auditief vertaalt in verrassende akkoorden, in melodische constructies die heel futiel zijn, die nergens naar toe gaan.

Arne Deforce illustreerde de muziek van Debussy met voorbeelden van eerst Maurice Ravel, Le lever du jour uit Daphnis et Chloé en dan met enkele préludes van Debussy: Le vent dans la plaine, Cequ'a vu le vent d'Ouest, Des pas sur la neige en Feux d'Artifice (de titels alleen al!) en tenslotte hoorden wij enkele maten uit het derde deel van La Mer.

 

 

 

De gewapende man ontwapend - de polyfonie van de Franco-Flamands

Zondag 20 en 27 oktober 2019

 

Een gesmaakt ontbijt en dan een ontdekkingstocht naar de polyfonisten van Frans-Vlaanderen en Vlaanderen uit de 15de en 16de eeuw.

Bart Madou vertrok vanuit een profaan lied uit het midden van de 15de eeuw, L'homme armé. Die melodie diende als cantus firmus voor het ordinarium van bijna 40 Latijnse missen. Zes ervan zijn anoniem, hoewel musicologen er de stijl van Giullaume Dufay en Antoine Busnois in menen te herkennen. Van Dufay is trouwens een Missa super L'homme armé bekend, maar ook componisten als Johannes Ockeghem, Josquin Desprez, Pierre de la Rue, Jacob Obrecht, Jean Mouton enz. componeerden een mis op L'homme armé. Ook buiten Vlaanderen lieten componisten zich inspireren op dit lied: Palestrina componeerde zelfs twee missen op L'homme armé en verder Cristobal de Morales, Carissimi...

In navolging van Paul Van Nevel werd nagegaan in hoeverre het landschap en de kathedralen invloed hebben gehad op de scheppingen van deze polyfonisten. Er werd ook ingegaan op historische bronnen met vooral de Albums De Croÿ en de Descrittione di tutti i Paesi Bassi van Lodovico Guicciardini uit 1567.

Zelfs hedendaagse componisten vonden inspiratie in L'homme armé: Peter Davies, Poul Ruders, Mark Alburger, Christopher Marshall, maar vooral Karl Jenkins met zijn Mass for Peace.

 

 

Van steen tot boek - Griekse epigrammen

Zondag 6 oktober 2019

 

Van onbekend naar onbemind naar bekend en bemind: Griekse epigrammen. Op een gedreven manier wist professor Kristoffel Demoen ons te verrassen met enkele pareltjes uit de Griekse poëzie.

Epigram, letterlijk opschrift en vaak een inscriptie op een steen, een kei, een pot. Veelal een grafschrift, maar evengoed een puntdicht, meestal ondeugend of eindigend op een pointe. De eerste epigrammen verschijnen al tijdens het ontstaan van de Ilias, je zou ze het begin van de poëzie kunnen noemen.

Bekend is de Anthologia Palatina, een bloemlezing van wel 3700 Griekse epigrammen van de 7de eeuw voor onze tijdrekening tot de 6de eeuw erna, bestaande uit vijftien boeken, thematisch gerangschikt: erotische epigrammen, grafschriften, votief epigrammen, homo-erotische epigrammen, beschrijvende epigrammen enzovoort.

De Anthologia Palatina bevindt zich voor het grootste deel in Parijs en voor het andere deel in Heidelberg.

Niet onbelangrijk zijn uiteraard de vertalingen. Ze kwamen van Patrick Lateur, Paul Claes, Helene Nolthenius, Marietje d'Hane-Scheltema, Ida Gerhardt, Hugo Claus en van Kristoffel Demoen zelf.

 

 

Presto no son più forte - over James Joyce

Zondag 22  september 2019

 

James Joyce, Ulysses en Geert Lernout: een drievuldigheid. Geert Lernout, intussen al meer dan 45 jaar bezig met James Joyce, wist alle aanwezigen te boeien met zijn gesmaakte lezing. Dat het vooral over Ulysses - het moeilijkste en beste (?) boek van de XXe eeuw - ging was geen verrassing. Prof. Lernout probeerde ons te overtuigen van het belang van de roman die zich afspeelt in Dublin op één dag: 16 juni 1904 (nou ja, eigenlijk duurt het verhaal tot na middernacht).

Joyce was een vernieuwer op veel gebieden, misschien nog het meest door als eerste voluit te putten uit onderwerpen van de (Griekse) mythologie, in casu de Odysseia van Homeros. Daarin werd hij sindsdien gevolgd door talrijke andere schrijvers. Lernout noemde hem daarom een meester-schrijver.

Ulysses werd in 1922 uitgegeven en dat deze roman voor het proza betekende, dat betekende The waste Land van T.S. Eliot.

Aan de hand van enkele voorbeelden liet Geert Lernout ons kennis maken met de finesses van de taal van Joyce en enkele typische kenmerken van zijn proza.

Ulysses, het blijft een monument in de wereldliteratuur.

 

 

Nie Wiem - van de drop in de regen

Zaterdag 17 augustus 2019

Eerst een poëtische wandeling langs het Zuidervaartje waarlangs tien gedichten van Wisława Szymborska te vinden waren.

Marie-Claire en Carine lazen afwisselend het opgestelde gedicht voor, waarna Bart telkens enkele anekdotes uit het leven van Szymborska ten gehore bracht.

Bij elk gedicht begon het iets meer te regenen, zodat besloten werd de laatste twee gedichten voor in d’ Oude Schole te houden waar we eerst in de cafetaria onze dorst gelest hebben en daarna de tentoonstelling bezocht hebben.

Een mooie dialoog tussen de poëzie en de collages van Szymborska en het werk van (collage-)kunstenaars Sammy Slabbinck, Luc Fierens, Ria Verhaeghe en Stefaan De Croock (Strook). Schilder van stenen Bruno Van Dycke en beeldhouwer Bart Leenhouwers vervolledigden de tentoonstelling.

De dag werd besloten met een gezellige maaltijd in Du Phare.

 

 

 

Ciao Marcello ! - over Marcello Mastroianni

Zondag 14 juni 2019

Deze maal geen auteur maar een echte filmster en wat voor een !

 

Jan Vandekerckhove schreef een mooi boek over Marcello Mastroianni en stelde dit voor aan het publiek. Hierbij had hij het ook over zijn liefde voor Italië en het Italiaans. Zijn eerste kennismaking met de stem van Mastroianni en dat dit de doorslag gaf om meer te weten te komen over deze bijzondere man.

 

Uiteraard kwamen naast veel biografische weetjes ook de films waarin Mastroianni schitterde aan bod. Een interessant fragment was een scène uit Mi ricordo, sí, io mi ricordo, zijn laatste film.

 

Jan Vandekerckhove brak ook een lans voor de zwart-wit film, die hij  tijdloos noemde, een mooi object dat niet veroudert. De kijker weet vanaf het eerste beeld dat hij wellicht een iets romantischere, poëtischere, fragielere film te zien zal krijgen.

 

 

 

Als op een winternacht... - over Italo Calvino

Zondag 2 juni mei 2019

Opnieuw professor Geerts, dit keer over Italo Calvino Tijdens WO II vocht Calvino tegen zowel Duitse als Italiaanse fascisten.

 

Hij begon met het schrijven van een verzameling verhalen gebaseerd op zijn ervaringen tijdens de oorlog.

 

Natalia Ginzburg en Cesare Pavese moedigden Calvino aan om een roman te schrijven.
In de jaren vijftig produceerde Calvino een aantal opmerkelijke werken en verhalen uit vroegere tijden met een vleugje humor en fantasie.

 

Tegen het midden van de jaren vijftig bracht Calvino het grootste deel van zijn tijd door in Rome, op dat moment het politieke en literaire centrum voor Italianen. Italo Calvino stierf op 19 september 1985 op 61-jarige leeftijd in Siena.

 

 

De bekentenissen van Svevo - over Italo Svevo

Zondag 19 mei 2019

Onze eerste lezing in het woonzorgcentrum Regina Cœli te Sint-Andries: een goede keuze zo is gebleken en ook het onderwerp, de Italiaanse schrijver Italo Svevo viel in de smaak. Dit was voornamelijk te danken aan de enthousiaste benadering van professor Walter Geerts.

 

Italo Svevo (1861-1928), vandaag – zeker in niet-Italiaanse milieus – vrij onbekend, leefde ook in zijn tijd wat op de achtergrond, maar zoals Professor Walter Geerts aangaf: plaats hem maar gerust naast Musil, Hofmannsthal, Roth en Joyce. Svevo, heeft zijn geboortestad Triëste nauwelijks verlaten.

 

Walter Geerts ging uitvoerig in op zijn drie belangrijkste romans: Una Vita (Een leven), Senilità (Een man wordt ouder) en zijn hoofdwerk La coscienza di Zeno (Bekentenissen van Zeno) uit 1923, ‘incontournable’ in de modernistische literatuur. Het is een subliem huwelijk tussen heerlijke literatuur en fijnzinnige psychoanalyse.

 

Ook vandaag is het een plezier om deze roman te lezen, maar dit geldt ook voor zijn andere proza.

 

 

9de Thomas Mannlezing door Patrick Loobuyck

Zondag 5 mei 2019

In een vlotte en geanimeerde stijl wist Patrick Loobuyck zijn toehoorders een uur lang te boeien. Hij had het over de huidige impasse die het ‘wij-zijn’-denken vandaag beheerst en vaak tot ongenuanceerde uitspraken aanleiding geeft. De reden is, voor groot deel althans, te wijten aan de verandering die onze samenleving de voorbije decennia heeft ondergaan. God is dood en dat zullen we geweten hebben: onze maatschappij is danig geseculariseerd en kijk, nu velen van ons dat nog niet helemaal verwerkt hebben, is daar een andere voor ons vreemde religieuze levensbeschouwing die ons bereikt, die ons verrijkt volgens de enen, overspoelt volgens de anderen.

Wij contra zij of wij samen met zij? Het leidt doorgaans tot steriele discussies. Patrick Loobuyck pleitte in zijn lezing daarom om meer redelijkheid, meer gezond verstand, meer inzicht door objectieve feitenkennis en vooral door ons niet zo aan ons eigen gelijk te willen houden, maar ook eens met empathie de standpunten van de ander geduldig te willen aanhoren.

Een verrijkende lezing die Patrick Loobuyck in zijn boek ‘Leven met gezond verstand’ verder heeft uitgewerkt.

 

 

 

Alles voelen op alle wijzen - Fernando Pessoa

Zondag 7 april 2019

 

Een van de aanwezigen verwoordde het zo: ‘Onlangs was ik op de lezing van gedichten van Pessoa en dat was een ware ontdekking! De onthechting is compleet bij het lezen van zijn gedichten! Geen metafysica meer, geen filosofie, geen politiek, geen wetenschap alleen genieten op je stoel in de zon van de opdwarrelende blauwe rook van je sigaret. “Zijn" zonder daarbij na te denken.’

Zijn zonder daarbij na te denken, want het zijn en het denken zit in zijn poëzie en in die van zijn belangrijkste heteroniemen: Alberto Caeiro, Ricardo Reis en Alvaro de Campos.

Van al deze dichters droeg Leen Vermeiren gedichten voor in de vertaling van August Willemsen, zelfs een tweetal in het Portugees. Zo konden wij luisteren naar Wanneer de lente komt, In ons leven tallozen, Soms op dagen van volmaakt en zeer scherp licht, Wat wij zien van de dingen zijn de dingen, De Taag is mooier dan de rivier die stroomt door mijn dorp en nog een twintigtal andere gedichten.

Na de voorstelling werd nog de kortfilm A Hora (Het uur) van de Vlaamse cineaste Katja Louisa Stonewood vertoond, gebaseerd op de novelle van Fernando Pessoa Het uur van de duivel.

‘Ga zitten in de zon. Doe afstand / en wees koning van jezelf’ (Ricardo Reis)

 

 

 

Zwarte lijsten - literatuur in dictaturen

Zondag 17 maart 2019

Waar beginnen? vroeg professor Arvi Sepp zich af. En dat begin was Martin Heidegger: zijn oproep in 1933 aan de Duitse studenten tot 'Gleichschaltung' ofte gelijkschakeling. Karl Jsapers kon er niet inkomen waarom zijn collega-filosoof het zo op Hitler begrepen had. Heidegger antwoordde: 'Die wunderliche Hände...', een allesbehalve filsofisch antwoord.

Arvi Sepp ging dieper in op de organisatie van het ministerie van Propaganda, geleid door Goebbels. Hoe ook de Schone kunsten en de literatuur er deel van uitmaakten, hoe je als kunsetnaar of schrijver verplicht werd toe te treden en geacht werd enkel het Duitse te verdedigen en het niet-Duitse af te zweren. Als voorbeeld haalde hij de dichter Gottfried Benn aan, die aanvankelijk heil zag in het Nationaal Socialisme maar na korte tijd toch het demonische ervan inzag en zich terugtrok. En dan kwamen de beruchte en minutieus georchestreerde boekverbrandingen. In elke Duitse stad werd op hetzelfde moment volgens een gelijkaardig programma deze ceremonie opgevoerd (begonnen werd met de Egmont-ouverture van Beethoven, waarna toespraken volgden en tussendoor leuzen tegen de ontaarde schrijvers geroepen werden door studenten).

Een vergelijking met het Stalinisme in de Sovjet-Unie kon niet ontbreken. Hier verwees Arvi Sepp ook uitgebreid naar het gebruik van Samizdat, Tamizdat en Magnitizdat. Tenslotte werd er ook aandacht besteed aan de situatie in de DDR, waar van de ene dag op de andere de vrienden van vroeger de vijanden werden en omgekeerd.

 

Théodore Géricault - Het vlot van de Medusa

Zondag 3 en 10 maart 2019

Ons eerste intiem salon ging over Théodore Géricaults beroemde schilderij Het vlot van de Medusa.

Na een gesmaakt ontbijt konden we kennismaken met de ontstaansgeschiedenis, de inhoud en de compositie van dit iconische schilderij uit 1819. Vooraf echter werd er stilgestaan bij de aanleiding van dit schilderij, met name de schipbreuk van het fregat Medusa, op weg naar Senegal. Dertien dagen dobberde het vlot rond, van de 150 man aan boord bleven er ten slotte nog 15 uitgeteerde en door weer, wind en zon geteisterde mannen over toen ze gered werden.

Géricault had zijn schilderij gemaakt voor het Salon de Paris van 1819. Hij hoopte dat het Franse hof zijn werk zou aankopen, maar dat gebeurde niet. Pas na zijn dood werd het voor 6005 francs verkocht aan het Louvre, waar het nog altijd te bezichtigen is.

In tegenstelling tot veel van zijn voorgangers, schilderde Géricault ‘gewone helden’, geen heroïsche figuren uit de Napoleontische tijd, maar slachtoffers van het brute natuurgeweld, hun vertwijfeling, de gelatenheid van enkelen, de hoop van anderen. Ook al lag de scheepsramp van de Medusa politiek erg gevoelig in het toenmalige Frankrijk, het schilderij was zeker niet bedoeld om te provoceren.

 

 

Eenzaamheid is bedreigend - over Orhan Pamuk

Zondag 24 februari 2019

Na een ruime inleiding over Wereldliteratuur, de Nobelprijs voor literatuur en een beknopt overzicht  van de Turkse geschiedenis focuste prof. Jürgen Pieters zich op de figuur van Orhan Pamuk.

Hij is geboren in een rijke familie, dankzij het fortuin van zijn grootvader aan vaders kant en woonde van kindsbeen af in een rijke verwesterde buurt van Istanbul. Dat hij als schilder wou debuteren is merkbaar in zijn romans, waarin het visuele een grote rol speelt. Zijn werk is doordrongen van de spanning tussen Oost en West, tussen traditie en moderne tijd.

Een belangrijke plaats in zijn werk wordt ingenomen door ‘hüzük’, nog het best te vertalen als (Turkse) melancholie, een melancholie waaruit men ook troost kan putten. Zowel Pamuk als zijn personages lijden er onder.

Jürgen Pieters besprak tot slot heel kort een drietal werken: Ik heet Karmozijn, Sneeuw en Het Museum van de onschuld.

 

 

 

De stenen van Venetië - over John Ruskin

Zondag 27 januari 2019

Over John Ruskin valt veel te vertellen, teveel eigenlijk en bijgevolg was anderhalf uur te weinig om leven en werken van deze excentrieke kunstcriticus, aquarellist, tekenaar, schrijver, ethisch denker... uitgebreid voor te stellen. Toch begon Peter Desmet met een vrij omvangrijke inleiding over de Preraphaëlieten en William Turner. Terwijl deze schilders in hun tijd neergesabeld werden en de meest vulgaire scheldpartijen over hun hoofd kregen, was John Ruskin de eerste en hevigste verdediger van deze 'modernen'.

Zoon van iemand die het gemaakt had in de industriële wereld, kwam hij al vroeg in contact met de nieuwe kunst van zijn tijd; zijn vader kocht namelijk nogal wat schilderijen van Turner. Privélessen tot zijn 17de en dan student aan Oxford. Intussen werd er een huwelijk gearrangeerd met Euphemia 'Effie' Gray. Een huwelijk dat er in feite geen was, want om onduidelijke redenen nooit geconsummeerd. Effie geraakt bovendien verliefd op de Prerafaëlitische schilder John Everett Millais met wie ze later zou trouwen. Haar huwelijk met Ruskin werd 'geannuleerd', aangezien de twee wettelijk niet konden scheiden. In zijn verder leven kwam Ruskin vooral op voor de Lower classes in de Engelse maatschappij. Zijn invloed was groot, maar nadat hij een proces verloren had tegen de schilder Whistler, omdat hij één van zijn schilderijen 'een pot met verf' had genoemd, was het zowat gedaan met zijn invloed. Zijn geestelijke vermogens gingen zienderogen achteruit en in januari 1900 stierf hij, 80 jaar oud.

 

^ boven ^

2018

Het gelijk van Eurydice

9 december 2018

Zondag 9 december. De vrouw krijgt het laatste woord: het gelijk van Eurydice. Eerst iets over hij en zij in de Griekse mythologie met straffe bedenkingen over het moederschap door Adrienne Rich (“motherhood is a problematic cultural construction that needs to be redefined according to women’s own understanding and experience”).

Daarna is er wat dieper ingegaan op de vrouwenstudies vandaag: met name het gelijkheidsdenken met zijn inhaalmanoeuvres (Simone de Beauvoir), het verschildenken met het spreken van een eigen taal (Cixous, Irigaray, Kristeva) en het deconstructiedenken van het poststructuralisme: wat scheelt er achter het teken-vrouw (Cindy Sherman, Marlène Dumas en Niki de Saint Phalle)?

En dan waren er nieuwe vragen: over hem en over haar, over de vrouwelijke onmacht en de nieuwe vrouwelijke kracht, over het vrouwelijk lichaam en over de eigen keuzes. Kwamen hier ter sprake: R.M. Rilke, Hilda Doolittle, Carol Ann Duffy, Bracha Ettinger, Pina Bausch en Katty Acker …

 

Het gelijk van Orpheus

25 november 2018

De vraag stellen is ze nog niet beantwoorden en dat heeft Freddy Decreus op 25 november jl. eigenlijk ook niet gedaan. Wel is hij ingegaan op de oorspronkelijke mythe en zijn vele varianten, vooral later in de (kunst)geschiedenis. Er bestaan twee oorspronkelijke versies van het verhaal: dat van Vergilius en dat van Ovidius. Decreus zocht dan naar een drievoudige interpretatie: als mythisch drama (Orpheus was de zoon van Apollo), als menselijk drama (het verlies en de afdaling en terugtocht van Orpheus) en als bovennatuurlijk drama (de reis van de ziel: Orpheus als sjamaan).

Bij het mythische drama werd de klemtoon gelegd op het ei dat veel voorkomt in volksverhalen uit verschillende delen van de wereld en op de (be)tover(ing) van de (wilde) dieren, bomen en stenen. Kunstenaars als Vladimir Kush, Auguste Hirsch, Peter Wenzel, John Macallan Swan passeerden hier de revue. Meer aandacht ging naar de menselijke interpretatie, met name: man verliest vrouw, waarbij schrijnende beelden van kunstschilder Jan Cox en Jean Bilquin aan bod kwamen. Er viel heel wat te verftellen over de afdaling (katabasis) en de terugtocht (anabasis), theorieën van Lacan, Jung en Freud werden hierbij niet geschuwd: Orpheus, een man op zoek naar zichzelf.

Als derde deel kwam dan de bovennatuurlijke interpretatie aan bod: Orpheus bezield en ontzield, Orpheus als sjamaan maar ook als de goede herder. Interessant was ook de uitweiding over het derde oog en het verloren woord. Besluit was dan ook: het verhaal van Orpheus is de queeste van de mannelijke held naar inzicht in zichzelf, maar ook van de sjamaan op zoek naar de absolute samenhang der dingen.

 

Vers per Vers

19 - 28 oktober 2018

 

Het eerste (en laatste?) Poëziefestival is een feit. Een hele week lang stonden activiteiten in het teken van de edele dichtkunst. Een festival waarbij ook ander actoren betrokken waren: de cultuurdienst Zedelgem, de bibliotheek Zedelgem en het Davidsfonds Veldegem-Zedelgem.

 

Het startschot werd gegeven op vrijdag 19 oktober met een huldiging van Gwij & Agnes Mandelinck. Jammer genoeg konden Gwij & Agnes niet aanwezig zijn omwille van de zwakke gezondheid van de dichter. Wel aanwezig waren zijn kinderen en kleinkinderen. Het is een waardige en mooi hulde geworden met voorlezen van een tiental gedichten door Maité Gobyn en een voortreffelijke toespraak van de directeur van het Poëziecentrum Carl Destrycker (zie elders in dit nummer).

Tussendoor konden de aanwezigen genieten van het harpenspel van de zussen Emily en Mathilde Wauters, zij brachten werk van Cesar Franck, John Thomas, Johann Sebastian Bach (een transcriptie van de eerste vioolsonate door Fabrice Pierre) en een hedendaags stuk van Bernard Andrés.

Op het einde werd een geschenk overhandigd aan de zoon en dochters van Gwij en Agnes: een portret van Gwij Mandelinck, geschilderd door de plaatselijke kunstenaar Wilfried Vandecasteele (zei foto).

Twee dagen later bracht Patrick Lateur op een passende manier hulde aan de jarige Anton Van Wilderode (hij zou dit jaar 100 jaar geworden zijn). Hij deed dat met veel verve en illustreerde zijn lezing met talrijke fragmenten uit Van Wilderodes poëzie.

Weer twee dagen later mocht Daniël Billiet aan zeven gegadigden enkele knepen doorgeven: waarop moet je letten bij het schrijven van poëzie?

En lagen nog eens twee dagen tussen de volgende activiteit, een film over het leven van de dichteres Emily Dickinson, teruggetrokken en toch rebels, haar poëzie behoort tot de poëtische canon.

Een uitverkochte zaal mocht op zaterdag 28 oktober luisteren naar Francis Mus, hij maakte er een bevattelijke en zeer boeiende evocatie van vooral de dichter Leonard Cohen. Zijn uiteenzetting werd afgewisseld met een live optreden van vier muzikanten die uiteraard nummers van Leonard Cohen ten gehore brachten.

Daags nadien vond dan het slotevenement plaats. Vier plaatselijke dichters, Ann Dewulf, Alidor De Volder, Karel Declercq en Bart Madou, kregen er een podium om elk gedurende een tiental minuten hun gedichten naar voor te brengen. Tussendoor speelde de veelbelovende pianist Alexander Declercq de zgn. kleine sonate in A van Schubert, Grave uit études-tableaux van Sergeï Rachmaninoff en het sprankelde Les cloches de Las Palmas van Camille Saint-Saens.

Volgt er een tweede editie van dit Poëziefestival? Dat weten wij misschien volgend jaar.

 

Sigmund Freud, actueler dan ooit!

Zondag 23 september 2018

Sigmund Freud, terug van nooit weg geweest. Dat was althans de boodschap die Johan De Groef, gerenommeerd psychoanalyticus, ons bracht.

Freud die niet naar zijn patiënten keek, maar de eerste was die naar hen luisterde - en hen liet spreken. En dit net het moeilijkste is in een mensenleven: luisteren en spreken. Wie durft zomaar te vertellen wat hij of zij denkt? Hoe u voor mensen die beweren dat deze of gene afwijking nooit bij hen kan plaatsvinden, omdat zij nu eenmaal normaal zijn. En wat gebeurt er allemaal in de kelder van onszelf, het onbewuste? En wat kunnen wij leren uit vrije gedachtenassociaties? Freud was beslist een pionier, ook al had hij het niet altijd bij het rechte eind of komen sommige van zijn redeneringen nu wat naïef over.

Johan De Groef gebruikte hierbij het gekende ijsbergmodel, waarbij het zichtbare gedeelte, het bewuste, niet opgewassen is tegen dat wat onder de waterlijn verborgen is, het onbewuste. Hij brak ook een lans voor de (langzame) gesprekstherapie die diametraal staat tegenover de huidige trends van snelle resultaten, ook in de psychiatrie. Dat de analyticus hierbij niet de alles wetende en alles oplossende persoonlijkheid is, staat ook vast.

 

Joseph Roth

Zondag 3 juni 2018

Joseph Roth, de heilige drinker, vooral dit laatste.

Met veel enthousiasme bracht Els Snick een hommage aan deze wat ten onrechte in de vergetelheid geraakte Oostenrijks-Joodse schrijver. Tijdens zijn leven was hij nochtans een gerespecteerd auteur en vooral journalist. In zijn laatste (in het Nederlands enkel als graphic novel verschenen) boek ‘Die Legende vom heiligem Trinker’, verschenen na zijn dood, was als het ware een voorafspiegeling van zijn eigen dood. Roth, die nooit in een huis gewoond heeft, maar steeds van het ene hotel naar het ander trok, vond zijn inspiratie heel vaak in dit wereldje van hotels en cafés.

Leuk was ook te vernemen dat Joseph Roth ooit nog een affaire had met ene Marie Gillès de Pélichy, dochter van de burgemeester van Snellegem, maar toen Marie haar mond over haar relatie met Roth voorbijpraatte werd ze prompt in een klooster gestopt en al even prompt uitgehuwelijkt aan een Brusselse zakenman. Els Snick wees de aanwezigen ook op het actuele karakter van veel van Roths werken.

 

 

Stefan Zweig

Zondag 29 april 2018

Stefan Zweig, geboren in 1881, gestorven in 1942:  twee memorabele jaren voor de Joodse gemeenschap. 1881 of een golf van anti-Joodse pogroms in Rusland met een grote emigratiegolf als gevolg; 20 januari 1942: de Wannseeconferentie, waarop de Endlösung van de Joden aangekondigd en van kracht werd. Jeannick Vangansbeke, historicus en auteur van o.a. Stefan Zweig en de Reformatie, maakte er ons attent op.

Na een kort overzicht van Zweigs leven vergeleek Jeannick Vangansbeke Stefan Zweig met Erasmus. Tussen beide heren waren heel wat parallellen te ontdekken. Maar ook over de Franse humanist Sebastian Castellio, eigenlijk Sébastien Châtillon, schreef Zweig een boek. Zweig schreef nog meer boeken over 16de-eeuwers, zoals over Magellaan en Vespucci en vooral over Mary Stuart: als slachtoffer van de intolerantie was zij een van zijn helden.

Was de lezing heel kort, dan mochten wij op het einde ervan toch twaalf boeken van Jeannick Vangansbeke verloten.

 

8ste Thomas Mannlezing - Het einde van Europa?

Zondag 15 april 2018

Onze jaarlijkse hoogmis vond dit jaar voor het eerst plaats in De Braambeier.  Aan het woord was Alicja Gescinksa, filosofe. Haar onderwerp: de Amerikanisering en de bedreiging die deze inhoudt vooral voor de menswetenschappen. Haar uitganspunt was de vaststelling dat Europa in de eerste plaats een beschaving was en dat die gebaseerd is op de menswetenschappen. Zij ging dieper in op het gevolgen van de Amerikanisering, waarbij zij aandacht vroeg voor drie fenomenen: de Amerikanisering als commercialisering, de Anglificatie of de wereldwijde triomf van de Engelse taal en tenslotte de globalisering en de manier waarop dit fenomeen de menswetenschappen ondermijnt.

Finaal kwam ze tot de vaststelling dat mensen “worden”, en dat ze zowel beter of slechter kunnen worden. In dat wordingsproces spelen de menswetenschappen en de kunsten een allesbepalende rol. Deze zijn weliswaar geen waarborg voor een betere wereld, maar zonder de menswetenschappen ontmenselijkt de mens.

De volledige lezing is verschenen als bijlage bij Toverberg 49.

 

Bloomsbury revisited - over de Bloomsbury Group

Zondag 11 maart 2018

Drie weken na haar lezing over Virginia Woolf was Magda Michielsens weer te gast, dit keer met een verhaal over de Bloomsburygroep. Deze groep bestond uit intellectuelen en kunstenaars die zich in 1904 in de Londense wijk Bloomsbury vestigde.

Zij vormden als het ware de culturele motor van London en Groot-Brittannië in het algemeen. De kern van de groep bestond uit de zusters en broers Stephen: Virginia (later Woolf), Vanessa (later Bell), Thoby en Adrian. Vooral Thoby bracht zijn vrienden uit Cambridge mee naar Bloomsbury. Berucht zijn de dinsdagavonden waarop over politiek, economie, cultuur en filosofie gediscussieerd werd. De leden van de groep waren niet de minste: behalve de Stephens, waren er Leonard Woolf, Clive Bell, Roger Fry, T.S. Eliot, John Maynard Keynes, Duncan Grant en nog enkele anderen.

De Bloomsburygroep – een naam die pas later buiten henzelf ontstaan is - was niet echt een groep, maar eerder een vriendenkring van intellectuelen uit hogere kringen, progressief en met een bohémienachtige levensstijl. De groep wilde breken met de geslotenheid en de bekrompenheid van Victoriaans Engeland. Daarom: openheid, vrijheid van mening, verwerping van dogma’s, open huwelijken. Bovendien was homoseksualiteit eerder de norm dan de uitzondering.

 

A moment of being - over Virginia Woolf

Zondag 18 februari 2018

Op 18 februari jl. gaf prof. Magda Michielsens ons een indringend beeld van de Engelse schrijfster Virginia Woolf.  Michielsens begon met een uitvoerig portret van de omgeving van Virginia Woolf, geboren als Stephen in 1882 in een welstellend, intellectueel maar nieuw samengesteld gezin. Ze had stiefbroers en stiefzusters terwijl ze ook een zuster, Vanessa en nog twee broers had.

De familie Stephen woonde vlakbij Hyde Park in een groot donker huis, maar elke zomer brachten ze hun vakantie door in St. Ives. Die vakanties hadden een grote invloed op het latere werk van Virginia Woolf. Als Virginia 13 jaar is sterft haar moeder, zijzelf krijgt dan haar eerste psychische ineenstorting. Maar het noodlot bleef maar toeslaan: haar halfzuster Stella sterft twee jaar na haar moeder, haar halfbroer George misbruikte haar.

Tot groot verdriet én opluchting stierf in 1904 – Virginia was 22 – haar vader. De overgebleven kinderen gaan dan in Bloomsbury wonen. In 1912 trouwt Virginia met Leonard Woolf, maar het duurt niet lang of Virginia stort weer in. Leonard erg begaan met zijn vrouw en zij verhuizen naar de buiten, naar Hogarth, een tiental kilometer buiten Londen. Samen richten zij de uitgeverij en drukkerij Hogarth Press op. Intussen had zij al haar eerste roman ‘The Voyage Out’ gepubliceerd, er zouden er nog zeven volgen waarvan To the Lighthouse en The waves allicht de bekendste zijn. Verder schreef ze ook nog drie biografieën (o.a. van Roger Fry) en twee lange feministische essays. Zij hield ook een dagboek bij.

Toen de Tweede Wereldoorlog begon, ontbrak haar de psychische kracht om die te doorstaan. Op 28 maart 1941 pleegde ze zelfmoord, ze was 59 jaar oud.

De steen van Rosetta ontraadseld - over hiërogliefen

Zondag 28 januari 2018

'Wie kan tekenen, kan schrijven’ zo beweerde Peter De Smet bij aanvang van zijn lezing over hiërogliefen op 28 januari ll. Maar niet iedereen kan tekenen en evenmin zo’n 1000 tekens onthouden… en dat probleem beseften ze al in het oude Egypte en met oud bedoelen we zo’n 3000 jaar voor onze tijdrekening. Vandaar dat men overging naar een sneller cursiefschrift het zgn. hiëratisch schrift, maar ook dit schrift bleek te complex en zo ontstond wat men het demotisch schrift noemde.

Aanvankelijk gebruikten de Egyptenaren beeldtekens of ideogrammen: een kruik schrijven was een kruik tekenen. Drie kruiken werden voorgesteld door drie kruiken, nogal logisch, maar 1000 kruiken? En eigennamen? En abstracte begrippen als liefde bijvoorbeeld? De oplossing was het gebruik van fonogrammen: niet de betekenis van het schriftteken was bepalend maar de klank. Zo betekende de klank ‘kha’ zowel duizend als lotusbloem, dus lag het voor de hand om ‘duizend kruiken’ te ‘schrijven’ als de afbeelding van een lotusplant plus een kruik. Het schrift werd op die manier een soort rebus. Peter De Smet gaf als voorbeeld: het woord bijbel zou je kunnen schrijven (of tekenen) als een bij en een bel. Maar zo eenvoudig was dat nu ook weer niet: de fonogrammen werden steeds condenser en mede door de verovering van Egypte door de Grieken verwerden de fonogrammen tot karakters. Net zoals hun buurvolkeren noteerden de Egyptenaren enkel de medeklinkers en omdat veel woorden zonder klinkers op elkaar leken, plaatsten de Egyptenaren zgn. determinatieven achter bepaalde begrippen, dat waren tekens zonder klankwaarde die de betekeniscategorie aangaven, bijvoorbeeld twee benen voor woorden die met beweging te maken hadden of een papyrusrol om een abstract begrip aan te duiden.

Uiteraard is Peter De Smet ook ingegaan op de ontcijfering van de hiërogliefen, waaraan vooral het Franse talenwonder Jean-François Champollion toe bijgedragen heeft, al dient vermeld dat hij enkele geniale voorgangers had zoals bijvoorbeeld de Italiaan Pierio Valeriano (XVIe eeuw).

 

^ boven ^

2017

Uitstap naar Gent: Robots, De Krook, Richter

Zaterdag 9 december 2017

Droog maar koud, maar dat was enkel buiten te merken. Met zijn veertig naar het Designmuseum en onderweg wat uitleg door Robert over de graven van Vlaanderen. Een vlotte wat eigenzinnige tentoonstelling over robots allerhande met pertinente vragen: is de robot onze vriend of een vijand? Hoe nabij is de toekomst? Enzovoort. 

De wandeling naar het restaurant deed dan ook deugd. Onderweg even een stop om van op de Sint-Michielsbrug 'een van de mooiste stadspanorama's van Europa' te bewonderen - althans als wij Goethe mogen geloven. Tajine of couscous, het werd een gesmaakte maar drukke eterij.

Van daar naar de Krook met de nodige uitleg onderweg door Robert. En eindelijk waar iedereen voor gekomen was. Gerhard Richter – over schilderen, maar ook Gerhard Richter – overschilderen. Enthousiaste gidsen voor een niet zo toegankelijke tentoonstelling, maar dank zij de gidsen werd het toch een boeiende ervaring. Maar laten wij duidelijk zijn: Gerhard Richter is een zeer groot kunstenaar.

 

Bart Madou over Rilke en Worpswede

Zondag 3 december 2017

Rilke heeft niet zolang in Worpswede verbleven, nog geen twee jaar, al was dat voor hemzelf wellicht heel lang want elders woonde hij vaak minder lang, maar die twee jaar zijn wel heel bepalend geweest voor zijn verdere leven. Hij kwam in Worpswede als student en vrijgezel, maar vertrok er als echtgenoot en vader.

Maar Worpswede was in de eerste plaats een kunstenaarskolonie met schilders als Fritz Mackensen, Otto Modersohn, Hans am Ende, Fritz Overbeck, Heinrich Vogeler en last but not least Paula Modersohn-Becker, de vrouw van Otto.

Met Bart Madou maakten wij in de omgeving van het dorp een virtuele wandeling die startte op het plaatselijk kerkhof waar de jong gestorven Paula Modersohn-Becker begraven ligt en eindigde in het Barkenhoff, de woning van Heinrich Vogeler, beslist de veelzijdigste van de bende. Onderweg leerden wij over de schilders, vooral dankzij de monografie ‘Worpswede’ die Rilke schreef en maakten we kennis met enkele van hun werken.

Maar ook het leven van Paula Modersohn en dat van Clara Rilke-Westhoff werd uitvoerig belicht. En uiteraard werd er ook aandacht besteed aan het verblijf van Rilke in Worpswede en zijn contacten met de leden van de kunstenaarskolonie.

 

Bert Schreurs over Rainer Maria Rilke

Zondag 19 november 2017

Als er één dichter is die altijd terugkeert, wiens gedichten ons blijven boeien en intrigeren, dan is het wel Rainer Maria Rilke.  Dit konden we die zondag aan de lijve ondervinden. Bert Schreurs, die recent nog Die Sonette an Orpheus vertaalde, bracht een stevige brok Rilke.

Hij begon zijn uiteenzetting met het lezen in het Duits en dan in vertaling, van wellicht één van Rilkes bekendste en ook mooiste gedichten : Herbsttag. Daarna loodste hij ons chronologisch doorheen het leven en werk van Rilke. Tussen de vele intussen bijna iconische beelden van Rilke door, nam Bert Schreurs ruim de tijd om gedichten uit het oeuvre van Rilke voor te lezen, telkens in de oorspronkelijke taal en dan in vertaling. Zo mochten wij luisteren naar Der Panther,  Archaischer Torso Apollos, Irre im Garten, L'Ange du Méridien, Quai du Rosaire, enkele sonnetten uit Die Sonette an Orpheus een substantieel stuk uit Die erste Elegie van de  Duineser Elegien en nog andere gedichten.

Ook konden wij luisteren naar fragmenten uit het proza van Rilke, zo uit Die Weise von Liebe und Tod des Cornets Christoph Rilke, uit Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge en uit zijn Rodin-monografie. Voor velen van de talrijke opgekomen aanwezigen was het een aangename wederontmoeting met deze grote dichter, voor sommigen was het ook een eerste kennismaking.

Rokus Hofstede over Pierre Michon

Zondag 29 oktober 2017

Van nobele onbekende tot gegeerd auteur dankzij de overtuigende voordracht door Rokus Hofstede over de Franse schrijver Pierre Michon. Geen veelschrijver zo te horen en evenmin een bestsellerauteur, maar iemand die schrijft voor een fijnbesnaard publiek. Zijn eerste publicatie Vies minuscules door Rokus Hofstede vertaald als Roemloze levens was meteen een schot in de roos. Op onnavolgbare wijze tekent Michon hier het portret van doodgewone mensen: zijn grootmoeder, een dorpspastoor, zijn overleden zusje, een gelukzoekende zoon die van het aardoppervlak verdwijnt, maar dan als galeiboef opgemerkt wordt in het gevangenkamp van Ile de Ré, enzovoort. Met een barok maar kernachtig woordgebruik weet Michon de lezer te boeien. Rokus Hofstede las twee fragmenten uit Roemloze levens en, en het verhaal Vuur van Brigid uit de gelijknamige bundel. Voorts stelde de vertaler zich de vraag hoe het komt dat, ondanks de compacte en niet zo toegankelijke taal van Michon, deze toch kan rekenen op een vrij gunstige receptie in Nederland en vooral Vlaanderen. Hij schoof hierbij een aantal hypothesen naar voor: de affiniteit met streekromans, hoewel Michon een totaal ander soort streekroman schrijft, de historische verbondenheid met eerder de Franse cultuur, het katholieke en transcendente dat nooit veraf is bij Michon en de traditionele ingesteldheid van ‘katholiek’ Vlaanderen…  Hoe dan ook, voor veel toehoorders een boeiende kennismaking met deze fijnzinnige auteur.

Alexander Roose over Michel de Montaigne

Zondag 8 oktober 2017

Professor Alexander Roose begon met de vraag waarom de Essais van Montaigne waarom nog belangrijk waren voor ons. Hij trok een parallel tussen de ontdekking van de Nieuwe wereld en onze huidige vooruitgang in de wetenschappen, tussen de opmars van de boekdrukkunst in de 16de eeuw en het impact van het Internet nu en tenslotte tussen de toenmalige godsdienstoorlogen en het religieus fundamentalisme en de gevolgen vandaag.

Na een beknopt overzicht van het leven van Montaigne, ging Alexander Roose over op de bronnen van wijsheid waaruit Montaigne bij voorkeur putte, en hij onderscheidde daarin drie fasen, die evenwel nooit helemaal afzonderlijk optraden: de stoa, met als inspiratoren Epictetus en Seneca, het scepticisme met vooral de rol van Pyrrhus van Ellis en tenslotte het epicurisme, waarbij Epicurus en vooral Lucretius met zijn De rerum natura niet ver weg waren. Uiteraard werd er ook enige aandacht besteed aan de compositie van de Essais: hoe na elkaar boeken I, II en III en hun latere aangevulde versies tot stand kwamen.

Roose ging dan dieper in op de inhoud en met name op de drie hierboven genoemde fasen: plicht, twijfel en genot. Hij eindigde zijn boeiend en erg gesmaakt exposé met Montaignes woorden uit het 13de hoofdstuk van het 3de boek: “Ons grote en roemvolle meesterwerk is passend te leven. Alle andere dingen – heersen, schatten vergaren, bouwen – het zijn hoogstens bijzaken en hulpmiddelen”.

Erbarme dich - film van Ramon Gielen

Vrijdag 29 september 2017

De Matthaüs is geen muziekstuk, maar een levensader. Mensen luisteren niet alleen naar Bach, nee ze verhouden zich ertoe. Hoofdpersoon dirigent Pieter-Jan Leusink zei het zo: "Na een uitvoering van de Matthaüs Passion ben ik niet gesloopt, maar gereinigd en gelouterd." Bach is zijn therapeut. De documentaire (hoewel deze film die aanduiding ontstijgt) was een meesterlijk in elkaar gestoken vlechtwerk van dit soort persoonlijke verhalen, prachtig uitgevoerde muziek van de Matthaüs Passion en verbeelding tegen het decor van een lege, rauwe, betonnen kerk.

De verhalen en muziek werden afgewisseld door spreuken die in beeld verschenen, zoals: "Als iemand veel aan Bach te danken heeft, dan is het God wel". Het is een aanwijzing dat deze film niet alleen ging over de genialiteit van Bachs muziek, maar dat regisseur Ramón zocht naar wat God, geloof en kerk met dit muziekstuk te maken hebben.

Naast verhalen over geloof en spiritualiteit bestond de film vooral uit mooie menselijke verhalen over de diepe band met de muziek van Bach. Een man fietste met de Matthaüs op z’n casetterecorder door stad en land op weg naar een graf, waar hij de liefde voor Bach deelt met zijn overleden vrouw. In een andere verhaallijn werd een vrouw  zodanig geraakt door de aria ‘Erbarme dich’, dat ze besloot een abortus af te blazen; haar dochter kon het daardoor in deze film navertellen. Schrijfster Anna Enquist vertelde over opmerkelijke parallellen tussen haar eigen leven en verdriet - zij verloor haar dochter - en dat van Bach, die een zoon verloor

Katlijne Van der Stighelen over Vrouwenstreken

Zondag 17 september 2017

Voorafgaand aan de lezing werd een kleine test gedaan: wie kan er voor de vuist weg vijf vrouwelijke beeldende kunstenarseen uit het verleden of het heden opnoemen? Niet zo evident zo bleek. Finaal kwam Berlinde De Bruyckere als meeste geciteerde uit de bus, gevolgd door Marlène Dumas en dan Camille Claudel.

Dan de lezing: schilderessen uit de Lage landen van midden 16de eeuw tot vandaag. Mooi opgebouwd, een stevige inleiding met aandacht voor de verschillende feministische golven, daarna de schilderessen volgens (vrouwelijke) thema’s: de spiegel, het lichaam, kinderen, liefde, bloemen, accessoires en tenslotte abstract, dit laatste dan wel geen typisch vrouwelijk thema. We maakten kennis met onder meer Van Hemessen, Judith Leyster, Michaelina Wautier en vele anderen.

Hoe dan ook een zeer heldere en rijk gestoffeerde lezing en voor velen een ware eye opener wat betreft vrouwelijke schilderessen.

 

Uitstap Dordrecht

Zaterdag 19 augustus 2017

Een rondje Dordt. Je komt nog maar de stad binnen en daar zie je de bordjes al: rondje Dordt, daarheen... Een stevig rondje is het geworden, daar zorgde in de eerste plaats onze gids Robert voor, die ons in gestrekte pas langs de mooiste gevels en het vele water leidde en hier en daar bij een hofje, een kerk, een poort bleef stilstaan. Een beetje achtergrond, wat geschiedenis: deze trip was uitstekend voorbereid. Dreigende wolken op de heenreis, stralend blauwe lucht in Dordrecht, waar het overigens heel kalm bleek te zijn. Door de vakantie, beweerde een bewoner. Leuke bezienswaardigheden: preutse Bijbelse en grappige opschriften, een oude sleepboot, een ophaalbrug, een ouderwetse waterkraan, een giraf in brons en zeker de Grote Kerk… En dan met de waterbus naar Zwijndrecht waar een onverwacht bijzondergesmaakt driegangenmenu op ons wachtte.

In de namiddag kon het wat rustiger, en dus slenterden we langs de Dordrechtse binnenwateren – het leken wel de Brugse reien, maar dan zonder leuning of boordsteen! – en passeerden voorbij het stadhuis om ten slotte in het Dordrechts museum te belanden. Daar konden we genieten van a) een mooie tentoonstelling met werk van Aert Schouman (1710-1792) – allemaal vogels – en b) een Belgisch biertje op het terras. Dan zeer moe en nog meer tevreden huiswaarts of nee, nog een stop in Sint-Niklaas voor een Griekse maaltijd.

Uitstap Sint-Amands aan de Schelde en Hingene

Zondag 6 augustus 2017

Blauwe lucht en Het Beleefde Genot, het hoort blijkbaar bij elkaar en geef toe: een zonovergoten Sint-Amands, dat is een ommetje waard. Eerst even verwijlen bij het graf van Emile Verhaeren, waar wij luisterden naar zijn ‘Veerman’. Daarna een bezoek aan het Verhaerenmuseum met een uitstekende en gevatte gids. Zo werd het middag en konden wij aanschuiven aan de tafels van De Veerman.

In de namiddag ging het richting Hingene, waar in het kasteel d’Ursel een mooi uitgebalanceerde tentoonstelling te zien was: The beauty of the Beast. Oude meesters naast hedendaagse kunstenaars, de beestjes meestal netjes bij hun soortgenoten: honden bij honden, katten bij katten, vogels bij vogels, paarden bij paarden en ergens middenin het bij groot en klein wellicht meest gesmaakte werk: een groepje schapen van de Franse kunstenaar Jean-Luc Cornec, helemaal gemaakt van telefoons, telefoonsnoeren en telefoonhoorns. Tot slot de dag nog eens doorspoelen op een naburig terras en dan naar huis.

 

 

Yanick Maes over Ovidius

Zondag 11 juni 2017

De vloeibare wereld, dat was de titel die Yanick Maes aan zijn lezing over de Metamorfosen van Ovidius had meegegeven. Hiermee verwees hij naar het laatste deel van het boek (of de boeken) waarin Ovidius de Griekse filosoof Pythagoras opvoert die beweert dat er in de wereld niets is dat zijn vorm behoudt, dat alles voortdurend verandert van het ene in het andere en daarbij gebruikt hij de metafoor van de rivier, waarin het water altijd vloeit.

Na de gebruikelijke situering van Ovidius  in zijn historische context - de man leefde tijdens het tweede en derde decennium van Augustus' ambtsperiode en was ongetwijfeld de grootste dichter van zijn generatie - behandelde de spreker de Metamorfosen, een epos die zijn bedoelingen al vanaf de eerste regel duidelijk maakt.: "Ik wil gaan spreken van gedaanten die in nieuwe werden veranderd. (...) Goden, leidt ononderbroken mijn lied vanaf het eerste werelduur tot aan mijn tijd." Een universele geschiedenis dus vanuit het idee dat alles in een soort permanente stroom met elkaar verbonden is door het thema verandering. Daarbij illustreert Ovidius aan de hand van tientallen en trientallen verhalen hoe vormen voortdurend verschuiven.

Yanick Maes illustreerde zijn betoog met enkele van die verhalen, zo de veel voorkomende en typisch verkrachtingsverhalen o.m. van Calliope. Daarbij konden we genieten van talrijke voorstellingen van die  verhalen in de schilderkunst . We zagen werk van Tiepolo, Titiaan, Rubens, Boucher en vele anderen.

 

Yanick Maes over Vergilius

Zondag 21 mei 2017

Terug naar de toekomst luidde de ietwat raadselachtige titel die Yanick Maes aan zijn lezing over de Aeneis van, Vergilius meegaf. Hij opende met een kort overzicht van de beklemmende periode waarin Augustus keizer was in Rome. Voor veel dichters was het( echter een creatieve wonderperiode, denk maar aan Vergilius, Ovidius, Horatius en nog enkele anderen. Het was ook de periode waarin het Latijnse epos tot bloei kwam.

Met de Aeneis schreef Vergilius een nationaal epos over de oorsprong en de geschiedenis van Rome, met Augustus als duidelijk eindpunt van de geschiedenis. Jet was een ambitieus werk waarin hij zowel de Ilias als de Odyssee integreerde., het werd een verhaal van verloren en herwonnen identiteit met als doel de Romeinse suprematie te verklaren. Dat was reeds duidelijk merkbaar in de openingsparagraaf, die Yanick Maes fijntjes voor ons analyseerde. Nadien ging hij aan de hand van talrijke tekstvoorbeelden in op een aantal boeiende thema's die in het werk verscholen zitten, zo vluchteling en identiteit, persoonlijke emotie, vaders en zonen.

Wij herinneren ook graag de mooie, aangepaste illustraties die Yanick projecteerde en ook het slot van zijn lezing toen hij het prachtige gedicht van Joseph Brodsky, Aeneas en Dido, voorlas. De beginregels: "De grote man keek uit het raam / maar voor haar eindigde de wereld met de zoom / van zijn brede Griekse tunica / die door de rijkdom van zijn plooien leek op een stilstaande zee."

 

Met Mia Lingier tussen de zerken van kloosterkerkhoven.

Zaterdag 20 mei 2017

 

Ondanks het mooie weer van de vorige dagen, was het op zaterdag 20 mei wat wisselvallig, maar dat weerhield een zestiental fietsers niet om in het zog van, stadsgids Mia Lingier enkele kloosterbegraafplaatsen te bezoeken.

Wij startten op het Brugse Kerkhof, waar de meeste kloosters van Brugge hun kloosterlingen begroeven. Het was in veel geval een kwestie van moeten omdat begraven binnen de kloostermuren door de burgerlijke administratie ooit verboden werd. Zeker een twintigtal dodenakkers van kloosters zijn op het Brugs kerkhof  te vinden. Mia Lingier had ook de reusachtige sleutel van de kapel met crypte van de kanunniken van de Sint-Salvatorskathedraal bij zich zodat we even konden afdalen in deze kille en vochtige kelder.

Met fiets reden we dan dwars door het kerkhof naar de uitgang aan de Kleine Kerkhofstraat en van daaruit ging het via de Zeven Torentjes naar het kerkhof van de paters Benedictijnen te Steenbrugge, waar o.m. Dom Modest Van Assche begraven ligt.

Onze volgende halte was de priorij van Bethanie te Loppem. Het kerkhof ligt daar vrij diep in het bos, zodat we eerst nog een flink stuk moesten stappen. Als laatste stond de begraafplaats van de paters Benedictijnen van Zevenkerken op het programma, waar behalve een Chinese abt ook één enkele vrouw begraven ligt, de joodse Lotte Stein (nichtje van Edith) die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in de abdij een toevlucht vond.

 

Luther en de muziek

Zondag 7 mei 2017

Het is dit jaar 500 jaar geleden dat Luther zijn 95 stellingen bekend maakte. In vooral protestantse gebieden wordt dit uiteraard met de nodige luister gevierd. Ook Het Beleefde Genot bracht zijn bescheiden bijdrage aan het Lutherjaar. In een zondagslezing ging Bart Madou dieper in op zowel de figuur van Martin Luther, zijn ideeën en zijn invloed op de kerkelijke muziek.

In het eerste deel werd vooral ingegaan op de tijd waarin Luther leefde en op zijn levensloop: zijn ouders, zijn studies, de 'Wende', toen hij na een hevig onweer besliste om monnik te worden en binnentrad bij de Augustijnen van Erfurt. De abt Johannes von Staupitz erkende al vlug zijn intellectuele capaciteiten en stuurde hem naar Wittenberg waar hij aan de universiteit verder studeerde tot hij de graad van doctor in de theologie behaalde. Het was in die tijd dat hij zijn 95 stellingen schreef waarin hij vooral het verderfelijke systeem van de aflaten op de korrel nam, maar ook de paus moest er aan geloven.

Heel summier werden ook Luthers opvattingen behandeld, samen te vatten in de 3 sola's: Sola Gratia, Sola Fides en Sola Scriptura. In het tweede deel kwam dan Luthers aandeel in de kerkmuziek aan bod. Hierbij hoorden uiteraard enkele luisterfragmenten. Dat Luthers muziek ook latere componisten beïnvloed heeft bleek uit fragmenten van Michaël Praetorius, Heinrich Schütz, de grote Bach uiteraard. Na Bach beperkte de spreker zich tot een fragment uit de Reformation-symfonie van Mendelssohn en een koraalvariatie op 'Vom Himmel hoch' van Stravinsky.

 

7de Thomas Mannlezing

Zondag 23 april 2017

Een activiteit organiseren op erfgoeddag is uiteraard niet evident, toch konden wij rekenen op ons trouw publiek én op een erudiete spreker: professor emeritus Silvain Loccufier nam ons mee op zijn zoektocht naar het begrip Moderniteit en dit langsheen de geschiedenis, waarvoor hij maar liefst 3800 jaar terug ging. Met name Zarathustra bedacht reeds de meeste elementen die vandaag nog gelden om moderniteit te kunnen begrijpen. Dat het begrip in de loop van de geschiedenis andere betekenissen en andere nuances gehad heeft ligt voor de hand. Hier ging professor Loccufier eveneens op in.

Figuren als Spinoza, Erasmus en Voltaire hebben allen een belangrijke rol gespeeld, maar ook de Franse revolutie had, ondanks de bittere schaduwzijden, een belangrijk schokeffect: vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid, iets wat uiteindelijk uitmondde in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

De specifieke betekenis van het het begrip moderniteit werd zowel bekeken vanuit het individu als vanuit de maatschappij als geheel, waarbij profesoor Loccufier ook de belangrijke rol van de instellingen en de wetten beklemtoonde.

Dat er al heel wat verwezenlijkt is, is zeker waar, maar dat er nog veel werk aan de winkel is, mogen wij ook niet vergeten. Denk maar aan de gelijke behandeling van man en vrouw.

 

 J.S. Bach - Johannespassie

Woensdag 12 april 2017

In vooral protestantse landen is het een mooie traditie om in de Goede Week de Matteuspassie van Bach bij te wonen. Maar er is natuurlijk ook nog de Johanesspassie, weliswaar een stuk korter dan de Matteus, maar toch nog goed voor meer dan twee uur muziek.

In de Goede Week van dit jaar bracht Het Beleefde Genot, in samenwerking met de Pastorale eenheden Sint-Franciscus van Oostkamp en Tabor van Zedelgem en de fotoclub Kiwabi uit Zedelgem een prachtige enscenering van de Johannespassie op blu-ray.

Hiervoor werd de Sint-Pieterskerk te Oostkamp uitgekozen. Geen van de tientallen aanwezigen zal zich deze avond beklaagd hebben.

De serene regie van Peter Sellars en de geleefde uitvoering van de Berliner Philharmoniker onder leiding van Simon Rattle stonden borg voor een schitterende interpretatie.

Uiteraard droegn ook de solisten bij tot dit resultaat: Magdalena Kozena en Camilla Tilling, Topi Lehtipuu, Mark Padmore, Roderick Wiliams en Christian Gerhaher.

 

 

Yanick Maes over Lucretius

Zondag 2 april 2017

Titus Lucretius Carus leefde in de eerste helft van de eerste eeuw voor onze tijdrekening. Hij schreef , verdeeld over zes boeken, zijn opus magnum De rerum natura, Over de natuur van de dingen. Een poëtisch geschrift van meer dan 6000 verzen, een epos maar ook een leerdicht, waarin hij zijn grote liefde voor de leer van Epicurus niet onder stoelen of banken steekt. Hij schrijft tegen de angst, de angst voor de dood in de eerste plaats, die volgens hem de reden is waarom de mens zijn toevlucht zoekt tot allerhande buitenaardse projecties zoals de goden.

Heel interessant is zijn atoomtheorie avant la lettre: alles - maar dan ook alles - bestaat volgens Lucretius uit minuscule ondeelbare vaste deeltjes en verder is er de leegte en het toeval. En het is dit toeval dat er voor zorgt dat die deeltjes samen clusteren tot materie en zo de basis vormen van alles wat bestaat.

Yanick Maes begon - na een korte inleiding over Lucretius en het epicurisme - zijn verhaal over De rerum natura met het laatste deel, de epiloog, waarin Lucretius heel plastisch verhaalt over de pest in Athene. En zo klom hij stapsgewijs naar het begin van het boek waar Lucretius opent met een hymne aan Venus .

 

 

Magda Michielsens over Ayn Rand

Zondag 12 maart 2017

Ayn Rand, de zeer illustere en zeer onbekende. Zelfs prof. Mgda Michielsens wist te vertellen dat zij in haar opleiding filosofie en moraalwetenschappen, nooit van Ayn Rand had gehoord. Nochtans was Rand al tijdens haar leven een succesvol schrijfster van bestsellers als The Fountainhead (vertaald als De eeuwige bron) en Atlas shrugged (vertaald als De kracht van Atlantis).

In 1927 uit Sint-Petersburg geëmigreerd, leerde zij in de VS al snel Engels, vond een baantje in Hollywood en publiceerde titels als We, the living en Anthems. Haar doorbraak kwam echter met The Fountainhead, waarin een eigenzinnige, individualistische architect het opneemt tegen het establishment. Dit opkomen voor jezelf en niet voor de ander vormt ook de rode draad van Atlas shrugged en van haar denken, dat als systeem onder de naam Objectivisme bekend is geraakt.

Magda Michielsens spitste zich in deze lezing vooral toe op een samenvatting en duiding van Atlas shrugged en daaraan gekoppeld een inzicht in het ideeëngoed van Rand, dat in de VS furore maakte en zeker bij sommige geledingen van de Republikeinen, alleen... Ayn Rand was een rabiate atheïste en in de preutse maatschappij in Amerika kon men, zich moeilijk met die houding verzoenen. Haar atheïsme is bij velen steeds de achterliggende reden geweest om haar literaire werk te kraken.

 

Emmanuel Waegemans over Michail Boelgakov

Zondag 19 februari 2017

Wie Boelgakov zegt, zegt de meester en Margarita. Weinig schrijvers zijn zo verbonden met één werk als de Russische auteur Boelgakov (1891-1940).

Weer was het Emmanuel Waegemans die ons vergastte op een boeiende lezing over Boelgakov en zijn opus magnum: de meester en Margarita. Na eerst ruimschoots tijd genomen te hebben om een duidelijk tijdskader te scheppen van het Rusland begin 20ste eeuw, ging Waegemans over op enkele biografische aspecten van de schrijver om ten slotte uit te komen bij dé roman.

Niet iedereen was bekend met het werk, laat staan dat men het had gelezen, al bleken er op basis van de omhoog gestoken handen zich toch tamelijk wat  lezers in de zaal te bevinden die het boek gelezen hadden. Maar goed, een overzicht van het verhaal was ook voor die lezers nog boeiend.

En fantastisch verhaal, in beide betekenissen van het woord, zo bleek. Na deze vertelling, ging profesoor Waegemans op zoek naar de verschillende betekenissen die men er na het verschijnen aan gegeven heeft. Autobiografisch? Heel zeker, maar in welke mate? Politieke roman? Satirisch? Schelmroman? Sleutelroman? In feite is de meester en Margarita het allemaal. Hoe klonken de eerste recensies? En hoe was de receptie in en buiten de Sovjet Unie? Waarom heeft het zo lang geduurd vooraleer er een definitieve versie verscheen? Allemaal vragen waarop Emmanuel Waegemans een antwoord klaar had. 

 

Emmanuel Waegemans over Aleksandr Poesjkin

Zondag 29 januari 2017

Er zijn nog zekerheden in het leven en één daarvan is ongetwijfeld Aleksandr Poesjkin. De man heeft opstanden, staatsgrepen, rebellies, oorlogen, vijfjarenplannen ... overleefd en is nog overal aanwezig in Rusland. Bijna elke rus kent nog hele gedichten of fragmenten uit het hoofd, nog steeds wordt hij op handen gedragen: een nationale held.

Professor Emmanuel Waegemans kwam met vuur getuigen over deze hartstochtelijke dichter en schrijver. Zijn korte leven - hij werd nauwelijks 37 jaar -, zijn lichtgeraaktheid, zijn omgang met vrouwen (226 heeft hij er gehad, beweerde hij zelf), zijn verbanning en een onheil brengende haas op zijn weg, dat alles heeft zeer zeker bijgedragen tot zijn ongeëvenaarde populariteit.

Toch was Poejskin ook een zeer begenadigd dichter, wat wij dankzij enkele fragmenten die Emmanuel Waegemans voorlas konden beamen. Over zijn hoofdwerk, Jevgeni Onegin, een roman in verzen, deed Poesjkin acht jaar, waarbij hij elk jaar enkele strofen toevoegde en die dan publiceerde. Toen hij zijn eigen rijmelarij stilaan beu was, maakte hij een abrupt einde aan zijn 'roman'. En daarmee moesten al zijn lezers het dan maar doen.

Nadien werd nog heel wat nagepraat, niet met een chocolat de chez Pouchkine, maar ter gelegenheid van het nieuwe jaar, met een glas cava .

 

Poëziewandeling in Zedelgem

Donderdag 26 januari 2017

 

Op gedichtendag bij een temperatuur onder nul een wandeling organiseren? Jawel, en met succes. Vijf groepjes van elk ongeveer 10 man (al bestond de meerderheid van die groepjes veruit uit vrouwe) trokken van de ene frituurzaak naar de andere apotheek, via een schoenwinkel, een verswinkel en een heuse boekhandel.

Op elk van die plaatsen stond er iemand klaar om de mensen te verwelkomen met enkele zelf gekozen  gedichten. De wandeling werd besloten met een plenum in dienstencentrum de Braambeier, waar elke voorlezer/ster nog één gedicht ten gehore bracht. Die voordacht werd omkaderd door twee dwarsfluiten, leden van het muziekatelier JMA.

De avond werd besloten met een gemoedelijke receptie waarop vele deelnemers bleven 'plakken'.

Voor herhaling vatbaar? Wij denken van wel.

 

 

 

Bezoek aan Utopia, Sint-Pieterskerk en Abdij van Park

Zondag 15 januari 2017

Samen met een 25-tal leden van het Brugse Masereelfonds trokken we er op uit, naar Utopia!

Aangezien het de laatste zondag was waarop de tentoonstelling in Museum M kon bezocht worden was er veel volk. Maar de audiogidsen bewezen hun nut. More was more.

Over de middag een verzorgde maaltijd in een Aziatisch restaurantje in de Parijsstraat en dan op naar de Sint-Pieterskerk waar restaurateur Bernard Delmotte ons een ongemeen interessante kijk gaf op de restauratie van de gewelfschilderijen.

Het werd echter alleen maar interessanter toen we later op de dag arriveerden in de abdij van Park, waar Bernard Delmotte ons inwijdde in de geheimen van het restaurateurschap en ons liet kennismaken met het prachtige sierstucwerk van Jan Hansche (1672) aan de plafonds  in enkele zalen, waaronder de refter en zeker de bibliotheek.

 

 

^ boven ^

2016

Koen Stassijns en Nathalie Bosch met Veerman

Vrijdag 16 december 2016

 

Een heerlijke hommage aan Emile Verhaeren is het geworden. Koen Stassijns, vertaler, die met zijn prachtige stem gedichten van Verhaeren voorleest, tussendoor ook een beetje over diens leven vertelt.

Zijn jeugdjaren in Sint-Amands, zijn jongensjaren in de Jezuietencolleges te Brussel en Gent, zijn opleiding in de rechten, zijn stage bij de literaire advocaat Edmond Picard, zijn kennissenkring - al die kunstenaars: Ensor, Van Rysselberghe, enz, - zijn huwelijk met de kunstenares Marthe Massin, zijn vriendschap met het Belgische koningspaar en zijn onverkwikkelijke anti-Duitse houding tijdens WO I.

En Stassijns leest fragmenten uit Verhaerens gedichten: De Veerman, De koeherderin, Vlaamse Kunst, De molen, Opdat niets van onze omhelzing zou ontgaan, De Schelde...

Nathalie Bosch die met een dwarsfluit de poëzie heel natuurlijk en gepast omspeelt en dat alles in een het mooie kader van de gerestaureerde Brouwerij De Leeuw te Aartrijke.

Een mooie afsluiting van ons 2de lustrum.

 

Roland Ranson over Friedrich (von) Schiller

Zondag 11 december 2016

 

Zo, met een stevige lezing over Friedrich Schiller hebben wij de mooie Cultuurstad Weimar verlaten. Het bilan is bijzonder positief: iedereen wil naar Weimar! Voor Goethe, Liszt en ja ook voor Schiller, hoewel deze laatste wel het minst lang in Weimar verbleven heeft.

Roland Ranson behandelde heel gestructureerd leven en werk van Schiller, met speciale aandacht voor enkele van zijn bekendste werken, de toneelspelen Die Raüber, Don Karlos, Fiesco, Wallenstein en zijn historische geschriften zoals Geschichte des dreißigjährigen Krieges. Ook zijn ballades en gedichten kwamen ter sprake. Zo mochten wij luisteren naar wellicht zijn  bekendste gedicht, de Ode an die Freude. Daar hoorde vanzelfsprekend een fragment uit de koorfinale van Beethovens Negende bij.

De filosoof-estheet Schiller werd niet vergeten en uiteraard zijn vriendschap met dit andere literaire monument: Johann Wolfgang Goethe, een vriendschap die in het begin allesbehalve spontaan en hartelijk was. Maar beide grote geesten erkenden al vlug elkanders kwaliteiten en werden zo een onafscheidelijk duo.

Schiller, minder fortruinlijk dan Goethe, stierf op de leeftijd van 45 jaar en hij werd net als Mozart in een massagraf begraven om later weer opgegraven te worden en om bijgezet te worden in de Fürstengrub naast Goethe. DNA-onderzoek uit het begin van de 21ste eeuw toonde echter aan dat er in de kist stoffelijke resten van 3 verschillende personen bewaard werden, maar niet van Schiller. De kist staat er nog altijd, maar is nu leeg.

 

Luc Verpoest over Henry Van de Velde en het Bauhaus

Zondag 27 november 2016

 

De vierde lezing  in de reeks over de cultuurstad Weimar ging over de Belgische kunstenaar en architect Henry Van de Velde die als 39-jarige in 1902 en daar van meet af aan een belangrijke rol vervulde. Van de Velde, die een all-round kunstenaar was, negeerde de grenzen tussen kunst en sierkunst en gaf praktisch voor elk gebied van het leven vorm aan objecten. Maar in Weimar is hij bovenal bekend geworden omwille van zijn bouwwerken. Luc Verpoest, een autoriteit op het vlak van laat 19de-eeuwse en vroeg 20de-eeuwse architectuur, gaf ons een ruim inzicht in het werk van Van de Velde in en om Weimar. Zo konden we kennis maken met zijn eigen woning aan de Belvedère-allee, het Haus Hohe Pappeln, waar hij met zijn vrouw en vijf kinderen woonde.

Verder was er de Kunstgewerbeschule met zijn karakteristieke hoefijzervormige voorgevel. Interessant en mooi is ook het hoofdgebouw van de Bauhaus Universiteit, het zogenaamde Henry-van-de-Velde-gebouw  was in 1919 de oprichtingsplaats van het Bauhaus.

Elisabeth Nietzsche, zus van, mag beschouwd worden als één van de felste bewonderaars van Van de Velde, vooral zij zorgde ervoor dat hij in Weimar terecht kwam. Zo verbouwde hij Villa Silberblick, het latere Nietzsche-archief.

Behalve gebouwen ontwierp Van de Velde eveneens monumenten, zo kennen we in Weimar het familiegraf van Karl Koetschau, de directeur van het Groothertogelijk museum en het Goethe-Nationalmuseum.

De talrijke aanwezigen kunnen beslist terug blikken op een aangename en heel leerrijke voormiddag.

 

Roland Ranson over Johann Wolfgang (von) Goethe

Zondag 13 november 2016

 

De derde lezing  in de reeks over de cultuurstad Weimar behandelde niemand minder dan Johann Wolfgang Goethe. Opnieuw konden we rekenen op de eruditie en de vlotte verteltrant van Roland. Een zeer boeiend en zeer gevarieerd leven dat zo'n 83 jaar besloeg in anderhalf uur er door draaien... Faut le faire, en Roland deed het met verve.

Vooral de literaire creaties - zijn Werther, Faust, Wilhelm Meisters leerjaren, Natuurlijke verwantschap, zijn Italiaanse reis - kregen terecht veel aandacht, maar ook zijn relaties met zijn collega's en andere beroemdheden zoals Beethoven waren interessant. Zijn nauwelijks op twee handen te tellen verliefdheden, daar kan je als je het over Goethe hebt niet aan voorbij.

Maar Goethe beoefende ook de wetenschappen van zijn tijd, ook al konden zijn stellingen de toenmalige wetenschappers weinig bekoren.

Een bijzondere vriendschap was uiteraard deze met de veel jongere Friedrich Schiller, erg diep werd er niet op ingegaan gezien Schiller in een aparte lezing wordt behandeld.

Naast al deze biografische informatie konden we ook van enkele gedichten van Goethe genieten. We hoorden zelfs twee mooie liederen van Schubert op tekst van Goethe: Heidenröslein en Erlkönig.

 

Uitstap Borgerhout

Zaterdag 12 november 2016

 

De eerste winterkoude, maar gelukkig bleef alles droog die dag. Met 24 deelnemers trokken we eerst (na 2.15 u. reisplezier weliswaar) naar de Roma. Een avontuurlijke tocht langs gangen, steile trappen, in de coulissen, op de zolder... Maar zeker de moeite, met dank aan mevrouw onze gids trouwens.

Vandaar te voet naar 't Fonteintje een - jawel - Marokkaans restaurantje dat amper die hongerige (en dorstige) meute aankon. Na de muntthee trokken wij op weg naar de tentoonstellingsruimte van Sam Dillemans, en dat via het standbeeld van Julien Schoenaerts en Troubleyn, de werkplek van Jan Fabre.

Maar dan Dillemans: wat een meesterschap! Wat een expressie! Wat kracht in zijn doeken! Een heerlijk kunstenaar die je uren zou kunnen bekijken, alleen... er stond nog veel op het programma: een wandeling door het kleurrijke en gekleurde Borgerhout, de Offerandestraat om via het Conicksplein en de bibliotheek Permeke terecht te komen in de Chinese wijk. Een kort bezoekje aan de Sun  Wah en de Criée markt deed ons even in China wanen.

We kregen er niet genoeg van of beter de reisleiders kregen er niet genoeg want ze zeulden ons nog mee naar de 'Peperbus' oftewel de neo-romaanse kerk Sint Jan de Evangelist, ook daar een korte rondleiding door een enthousiaste mevrouw de gids.

Gelukkig lag Bar Leon vlak om de hoek, zodat we daar onze reuzendorst konden lessen, de meeste met een Chimay van het Vat. Op het programma stond nog de Cogels-Osylei, maar het late uur en de duisternis (en de vermoeide leden) zorgden ervoor dat dit luik naar een latere datum werd uitgesteld.

de werkplek van Jan Fabre en zijn gezelschap
de werkplek van Jan Fabre en zijn gezelschap
de werkplek van Jan Fabre en zijn gezelschap

 

Een muzikale wandeling door Weimar met Bart Madou

Zondag 30 oktober 2016

 

De wandeling startte op de Platz der Demokratie waar er een standbeeld staat van Johann Sebastian Bach. Als 18 jarige was Weimar zijn eerste echte werkplek, hij verbleef zes maand in 1703, maar via Arnstadt en Muhlhausen kwam hij 1708 opnieuw in Weimar om er 9 jaar te blijven, eerst als hoforganist en vanaf 17014 als concertmeester.

Via an Frauenplan, waar Goethe gewoond heeft, trokken we naar jet oude kerkhof waar onder meer Johann Nepomuk Hummel begraven ligt. Hummel was een zeer verdienstelijk  en bijzonder virtuoos pianist, in 1819 werd hij Kapellmeister in Weimar en bleef dat tot 1833, het jaar van zijn dood.

Maar de bijzonderste componist die voor langere tijd in Weimar verbleef was ongetwijfeld Franz Liszt. Van 1848 tot 1861 woonde hij in de Altenburg, vlak buiten de stad? Tijdens zijn verblijf in Weimar had  Liszt een ware explosie van creativiteit, veel van zijn belangrijkste composities zagen daar het licht: zijn beroemde pianosonate in si klein, zijn symfonische gedichten, waarvan Les Préludes allicht het bekendste is, zijn Faust-symfonie en vele andere werken.

Als laatste van de echte muzikale Weimarers dienen we Richard Strauss te vermelden. Hij was er dirigent van de Staatskapelle Weimar van 1889 tot 1894.

En ja, de Dreigroschenoper van Kurt Weill speelt zich eigenlijk ook af in Weimar.

 

Weimar Klassiek en Weimar Republiek met Roland Ranson

Zondag 16 oktober 2016

 

Op 16 oktober ek. zijn we gestart met onze lezingenreeks over de cultuurstad Weimar. Het was onze secretaris die de spits afbeet met een lezing over de Weimarer Klassik en de Weimarer Republik.

Na vluchtig wat stil gestaan te hebben bij de aartshertogin Anna Amalia en de gang of 4: Goethe, Schiller, Herder en Wieland ging Roland vlug over tot het verhaal over de republiek van Weimar. Voorwaar een ingewikkelde kwestie die aan de hand van  passend beeldmateriaal en een degelijke analyse toch enigszins kon verstaan worden.

De periode van de Weimarrepubliek was een kort lot beschoren, deze eerste Duitse democratie werd in 1919 uitgeroepen in Weimar en duurde tot 1933, het jaar van de machtsovername door Adolf Hitler.

De directe gevolgen van de capitulatie in de Eerste Wereldoorlog, het ontstaan van de Republiek, de eerste samenstelling en de vele moeilijkheden die de republiek gekend heeft werden op bevattelijke wijze uitgelegd.

Enige aandacht werd tenslotte ook geschonken aan de kunstuitingen tijdens de Weimarrepubliek met o.a. Otto Dix en George Grosz.

 

Magnificat - dansfilm

Vrijdag 30 september 2016

 

Het Magnificat van Johann Sebastian Bach was het uitgangspunt van het ballet uitgevoerd door het Zürich Ballet en de choreograaf Heinz Spœrli. De voorstelling begon met de rustige tonen van de Allemande uit de partita in la-klein voor fluit, onmiddellijk gevolgd door het ‘joi de vivre’ van het derde Brandenburgs Concerto. Dan bevonden wij ons ineens in de wereld van de eerste solowerken voor viool, met name de eerste vioolsonate in sol klein. Spœrli intensifieerde daarna de rijkdom van de opgeroepen passie door het opnemen van twee aria's uit de cantates ‘Wo soll ich hin fliehen’ (‘Waarheen moet ik vluchten’) en ‘Ich habe genug’ (‘ik ben voldaan’). De voorstelling besloot met het Magnificat. Voor Spœrli was de tekst van het Magnificat niet zozeer een lofzang op de Verlosser, maar vooral een uitdrukking van een diep geloof.

Spœrli wilde met dit ballet beelden aan zijn publiek geven. Het zijn beelden die uit de stilte kwamen en er weer terug keerden. Hiermee hoopte hij verhalen en individuele herkenning te creëren.

 

 

Rita Backx over leven & werk van Konstantinos Kavafis

Zondag 18 september 2016

 

Geen madeleinekoekje, maar Retsina dit keer, en terecht want Rita Backx wist perfect een Griekse sfeer op te roepen met haar lezing overKonstantinos Kavafis, de grote Griekse dichter die het grootste deel van zijn leven in zijn geboortestad Alexandrië verbleef.

Het eerste deel van haar bespreking besteedde zij voornamelijk aan het leven en de leefomgeving van Kavafis, zijn afkomst en zijn selectieve keuze van de eerste lezers van zijn poëzie.

In deel twee ging zij dieper in op de erotische gedichten van Kavafis, zo kenmerkend voor deze dichter. Gedichten over herinneringen aan dagen vol lichamelijk genot, aan jeugdige schoonheid. Poëzie boordevol nostalgie.

De hele lezing werd prachtig gesynchroniseerd en geïllustreerd met filmfragmenten, foto's ten tijde van zijn leven, handgeschreven teksten enzovoort. Met een mooie stem las Rita Backx verschillende gedichten voor. Prachtig klonken zijn bekendste gedichten, Wachtend op de Barbaren en Ithaka.

Achteraf bij een glas Retsina klonk het commentaar van de aanwezigen unaniem: schitterend!

 

Tweedaagse Leiden

Zaterdag en zondag 21 en 22 augustus 2016

 

Gelukkig was de eerste dag vooral een buitendag: een fikse wandeling door de oude stad met gids Robert en Marie-Claire die de muurgedichten onderweg voorlas en becommentarieerde. Een bezoek aan enkele van de talrijke hofjes, de toegang is vaak verborgen in het straatbeeld, waardoor ze hun geheimen pas prijs geven als je door de smalle ingangspoort doorgaat. Even een pauze in de Pieterskerk.

Dag twee begon met de ene plensbui na de andere. Daarom trokken we eerst naar het Japanmuseum in het Sieboldhuis. Er was daar de vaste collectie van allerlei prullaria, meegebracht door de Duitse chirurg Philipp Franz von Siebold, die in opdracht van de Nederlandse koning een tijd op het kunstmatig eiland Dejima verbleef. Maar er liep toen ook een fijne tentoonstelling over verpakkingen en ja, noem het maar de Japanse verpakkingskunst. Heel verfijnd.  De regen was intussen al wat verminderd, we konden zonder paraplu doorstappen naar de Hortus botanicus voor een verfrissende, verzorgde en zeer smakelijke lunch (echt). Op eigen tempo kon iedereen na de maaltijd in de oudste kruidentuin van Nederland wandelen. Behalve in de serres was het ook aangenaam kuieren in de Japanse en Chinese tuin (met dank aan Von Siebold die ruim 700 exotische plantensoorten overbracht).

 

Uitstap Villa Cavrois en Tourcoing

Zaterdag 25 juni 2016

 

Villa Cavrois in Croix nabij Roubaix is pas één jaar open voor het publiek, gesitueerd in een prachtige omgeving. Robert Mallet-Stevens, een architect met een duidelijk modernistische visie kreeg er carte blanche van de steenrijke industrieel Paul Cavrois om er een exclusieve villa neer te zetten. Overdonderend, luxueus, subliem... woorden schieten tekort voor deze 'gezins'woning uit 1932, nu prachtig gerestaureerd en in zijn oorspronkelijke glorie hersteld. Dankzij de deskundige uitleg van Robert en André kwamen we heel wat te weten over de villa.

Op de middag werden we verwacht voor een a) lekker, b) uitgebreid en c) heel betaalbaar diner - geen evidente combinatie, maar hier dus wel, noteer de gelegenheid maar: L'escale Gourmande in Croix, eenvoudig van buiten, maar een menukaart om U tegen te zeggen.

Met een goed gevulde maag trokken we richting het vlakbij gelegen Tourcoing voor een bezoek aan de tentoonstelleng 'Eugène Leroy en miroir', voor de meesten een nobele onbekende, maar een schilder met verrassende en door velen heel erg gesmaakte doeken.

Na het bezoek aan het MUba was het hoog tijd voor een verfrissing op het marktplein van Tourcoing naast de fonteinen die voor extra verkoeling zorgden. Het programma was evenwel nog niet afgewerkt, volgden nog: een bezoek aan Hospîce d'Havré, waar er ook een tentoonstelling van jonge kunstenaars te zien was en een kijkje in de Jardin botanique. Alles bij elkaar een heel aangename dag!

 

Rita Backx over leven & werk van Marcel Proust

Zondag 29 mei 2016

 

Een volle bibliotheek en terecht, want Rita Backx, perfect geassisteerd door haar man Peter, slaagde erin om in 2 x 40 minuten een prachtige inleiding te verzorgen over het leven maar vooral het werk van Marcel Proust.

Ze begon haar betoog met een overzicht van Prousts leven, dat er nogal prozaïsch uitzag en dat 'geen zinnig mens zou willen leiden', zoals Alain de Botton het uitdrukte.

In een tweede deel werd de roman 'Op zoek naar de verloren tijd' aangepakt en samengevat (voor zover dat mogelijk is).

Na de pauze ging de spreekster in op de betekenis van de tijd (of de tijden) doorheen de roman: de verloren tijd, het labyrint van de tijd, de hervonden tijd enz.

De lezing werd besloten met het traditionele aperitief, maar dit keer geserveerd met een madeleinekoekje en niet te vergeten: Rita Backx komt terug op 19 september met een presentatie van Konstantinos Kavafis.

 

Voorstelling Klankschalen

Vrijdag 13 mei 2016

 

Vrijdag de dertiende. Toch geraakte het zaaltje van de bib behoorlijk gevuld voor de voorstelling van Bart Madou's vijfde poëziebundel, Klankschalen.

Roland Ranson, secretaris van Het Beleefde Genot, leidde deze avond in met enkele spitse weetjes over de auteur. Dan ging hij over op de situering van de bundel en de duiding van enkele gedichten.

Rietje Vanhaecke, zelf dichteres, zorgde voor een rimpelloze voordracht van een twaalftal gedichten uit de bundel.

De voorstelling werd tevens opgeluisterd met twee stukjes Bach op piano.

Op het einde dankte de dichter Rietje, Roland en de bibliotheek van Zedelgem en dan was het tijd voor de traditionele signeersessie en de al even traditionele receptie.

De bundel is te koop bij Het Beleefde Genot en kost 17 €, leden van HBG betalen 15 €.

 

Prof. Hendrik Vos verzorgde de 6de Thomas Mannlezing

Zondag 8 mei 2016

 

Moederdag en stralend zomerweer op deze lentedag, en toch zakten een 80-tal nieuwsgierigen af naar GLAZ in Loppem voor de 6de Thomas Mannlezing.

Een bijzondere lezing, want Het Beleefde Genot bestond 10 jaar en kreeg bij die gelegenheid een receptie aangeboden van het Gemeentebestuur van Zedelgem, en dus mocht het ook iets meer zijn en dat iets meer was een erg geapprecieerd optreden van De Kleine Zingerij uit Veldegem tijdens de lezing.

Wat de lezing zelf betreft: prof. Luk Van Langenhove leidde op een gedreven manier de spreker en het ontwerp in. Minstens even gedreven was dan de eigenlijke lezing door prof. Hendrik Vos : 'Hoe Europa ons leven beïnvloedt'. Verrassend, boeiend en heel interessant.

Hendrik Vos illustreerde zijn betoog met talrijke sprekende voorbeelden. De tijd ontbrak om dieper in te gaan op de grote uitdagingen waarvoor Europa zich vandaag geplaatst ziet, maar wij onthouden vooral dat Europa nog nooit een stap teruggezet heeft: de Euro, Schengen, het zijn volgens Hendrik Vos blijvers en verder dat Europa zich wel steeds uit elke crisis omhoogwerkt, zij het schoorvoetend en ploeterend en soms op zijn Echternachs. Hoe dan ook, iedereen tevreden en dat gold ook over de receptie nadien.

 

Bart Madou over de cellosuites van Johann Sebastian Bach

Zondag 17 april 2016

 

De cellosuites van Bach, een monument in de muziekliteratuur! Bart Madou bracht een geanimeerde lezing over deze werken, ontstaan tijdens Bachs verblijf in Anhalt-Köthen, waar bij kapelmeester was in het orkest van prins Leopold.

Bach verklankt en verbeeld was de ondertitel van de lezing en dat was het ook. Naast een algemene inleiding op de suites als zodanig, werd er gefocust op twee van de zes cellosuites: de derde, door Rostropovich de Glans genoemd, en de zesde, door Rostropovich het Zonlicht genoemd.

Wij konden genieten  van enkele fragmenten gespeeld door Mstislav Rostropovich in de Sainte-Madeleinebasiliek van Vézelay, van Pieter Wispelwey in de Holywell Music Room in Oxford en van Jean Guilhem Queiras in de Sankt-Cyriakkirche te Sulzburg.

In een tweede en derde deel werden er fragmenten van verschillende choreografen vertoond: Falling downstairs van de Amerikaanse choreograaf Mark Morris, Moon water van de Taiwanese choreograaf Lin Hwai-Min en In den Winden im Nichts van de Zwitserse choreograaf Heinz Spörli.

Verrassend mooi was het filmpje met het koppel Jayne Torvill en Christopher Dean, wereldkampioenen kunstschaatsen voor koppels, die dansten op de 6de suite voor cello gespeeld door Yo-Yo Ma.

 

 

Peter De Smet over Het Oriëntalisme in de literatuur en de muziek

Zondag 13 maart 2016

 

De laatste lezing over het Oriëntalisme spitste zich vooral toe op de figuur van Eugène Delacroix (1798-1863), die in 1832 naar Marokko en Algerije reisde, en diens grote bewonderaar, maar bij ons minder bekende schilder Théodore Chassériau (1819-1856), met zijn gevechtsscènes met Arabische ruiters en scènes uit het leven van Algerijnse vrouwen. 

Een groot deel van de lezing werd ook ingenomen door de sterke invloed van Lord Byron met o.m. zijn ‘The Giaour’ uit 1813 op vooral Franse meesters.

De Oriëntaalse literatuur werd ook besproken: Gustave Flaubert met zijn Salammbô en Victor Hugo (Les Orientales) en verder konden we luisteren naar enkele Oriëntaalse voorbeelden van muziek: de bacchanale uit 'Samson et Dalila' van Saint-Saens, de aria van Salammbo uit Citizen Kane, uiteraard 'In a Persian Market' van Albert Ketelbey en tot slot weerklonk het bekende 'Night and Day' van Cole Porter.

 

 

 

 

Peter De Smet over Het Oriëntalisme in de 19de eeuw

Zondag 21 februari 2016

 

Peter De Smet begon dit keer met een kort samenvatting van de vorige lezing: het begrip Oriëntalisme werd nogmaals gedefinieerd en in vogelvlucht kwam ook de Turquerie van vooral de 18de eeuw aan bod.

Maar het Oriëntalisme kende pas haar hoogtepunt in de 19de eeuw met ongeveer 6 miljoen (!) schilderijen uit die periode, waarvan de helft weliswaar verloren gegaan is of zich op een onbekende bestemming bevindt.

Na Turkije blijkt nu vooral Egypte een grote aantrekkingskracht uit te oefenen op vele kunstenaars. Dat werd mede veroorzaakt door de veldtocht van Napoleon tegen Egypte die in zijn kielzog 170 ‘savants’ meesleurde. Onder hen bevonden zich ook vele kunstenaars die de gebeurtenissen moesten documenteren. Meestal deden ze dat middels een schets die ze dan in het thuisland uitwerkten tot soms imposante doeken.

Typisch uit die periode was ook de (mannelijke) blik op de Oosterse harem. Omdat het voor mannen strikt verboden was een harem te betreden, deden de wildste verhalen de ronde die dan met veel fantasie op het doek werden gebracht.

Op het einde maakten we ook nog kennis met twee ‘Oriëntaalse’ componisten uit die tijd: Félicien David en Marie Jaëll.

 

Peter De Smet over Het Oriëntalisme in de 18de eeuw

Zondag 31 januari 2016

 

De eerste activiteit van 2016 was een voltreffer en dat vooral dankzij de erudiete en enthousiaste uiteenzetting van Peter De Smet, egyptoloog en 'oriëntalist'.

Wij maakten vooral kennis met de Westerse kijk op het Oosten en met name de verhouding met het Ottomaanse rijk, en dit vanaf de Renaissance.

In de 18de eeuw waren vooral de Turquoiserieën bon ton en misschien nog het meest in Frankrijk. Schilders, schrijvers en componisten zochten hun inspiratie in het al dan niet verbeelde Turkije, dat overigens model stond voor het hele Oosten.

Zo maakten, we onder meer kennis met schilderijen van Jean-Baptiste Van Mour, Carl Van Loo, Jean-Etienne Liotard. Vooral deze laatste liet enkele charmante werkjes na. Molière, Racine en Voltaire vonden ook inspiratie in het Nabije Oosten en niet te vergeten de Lettres Persanes van Montesquieu. Wat muziek betreft, hier konden we luisteren naar de Turkse mars van Jean-Baptiste Lully uit zijn opera Le Bourgeois gentilhomme en naar originele Turkse muziek opgetekend door de Moldavische prins en componist Dimitrie Cantemir. Al bij al een boeiende kennismaking met de visie van het Avondland op het Nabije Oosten van de 18de eeuw.

 

^ boven ^

2015

Sander Hens over de Mahabharata

Zondag 15 november 2015

 

De laatste activiteit van 2015 was een lezing over de Mahabharata. De spreker was Sander Hens, doctorandus aan de afdeling “Talen en Culturen van Zuid- en Oost-Azië” van de Ugent.

Sander Hens begon met een aantal feiten over de epische traditie in India, waarna hij een synopsis probeerde te geven van de Mahabharata. Inderdaad proberen want het epos bestaat uit 18 boeken, samen goed voor 75000 regels. In vertaling beslaat het werk zo'n 5000 bladzijden. Vandaar dat het onmogelijk was een volledig beeld te schetsen van wat er allemaal in gebeurt.

Toch kregen we een goed idee van het verhaal over de broederstrijd tussen de de Pandava’s en de Kaurava’s.

Na deze synopsis had Sander Hens het nog over de betekenis van het werk en de verschillende interpretaties ervan. Ook de soms uiteenlopende receptie van de Mahabharata zowel in het Oosten als het Westen kreeg aandacht.

Ten slotte vernamen we hoe de Mahabharata tot op vandaag een levendige traditie is gebleven.

 

 

Julia Montoya over de Popol Vuh en andere scheppingsverhalen van de Maya's

Zondag 4 oktober 2015

 

Op zondag 4 oktober2015 om 11 u. verzorgde Julia Montoya een lezing over de Popol Vuh.

Zij begon met een uitgebreide inleiding over de ontdekking en vertaling van de Popol Vuh.

Daarna volgde een samenvatting van dit heilige boek, waaruit zij vele passages citeerde, dit illustreerde zij met afbeeldingen van authentieke muurschilderingen maar ook met moderne aquarellen van Diego Rivera.

Het verhaal over de schepping van de mens is behoorlijk complex, de moeilijke namen van de protagonisten dragen natuurlijk niet bij tot een goed begrip van het geheel. Niettemin is het verhaal bijzonder boeiend, vooral de schepping van de uiteindelijke mensen had heel wat voeten in de aarde. Pas na een vierde poging slaagden de goden erin de mensen zoals wij die kennen te scheppen.

Julia Montoya had ook enkele interessante boeken meegebracht o.a. een mooie facsimile van de zgn. codex Borgia, een precolumbiaans geschrift bestaande uit 76 op dierenhuid beschilderde bladzijden.

 

Bart Madou over de Edda

Zondag 20 september 2015

 

Op zondag 20 september 2015 om 11 u. was het de beurt aan Bart Madou om een uiteenzetting te geven over de Edda.

Het werd vooral een literaire benadering van dit sagenboek waarbij enige historische omkadering niet ontbrak.

In feite zijn er twee Edda's: een oudere, poëtische Edda waarvan de auteur niet bekend is en een latere proza-Edda geschreven door Snorri Sturlusson. De hier behandelde Edda betrof vooral de poëtische Edda met zijn 16 godensagen en 18 heldensagen.

Omwille van de verstaanbaarheid van vooral de godensagen was enig inzicht in de Noorse mythologie onontbeerlijk, vandaar dat er werd stilgestaan bij zowel het Oud-Noorse wereldbeeld als bij het scheppingsverhaal van goden en mensen.

Enige aandacht werd er ook besteed aan de vertaling uit het IJslands, waarbij de vrijere vertaling van Marcel Otten uit de jaren '80 van de vorige eeuw de voorkeur kreeg op de bijna 100 jaar oude en meer letterlijke vertaling van De Vries.

Tenslotte lazen we samen de Voluspa, het lied van de zieneres, het eerste lied van de poëtische Edda, uiteraard voorzien van de nodige verklarende commentaar. De lezing werd ten slotte afgesloten met een beker mede.

 

Bezoek Triënnale Brugge 2015

Zaterdag 12 september 2015

 

Met 18 waren wij om de Zuidelijke archipel van de Brugse Triënnale aan te pakken. Met onze gids Dirk Vercoutter waren we meteen gelanceerd. Een woordje uitleg over de opzet van het hele gebeuren kregen wij in het immigratiekantoor, een omgebouwde zeecontainer op het stationsplein. Van actualiteit gesproken. De Vlaming Daniël Dewaele tekende voor dit object. Vandaar richting Begijnhof, om in de binnentuin naar boven te kijken, naar de boomhutten van de Japanner Kawamata, misschien wel de meest poëtische installatie van deze Triënnale. Indrukwekkend was beslist de hoogspanningsmast in de bocht van de Bakkersrei, een realisatie van HeHe, een Brits-Deens koppel. Voor de Sint-Salvatorkathedraal mochten we rustig wandelen rond Wu Wei Er Wei (Doing Nothing Doing), een Chinese rotstuin, maar dan vervaardigd uit afbraakmateriaal van Chinese huizen. Ontwerper hiervan de Chinese kunstenaar Song Dong. Wellicht de meest bekeken installatie, want in de drukke Steenstraat. Op de Markt konden we niet naast de groteske diamant van de Noorse Vibeke Jensen kijken, ook even binnen op de bank plaatsnemen en van daaruit de Halletoren bespieden met zijn altijd naar ons glurende galmgaten. Even bekomen op een terras met een fris biertje en voor de hardnekkige kunstliefhebbers onder ons volgde dan nog een combiné: de Centrale en Noordelijke archipel. De rode vlag aan de Canal Swimmer’s Club, een realisatie van het Japanse architectencollectief Bow Wow, nodigde niet uit tot een duik in de van frituur- en andere vetten gereinigde reien, maar we moesten verder naar het Sasplein waar de Amerikaans Joodse Romy Achituv zowaar een Brugs gevelhuisje op de woelige wateren van de Lange Rei liet dobberen. Een laatste bezoekje aan de pakhuizen, waar de Noorse Anne Senstad een woord- en beeldspeling maakte met haar lichtsculptuur ‘Gold guides me’, net als Rainer Ganhal’s chocoladen Uber Capitalism een aanklacht tegen de excessen van het kapitalisme. Twee andere lichtsculpturen van de Brit Nathan Coley wierpen onderweg reeds hun licht op ons. Een stevige maaltijd in de gezellige Bistro Tableau besloot deze vermoeiende, maar mooie namiddag. (Klik op de foto voor enkele sfeerbeelden)

 

Uitstap naar Mons

Zaterdag 22 augustus 2015

 

Om 14 uur startte onze echte Bergentocht, straat op, straat af, trap op, trap af. De eerste trap was die in La maison de papier, nee geen papieren huisje maar een galerij waar ontwerpen van de meer dan 300 kunstvlaggen die de het straatbeeld opfleurden tentoongesteld waren. Volgende halte: 3D biolab art, een tentoonstelling op het raakvlak tussen kunst en wetenschap. Tot de tentoongestelde werken behoren experimenten met biobrandstofcellen, de nieuwste generatie groene energie, een verkenning van het stedelijke ecosysteem door bijen enz.  Een straat verder was er dan ‘Mons en 2015 photos’, een 100-tal kunstfoto’s in de kruisgang van een voormalig klooster. Een voltreffer was echter ‘Tirage à l'appui’: 39 kunstenaars kozen elk een foto die hen raakte en lieten zich dan door die foto inspireren. Resultaat: een verfrissende ontmoeting tussen visuele en plastische kunsten. Via La Maison folie, waar er een tentoonstelling te zien was onder de naam ‘Till we drop’: ene John Paul Lespagnard in een zwartgeel gestreept wespenpakje nam ons mee op een reis vol apparaten die rituelen, gewoonten en gebruiken van de toerist verbeeldden. Tenslotte arriveerden we in ‘Atopolis’, een groots uitgewerkte tentoonstelling van actuele kunst met vooral installaties. Meest opvallend was allicht de zaal waar Francis Alÿs zijn project voorstelde waarbij Spaanse en Marokkaanse kinderen aan beide kanten van de straat van Gibraltar met bootjes gemaakt van schoe­nen op symbolische wijze de con­tinenten met elkaar verbonden. De dag werd besloten met een laatste glas op de markt van Bergen. (Klik op de foto voor enkele sfeerbeelden)

 

Jo Berten over Bruges-la-morte

Zondag 7 juni 2015

 

Op zondag 7 juni 2015 om 11 u. mochten we opnieuw Jo Berten begroeten met een opgemerkte lezing over Bruges-la-morte van de Franstalige Vlaamse schrijver en symbolist Georges Rodenbach.

Na enkele weetjes over de schrijver en zijn afkomst had Berten het over het bekendste werk van de schrijvcer: Bruges-la-morte.

Eerst als feuilleton verschenen in de Parijse krant Le Figaro, tussen 4 en 14 februari 1892 werd Bruges-la-morte vier maanden later door de uitgeverij Flammarion uitgegeven, aangevuld met twee hoofdstukken.

Het boek kende een overweldigend succes. Alle thema’s, eigen aan Rodenbach, waren evenwichtig verwerkt in deze roman, die meer als ‘poésie en prose’ werd beschouwd, onder meer door dichters als Stéphane Mallarmé en Rainer Maria Rilke.

Maar Bruges-la-morte is volgens Berten ook een sleutelroman waarin hij in Hugues Viane de toenmalige Brugse pastoor Louis Van Haecke herkent.

Na de lezing werd nog de poëtische film Bruges-la-morte van Kevin D'heedene vertoond.

 

pARTcours 2015

 23 tot 25 mei  2015

 

pARTcours 2015, de tweejaarlijkse kunstroute georganiseerd door de Cultuurdienst van de Gemeente Zedelgem zit er weer op !

Voorwaar een mooie en bijzonder geslaagde editie (mede met dank aan de weergoden). Maar ook veel nieuwe kunstwerken en kunstenaars en een groepstentoonstelling rond het thema 'Vrede' in het gemeenschapscentrum GLAZ die bijzonder vakkundig opgesteld werd door Rika Van Dycke en Brigitte Vrielinck. Het resultaat mocht gezien worden!

En lus van ca. 25 km verbond 11 verschillende locaties, waaronder enkele ateliers van beeldende kunstenaars. Fietsen op een zonovergoten Pïnksterdag was heerlijk, vandaar de drukte op deze zondag.

Zaterdagavond was er ook de film Flamenco, flamenco van Carlos Saura, waarbij Het Beleefde Genot initiatiefnemer en medeorganisator was. Een 40-taml toeschouwers genoten van een sprankelende afwisseling van flamenco.

Wat valt er te onthouden van deze kunstroute? Vooral dat er in Groot-Zeddelgem blijkbaar enorm veel talent zit, twee dat er ook een geïnteresseerd publiek voor bestaat. Voor herhaling vatbaar? Jazeker, tot in 2017!

enkele sfeerbeelden van pARTcours 2015...

 

Voorstelling De Oorlog van Sif

Zondag 26 april 2015

 

Voor de gemeente Meulebeke was Erfgoeddag dit jaar ook de gelegenheid om het boek 'De Oorlog van Sif' van Meulebekenaar Roger Vankeirsbilck (1925-2009) voor te stellen. Dit boek, in feite een herdruk van een in 1985 in eigen beheer uitgegeven werk, werd heruitgegeven door Het Beleefde Genot.

De voorstelling vond plaats in het gemeentehuis van Meulebeke. Burgemeester Verwilst verwelkomde de aanwezige genodigden, waarna Jocelyne Vankeirsebilck, dochter van de auteur en inwoonster van Meulebeke, de aanwezigen in naam van de familie dankte.

Daarna gaf Bart Madou, voorzitter van Het Beleefde Genot, enige toelichting bij het ontstaansproces van de huidige uitgave.

Tot slot las Julie Goderis, eveneens familie van de auteur, een lang fragment voor uit het werk. De voorstelling werd besloten met een receptie, aangeboden door het gemeentebestuur van Meulebeke.

Het boek is verkrijgbaar bij de familie Vankeirsbilck en bij Het Beleefde Genot. Enkele sfeerbeelden.

 

5de Thomas Mannlezing: Mark Eyskens

Zondag 19 april 2015

 

Voor deze lustrumeditie hebben wij prof. em. Mark Eyskens uitgenodigd. Eyskens werd voortreffelijk ingeleid door zijn collega, prof. em. Rob Devos van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte aan de K.U.L. Daarna nam prof. Eyskens ons mee op een reis in de toekomst, naar wat er dus allemaal op ons af dreigt te komen, goed en kwaad, waarbij hij steeds de vraag stelde naar de ethische consequenties van al dat fraais dat vooral de komende generaties te wachten staat. Maar eerst gaf hij duiding over enkele nabije (r)evoluties, zo de uiteenvalling van het communisme, de crisis van het kapitalisme met de bankencrisis als hallucinant hoogtepunt, waarbij de economist Eyskens duidelijk op zijn eigen terrein speelde.

Eyskens vervolgde dan met wat hij het BINC-model noemde, omwentelingen op het gebied van de biotechnologie (B), de informatica (I), de nanotechnologie (N) en de cognitieve wetenschappen (C), met name de neurowetenschappen en vaak de combinatie van twee of meerdere categorieën samen.

Tot slot waagde Mark Eyskens zich nog aan een voorzichtige theologische hypothese: niet God heeft de mens geschapen, maar wij moeten God scheppen.

De lezing werd afgerond met vragen vanuit het publiek en besloten met de traditionele receptie. De volledige tekst van de lezing is te vinden in het zomernummer 2015 van Toverberg.

 

Een sfeerbeeld...

 

Uitstap naar Saint-Jans-Cappel en de Zwartberg

Zaterdag 11 april 2015

 

Echt mooi kon je het weer niet noemen toen we 's morgens om kwart voor tien vertrokken in Hoogveld. Voor het eerste dagdeel was dat ook niet nodig: een bezoek aan het Marguerite Yourcenarmuseum in Saint-Jans-Cappel met Piet Hardeman uit het naburige Westouter als gids. Foto's, een stamboom, aquarellen en natuurlijk boeken. Bovendien hadden ze een kamer ingericht, helemaal naar het voorbeeld van de werkkamer van Yourcenar in Petite Plaisance, het huis op Mount Desert Island waar ze, samen met Grace Frick, een groot deel van haar leven doorgebracht heeft. Over de middag een korte verplaatsing naar Belle of Bailleul zoals het nu officieel heet, om de inwendige mens te versterken met het oog op de wandeling die ons te wachten stond.

Misschien was het niet zo'n goed idee om te beginnen met een onvervalste Picon au vin blanc, want de enige van de groep die er geen genomen had, bleek 's namiddags de beste klimmer te zijn. En ja, klimmen was de boodschap om de Sentier des jacinthes af te wandelen en, jawel, in de blakende zon. Tot aan het bos viel het nog mee, maar met een stevig afdaling naar een beekje, begon het pas echt serieus te worden. Opnieuw was de onvermoeibare Piet Hardeman onze gids. Af en toe konden we wat uitrusten bij een van de talrijke infoborden met teksten van vooral Yourcenar, teksten, die de gids telkens weer in het Nederlands vertaalde. Na een tocht van zowat drie uur, terug in Saint-Jans-Cappel waar onze 'tongen rechtop stonden van de dorst' om een al even onvermoeibare Willy te citeren. Café aan de kerk gesloten, maar geen nood, vijf kilometer verder lag Westouter waar eetcafé Sint-Hubertus voor de gelegenheid tot heus drinkcafé werd omgetoverd voor de dorstige groep uit Zedelgem.

 

Jo Berten gidst ons door het Brugge van de Franstalige literatuur

Zaterdag 4 april 2015

 

Grote Markt Brugge, zaterdag 4 april, vooravond van de start van de Ronde van Vlaanderen, en dat zullen we geweten hebben. Wat een menigte, wat een gekakel en een gefotografeer over en weer! Maar gelukkig wist Jo Berten de minder drukke en niettemin interessante plekjes van literair Brugge te vinden. Franse literatuur wel te verstaan, of Franstalige literatuur, want nogal wat Vlamingen hebben hier hun (Franstalige) stempel gedrukt.

Minder bekende goden passeerden ooit langs de gevels en nu de revue. Michel de Ghelderode, Georges Rodenbach, maar ook Victor Hugo, Alexandre Dumas en last but not least Marguerite Yourcenar, wier roman l'œuvre au noir zich trouwens voor een groot deel in het Brugge van de renaissance afspeelt.

Een wandeling die in de kuiten beet en het was dan ook een welkom moment als de vermoeide strijders eindelijk mochten aanschuiven voor een driegangenmenu in het Strijdershuis.

Maar na de maaltijd was de dag nog niet voorbij. Allen naar het Meersenhuis voor de film l'œuvre au noir van André Delvaux naar de gelijknamige roman van Yourcenar. Een rijk gevulde namiddag en een rijke oogst aan weetjes over de Franstalige literatuur in Brugge was ons deel.

 

Jo Berten over Marguerite Yourcenar

Zondag 22 maart 2015

 

Op zondag 22 maart 2015 om 11 u. hield Jo Berten een opgemerkte causerie over de Franse schrijfster Marguerite Yourcenar in de bibliotheek van Zedelgem. De zaal zat afgeladen vol zoals dat dan heet en terecht: we mochten snoepen van de beeldrijke en verfijnde taal van deze 'woordkunstenaar' pur sang.

We hoorden een substantiële inleiding op Yourcenar, haar avontuurlijke leven vanaf haar geboorte, haar relatie met haar vader, weduwnaar na de geboorte van Yourcenar, haar directe omgeving tijdens haar jeugdjaren, maar dan ook haar passies met twee André's en Lucy. De ontmoeting met Grace Frick, die haar levensgezellin zou worden en met wie ze op Mount Desert Island in de VS zou gaan wonen tot aan de dood van Grace. Daarna zwierf ze nog ettelijke jaren over de aardbol, samen met de veel jongere Jerry, notoir homoseksueel, die ook vóór haar zou sterven aan AIDS. Haar toelating tot het mannenbastion wat de Académie Française toen zeker was.

Maar uiteraard kwam vooral haar literair werk sterk aan bod: van Alexis tot Quoi? L'Eternité! en bijzondere aandacht voor Hadrianus' gedenkschriften en Het hermetisch Zwart, het lievelingsboek van Jo Berten, dat zich vooral in zijn geliefde Brugge afspeelt.

 

Joannes Késenne over Melancholie in de beeldende kunst

Zondag 1 maart 2015

 

Op zondag 1 maart 2015 om 11 u. vergastte Joannes Késenne, doctor in de kunstpsychologie, ons in de bibliotheek van Zedelgem op een lezing over “Melancholie in de beeldende kunst”.

In feite was het een voortreffelijke cultuur-historische inleiding op het onderwerp Melancholie. Erotica of retorica? Enerzijds het beeld, anderzijds de taal. Die twee aspecten bracht Joannes Késenne met elkaar in verband. Hij vertrok hiervoor van de laatste strofe van het gedicht Melancholie van Leonard Nolens, waarin eigenlijk veel elementen die met melancholie te maken hebben verdicht zijn.

En uiteraard kon Késenne niet voorbij aan de pittura metafisica van Giorgio de Chirico, de pionier van het surrealisme, met onder meer zijn melancholische Ariadne in een theatraal decor, een onbestaande spookstad als het ware. Hij eindigde met ‘Melancolia’ van Anselm Kiefer die de romboëder van Dürer op zijn eigenste wijze uitbeeldde.

Gwij Mandelinck over Lotgenoten

Zondag 1 februari 2015

 

Dichter, organisator van de de poëziezomers te Watou én inwoner van onze gemeente, Gwij Mandelinck vertelde op deze zondag over zijn laatste drie bundels: Overval, Schemerzones en Lotgenoten.

Op deze laatste bundel, verschenen in 2014, ging hij iets dieper in. Hierin vinden we uiterst gecondenseerde en beklijvende gedichten.

Uiteraard las hij ook verschillende gedichten uit die bundels voor. Via een projectiescherm konden de toehoorders alle behandelde gedichten mee volgen.

Na zijn lezing nam Gwij Mandelinck nog de tijd om enkele vragen uit het publiek te beantwoorden.

Deze eerste echte activiteit werd besloten met een Nieuwjaarsreceptie waarop nog lang werd nagepraat.

 

^ boven ^

2014

 

Bezoek aan de ten toonstellig 'Camille Claudel au miroir d'un art nouveau' te Roubaix

Zaterdag 26 december 2014

Tweede kerstdag was niet bepaald een rustig dag in La Piscine van Roubaix. In dubbele rijden stonden ze al van buiten aan te schuiven en eens binnen in het museum was het niet anders. Maar dit schuiven heeft ook zijn voordelen, jij bent verplicht om voetje voor voetje, langer stil te staan bij de tentoongestelde werken. Je kunt de werken rustig op je laten inwerken, en bij de talrijke beelden door Camille Claudel vervaardigd was dat een weldoende verpozing.

De opstelling van al dat moois was trouwens bijzonder geslaagd, iets wat we intussen wel gewoon zijn van La Piscine, en dit ondanks de beperkte ruimte die de tentoonstellingsmakers daar ter beschikking staat.

Aangenaam gezelschap ook, bijna allemaal getrouwen die zich deze uitstap graag zullen herinneren. En ook 's avonds kon iedereen genieten van een verzorgde maaltijd in L'Impératrice Eugénie.

Dit bezoek was een mooie afsluiter van een goed gevuld jaar. Bekijk hier enkele sfeerbeelden genomen door Bart en door Stefaan.

 

 

Ernst Jünger en Erich Maria Remarque door Roland Ranson

Zondag 7 december 2014

Remarque (1898 - 1970), pacifist in hart en nieren, schrijft met Im Westen nichts Neues (Van het westelijk front geen nieuws) een anti-oorlogsroman die wereldwijd miljoenenoplages haalt. Niettemin werd zijn roman in Duitsland toch met een zekere sympathie ontvangen dit kwam vooral door de nadruk die gelegd wordt op de kameraadschap tussen de soldaten. ‘Kameradschaft’ is een van die typisch Duitse woorden par excellence die absoluut verwijzen naar de wereld van de soldaten. De Duitse soldaat draagt de naam ‘Kamerad’ als een eretitel. Zo kennen we bijvoorbeeld het oerduitse lied ‘Ich hatt’ einen Kameraden’, dat nu nog steeds de kameraadschap onder de soldaten ophemelt. Het wordt beschouwd als de Duitse tegenhanger van de Britse ‘Last Post’. We konden het ook beluisteren, en met de tekst in handen kwam het zelfs tot de eerste samenzang op een activiteit van Het Beleefde Genot. Remarque was ook de auteur van verschillende andere werken.

Jünger (1895 - 1998) – die 103 jaar oud werd -  verheerlijkt de oorlog en ziet die als de geboorteplaats van een nieuw soort man, die gezuiverd door bloed en staal op alle mogelijke manieren het vaderland wil dienen. Zijn bekendste werk dateert uit1920: In Stahlgewittern, in het Nederlands vertaald als Oorlogsroes. Zonder de verschrikkingen van de oorlog te verdoezelen staat Jünger te midden van modder, dood en verderf open voor de sublieme en heroïsche kanten van de strijd.

 

 

Filmvoorstelling 'Rhythm is it!'

Woensdag 3 december 2014

De bekroonde documentaire uit 2004 Rhythm is it! legde van week tot week vast hoe choreograaf Royston Maldoom het onmogelijke voor elkaar kreeg om 250 Berlijnse jongeren uit maar liefst 25 verschillende landen te laten geloven in een magistraal dansoptreden met het Berliner Philharmoniker van Sir Simon Rattle. Heroïsch was de overwinning die hij boekte op het aanvankelijk cynisme van de 'liever-lui-dan-moe'-jongeren.

Met een scherp gevoel voor citaten mengden de filmmakers korte interviews met beelden van verpauperde flats en de repetities van dansgroepen en orkest. Elk woord en beeld onderstreepte waarom artistieke uitdaging, coaching en durf bouwstenen kunnen zijn van een groeiend zelfvertrouwen in de meest kwetsbare leeftijd.

Na deze film genoten we dan nog van het eindresultaat: een opname van de uitvoering van Le Sacre du Printemps van Igor Stravinsky, overtuigend gedanst door 250 jongeren.

 

Benjamin Brittens War Requiem door Bart Madou

Zondag 16 november 2014

Bart Madou begon zijn uiteenzetting met een verhaaltje van Jan Terlouw over twee vijandige soldaten die elkaars vriend werden, een voorafspiegeling zo bleek van wat Wilfred Owen in zijn gedicht Strange meeting vertelt en waarmee Benjamin Britten zijn War Requiem afsluit.

In een eerste gedeelte werd dan de (muziek)-historische achtergrond belicht: hoe kwam het War Requiem tot stand? Enkele relevante feiten uit het leven van zowel Benjamin Britten als Wilfred Owen kwamen ook ter sprake.

Daarna werd de globale structuur van het werk even toegelicht: de drie verschillende groepen, het eigene aan hun muziek en de keuze van de solisten.

Vooraleer enkele fragmenten te illustreren met klank- en beeldmateriaal ging Bart Madou dieper in op de afzonderlijke delen, waarbij in de eerste plaats de gedichten van Owen besproken werden.

Tot slot kon het publiek kennis maken met het Offertorium en de finale van het werk met Strange meeting en het In paradisum. Al bij al is het War Requiem een groots anti-oorlogsmonument en een beklijvende getuigenis van een waar pacifist.

 

 

Het geheime verhaal van de Mongolen door Bert Gevaert

Zondag 26 oktober 2014

 

Bert Gevaert, Mongolië-reiziger en Mongolië-kenner mogen we wel zeggen, bracht op een boeiende wijze het verhaal van Chingiss Khaan, de grote held die vandaag nog overal het straatbeeld van Mongolië bepaalt: affiches, monumenten, pretparken, wodka, frisdranken, bankbiljetten en vele andere prullaria, allen zingen ze op hun manier de lof van de grote Chingiss Khaan.

Over Chingiss Khaan  geen kwaad woord in Mongolië, wil je niet voor eeuwig door de bewoners in de nek gekeken worden, zo blijkt. Dat hij een massamoordenaar was, dat denk je, maar dat spreek je beslist niet uit.

Chingiss Khaan, geboren als Temüjin,  zou je een typisch zero to hero-man kunnen noemen. Als negenjarige werd hij uitgehuwelijkt aan Börte, met wie hij op zijn zestiende trouwde. Intussen had hij bij een banaal jachtincident zijn halfbroer gedood. Hij werd opgejaagd en moest zich schuil houden en in leven blijven door het eten van knaagdieren. Toen zijn vrouw ontvoerd werd en hij haar negen maanden later terugvond, bleek ze net bevallen van een zoon. Maar was Temüjin wel de vader?

Temüjin bleek echter over veel  charisma te beschikken en wist veel bekwame mannen rond zich te verzamelen, hij was ook fel voorstander van een meritocratie: leiders moesten gekozen worden op basis van hun verdiensten. Hij slaagde erin de vele Mongoolse stammen te verenigen en ontving daardoor de titel Chingiss Khaan, heerser van de wereld. Van dan af was zijn verder leven één onafgebroken veroveringstocht: Afghanistan, Perzië, grote delen van China… Hierbij ging hij hoegenaamd niet zachtzinnig te werk, wie zich niet onmiddellijk bij zijn leiderschap neerlegde werd meedogenloos onthoofd.

In 1227 zou Chingiss Khaan domweg van zijn paard gevallen zijn en brak daarbij zijn nek.

 

 

Een centrum hebben: de innerlijke kracht van Etty Hillesum door Johannes Schiettecatte

Zondag 12 oktober 2014

 

Als slotlezing van de Etty Hillesumweek onderhield Johannes Schiettecatte, karmeliet, ons over het zoeken, vinden en weer verliezen van een centrum bij Etty Hillesum. Hij deed dat aan de hand van teksten uit het dagboek en de brieven van Etty.

In een korte inleiding schetste Johannes Schiettecatte de behoefte van de hedendaagse mens aan een centrum dit als reactie op de overal aanwezige narcistische reflex en een levensgevoel van fundamentloosheid bij de meeste  mensen. In plaats van een houvast of fundament ontdekken we bij Etty Hillesum de belofte van een centrum, iets wat zij God noemt.

In haar levensloop zien we hoe Etty oorspronkelijk op zoek gaat naar een innerlijk houvast, een soort negatieve centrifugale beweging echter, maar die dankzij het contact met Spier en de geschriften van Jung en Rilke omslaat in een centripetale beweging: ze zoekt het in haar diepste zelf. Dat luisteren naar de diepte werpt vruchten af: via zelfobservatie en kalmte- en inzichtsmeditatie komt Etty tot de ontdekking van de liefde, van God.

Weltinneraum (Rilke), wereldbinnenruimte, het zelf als ruimte en van hieruit is Etty in staat haar centrum weer te verliezen in een soort positieve centrifugale beweging: zij stelt zich beschikbaar voor de medemens, haar liefde wordt centrumloos, ze ontmoet God in de geteisterde harten van de ingezetenen van Westerbork, op weg naar de vernietigingskampen.

Johannes Schiettecatte besloot met de uitspraak dat we Etty kunnen beschouwen als een figuur van een toekomstige religiositeit.

 

 

Het korte leven en de rijke wijsheid van Etty Hillesum door Greta Schacht

Zondag 5 oktober 2014

 

De lezing die Greta Schacht op zondag 5 oktober verzorgde was een ideale introductie op het leven en werk van Etty Hillesum.

In een eerste deel vertelde ze over Etty en haar familie: vader, moeder en haar beide jongere broers Jaap en Mischa. Haar jaren als student in Amsterdam kwamen ook aan bod, maar uiteraard ging er veel aandacht naar de ontmoeting met mensen zoals Pa Han en vooral Julius Spier, de Duits-Joodse handleeskundige die haar tenslotte zou aanzetten om als vorm van therapie om tot een betere zelfkennis te komen een dagboek te beginnen.

In een tweede deel liet Greta Schacht ons terdege kennis maken met de uitzonderlijke zeggingskracht van Etty's geschriften. Hoe ze evolueerde van bijna bakvis naar een mystica. Greta Schacht had ook aandacht voor de receptie van de gepubliceerde brieven en dagboeken.

 

 

 

Rondom Etty: Lieve Blondelle en Kries Roose brachten Etty Hillesum en de Mauthausenliederen

Zaterdag 4 oktober 2014

 

Naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de geboorte van Etty Hillesum organiseerden wij verschillende activiteiten.

Zo mochten we zaterdag 4 oktober komen luisteren en genieten van de voordracht van Lieve Blondelle.

Zij bracht ons verschillende ontluisterende en vaak prangende dagboekfragmenten van Etty Hillesum. Tussenin zong zij passende liederen. Daarbij waren ook de Mauthausenliederen van Mikis Theodorakis, waarvan de tekst nog altijd door merg en been gaat.

Het magistrale gitaarspel van Kries Roose mogen we zeker niet onvermeld laten, sommige passages waren virtuoos.

De gedempte verlichting in de schuur van het GlaZ zorgden voor de perfecte omkadering.

Het warm en langdurig applaus op het einde was dan ook meer dan verdiend.

 

 

Homeros' Odyssee: zwerven en thuiskomen door Patrick Lateur

Zondag 21 september 2014

Bij het begin van de herfst breiden we een vervolg aan onze reeks De grote Verhalen, waarin wij enkele bekende en minder bekende mythologische verhalen willen voorstellen.

Als tweede verhaal kwam de Odyssee van Homeros aan de beurt. Dit heldenepos kwam ca. 800 voor Christus tot stand in het oude Hellas en verhaalt ons over de omzwervingen en de thuiskomst op Ithaca van de held van Troje, Odysseus.

De spreker, Patrick Lateur was geen onbekende meer. Na zijn overal gewaardeerde en bekroonde vertaling van de Ilias legt hij momenteel de laatste hand aan de vertaling van Homeros' Odyssee. Uiteraard konden wij al genieten van de prachtige verzen in het Nederlands.  

Op het einde van zijn lezing las Patrick Lateur het prachtige gedicht Ithaca van Konstantinos Kavafis, voorwaar een mooie afsluiter bij deze heerlijke lezing.

'Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka, wens dat de weg dan lang mag zijn...'

 

Bezoek aan het Fin-de-sièclemuseum Brussel

Zaterdag 23 augustus 2014

'Brussel was toen nog een bruisende stad'. Toen, rond de voorlaatste eeuwwisseling wel te verstaan. Dat was ook te merken aan het artistieke leven in die tijd en aan de voortgebrachte kunstproducten. Een halve eeuw kunst van 1860 tot aan de Eerste Wereldoorlog, dat kregen we te zien in het nieuwe Fin-de-siècle museum. Realisme, impressionisme, postimpressionisme, naturalisme, luminisme, Wagnerisme  en  symbolisme, zelden zoveel  ismen gehoord en bijeen gezien. Gelukkig was er de gids, al leek het soms dat ze eerder een cursus kunstgeschiedenis aan het geven was dan een gidsbeurt. 

Maar er was uiteraard ook de Art nouveau. Op dat punt was het museum een echte ontdekking. Het bevat een fraaie collectie art nouveau-objecten van de schenking Anne-Marie Crowet en Roland Gillion. Hiervoor alleen al was een bezoek de moeite waard!

In de namiddag echter kon al wie dat wou de collectie nog eens rustig gaan bekijken, anderen kozen voor een tentoonstelling in Bozar of gingen een kijkje nemen in het Koninklijk Paleis. Een groepje van elf waagde zich ook aan een fikse wandeling naar het Europees Parlement, waar zij het Parlamentarium bezochten en waar ook de wat overgewaardeerde tentoonstelling Museum of Broken Relationships te zien was.  

Bekijk enkele foto's gemaakt door Rika en enkele foto's gemaakt door Stefaan

 

Het Gilgamesjepos door Michel Tanret

Zondag 15 juni 2014

Op 15 juni zijn we gestart met een reeks De grote Verhalen, waarin wij enkele bekende en minder bekende mythologische verhalen willen voorstellen.

Als eerste was het Assyrische Gilgamesj-epos aan de beurt. Dit heldenepos kwam ca. 2100 voor Christus tot stand in het zuiden van Mesopotamië en verhaalt ons over de zoektocht naar onsterfelijkheid van koning Gilgamesj en zijn vriend en vaste begeleider Enkidoe.

De spreker, professor Michel Tanret is assyrioloog en emeritus hoogleraar aan de vakgroep Talen en Culturen van het Nabije Oosten aan de Universiteit Gent. Gedurende anderhalf uur wist hij het publiek te boeien met zijn bevlogen relaas van de avonturen van Gilgamesj. Uiteraard trakteerde hij ons op historische, taalkundige en culturele bijzonderheden uit de Mesopotamische beschaving.

De kennismaking met Gilgamesj was voor velen overrompelend en een ware revelatie!

 

 

Tussen medelijden en spot door Bert Gevaert

Zondag 1 juni 2014

Bert Gevaert begon met een inleiding waarin hij ons het traditionele beeld van de Oudheid meegaf: mooie lichamen met volmaakte vormen.

Dan had hij het over zijn bronnen, dat zijn in de eerste plaats de teksten van de antieke auteurs, maar ook inscripties en  archeologische vondsten, zowel kunstvoorwerpen als gebruiksvoorwerpen. Een heel belangrijke bron zijn de moppen, zo is er een befaamd moppenboek, de filogelos (de vriend van de lach).

Hoe moeilijk zijn zoektocht wel geweest was illustreerde hij aan de hand van talrijke valkuilen en voorbeelden.

Bert Gevaert waagde zich dan aan een voorzichtige poging om over de houding van de Romeinen tegenover mensen met een handicap te spreken.

Was er dan in de Oudheid geen houding terug te vinden die expliciet humaan is? Toch wel, beweerde Bert Gevaert, in de Stoa, een filosofische stroming die stelt dat we op het uiterlijke geen vat hebben, want dat behoort tot de indifferentia, dingen die er niet toe doen. Het allerbelangrijkste is de ziel, dat is wat telt. Zij omschrijven dat als virtus, levenskwaliteit, deugdzaamheid, een bijna christelijke visie dus.

 

4de Thomas Mannlezing door Leonor Wiesbauer

Zondag 27 april 2014

De voorbije drie jaar mochten we  wijze heren aan het woord horen voor de Thomas Mannlezing, dit jaar hadden we een wijze dame uitgenodigd: we verwelkomden  Leonor Wiesbauer, oprichtster van de Universiteit voor het Algemeen Belang (UAB).

Zij werd ingeleid door Henk Vandaele, hoofdredacteur van De Uil van Minerva .

Haar lezing droeg de titel ‘To care or not to care’, met als ondertitel: Over Bruto Nationaal Geluk en acrobatische ethiek, een expeditie van mij tot jij tot wij(k) tot wereld. Een mond vol dus, maar ook een beklijvende oproep voor een beter wereld en de rol die wij, als individu, daarin kunnen spelen.  Zij opende haar betoog met de prachtige en 2500 oude monoloog van het koor uit Antigone van Sophocles die begint met ‘ Veel is vreemd op deze wereld, niets is vreemder dan de mens’.

Daarna startte zij haar expeditie bij ‘mij’ en nog wel voor de geboorte bij de innesteling met name. Daarna volgde zij het proces van de identiteit in wording.

In een volgende stap zoomde zij in op de betekenis van de ander - zowel ‘jij’ als ‘wij’ voor de betekenis van het eigen bestaan, wat zij de zoektocht naar ‘bestaanswaardheid’ noemde.

Zij vervolgde haar weg via de vraag naar het verband tussen collectief welzijn en individueel geluk. Hierbij verwees wij naar at wonderbaarlijke experiment in Bhutan waar streven naar een hoger BNP vervangen werd door een streven naar een hoger BNG, een Bruto Nationaal Geluk.

Kijkend naar de wereld van vandaag, stelde zij vast welk een distopie we gecreëerd hebben. Hoe de mens zich kan overgeven aan het kwade, maar tevens in staat is de wereld te verbeteren, zichzelf te veredelen. Dat we hiervoor aan enige acrobatische ethiek moeten durven doen werd al vlug duidelijk.

Haar betoog werd doorspekt met talloze citaten en verwijzingen naar filosofen en auteurs zoals e Pibo della Mirandola, Fichte, Levinas, Sloterdijk, Nussbaum, Proust, Eliot, Brouwers en vele anderen.

Na haar lezing ging zij graag in op vragen vanuit het publiek.

 

In de ban van Medea door Bart Madou

Zondag 23 maart 2014

De lezing van Bart Madou focuste in het eerste deel op de tekst van de tragedie zoals die ons door Euripides overgeleverd werd. Hij illustreerde zijn betoog met enkele afbeeldingen  van schilderijen van de Nederlandse schilderes Ans Markus, die zelf een reeks van meer dan veertig werken aan de figuur van Medea gewijd heeft. Vooral het klassieke karakter van het stuk werd beklemtoond maar ook de psychologische ontwikkeling van Medea in de loop van het stuk.

Na een kort intermezzo over de mythe van de moederliefde, zoals Elisabeth Badinter die geformuleerd heeft, kwam in een tweede deel de interpretatie van Pier Paolo Pasolini aan bod.

Hiermee werd dan ook de vijfdelige reeks over het Griekse theater afgesloten, de aanwezigen konden nadien nog wat napraten bij een aperitief.

 

Elektra door Thomas Crombez

Zondag 16 maart 2014

De derde en laatste lezing van Thomas Crombez was gewijd aan de figuur van Elektra. Om te beginnen is er de populariteit van het verhaal: zowel Aeschylos, Sophocles als Euripides hebben haar opgevoerd in één van hun tragedies. Bij Sophocles nam Elektra de meest centrale plaats n, daarom werd vooral op zijn versie dieper ingegaan. Vooraf schetste Thomas een beeld van Elektra, zoals die in de mythologie en de kunsten tot ons gekomen is. Hij maakte tevens van de gelegenheid gebruik om via haar stamboom (tot haar betovergrootvader Tantalus) alle intriges die in de fel getroffen familie voorkwamen te duiden waardoor we een beter aanvoelen kregen van wat er in Elektra moet omgegaan hebben. We leerden eruit hoe sterk fatalistisch deze tragedies zijn en over welke vreselijke macht en willekeur de goden wel beschikken. Ook een mooie vergelijking met Hamlet, die als enige – net als Elektra – nog rouwde om de dood van zijn vader, was op zijn plaats. Thomas Crombez wees ons ook op de dramatische ironie in het stuk: de personages tasten nog vaak in het ongewisse terwijl de toeschouwers al weten wat er gaande is, zo bijvoorbeeld de blijdschap van Clytaemnestra over de dood van haar zoon Orestes (die het op haar leven gemunt heeft), terwijl de toeschouwer juist weet dat Orestes al aangekomen is in de stad. Dankzij de drie lezingen van Thomas Crombez kregen we een beter inzicht in het antieke theater bij de Grieken.

 

De Griekse komedie door Thomas Crombez

Zondag 23 februari 2014

Na zijn lezing over de Griekse tragedie gaf Thomas Crombez een uiteenzetting over de komedie in het antieke Griekenland. De komedie, zowat het tegendeel van de tragedie. Thomas Crombez begon opnieuw met een verduidelijking van de naam ‘komedie’, hij toonde aan waarom we vandaag geen echte voeling meer hebben met het genre. Hij beperkte zich wel tot de zgn. oude komedie met Aristophanes als enige auteur van wie werk bewaard is gebleven. Er werd afgezien van de zgn. middelste komedie en de nieuwe komedie. Vanzelfsprekend keken de toeschouwers van de Vde eeuw voor Christus anders tegen de komedie aan dan wij nu. Merkwaardig is namelijk een zekere mengvorm: er kwamen zowel typetjes voor, maar inhoudelijk was de komedie ook erg satirisch, er werd nogal wat kritiek gespuid op toenmalige wantoestanden of publieke personen. In een tweede gedeelte belichtte de spreker de structuur van de klassieke komedie die standaard bestond uit een prologos, een parodos (intocht van het koor), verschillende epeisodions (dialogen tussen de acteurs), elk geflankeerd door een stasimon (waarin het koor reageert op wat er op scène gebeurt) en tenslotte een exodos (het koor dat de scène verlaat). Thomas eindigde de morgen met het overlopen van enkele voorbeelden van nog gekende komedies van Aristophanes, als daar zijn De vogels, De kikkers, Lysistrata enzovoort.

 

Zus van ..., theatermonoloog door Annemie Sels

Zondag 2 februari 2014

Op zondag 2 februari bracht actrice Annemie Sels de monoloog ‘Zus van…’ van Lot Vekemans. Het was een stuk gebaseerd op de mythologische figuur Ismene, zus van Antigone, dochter van Oidipous.

We kregen het verhaal van Ismene die altijd in de schaduw heeft geleefd van haar heldhaftige zus Antigone. Een vrouw die op zichzelf geen bestaansrecht heeft, omdat ze nooit iets groots heeft gepresteerd. Een vrouw die zich schaamt voor wie ze is en hoe ze is geweest.

Duizenden jaren na haar dood begint ze te praten, ergens op een plek waar de tijd niet meer telt.

Gedurende ruimschoots één uur kroop Annemie Sels in de huid van Ismene en wist ons met haar verhaal te boeien in deze moderne tragedie over een antiek gegeven.

 

 

De Griekse tragedie door Thomas Crombez

Zondag 26 januari 2014

De eerste lezing uit onze vijfdelige reeks over het Griekse theater was gewijd aan de Griekse tragedie. Tragedie, in ons dagelijks taalgebruik roept het allerlei associaties op van familiedrama over natuurrampen tot niets ontziende oorlogen.

En vanuit deze insteek begon Thomas Crombez ook aan zijn uiteenzetting, daarna gaf hij een overzicht van de opvoeringen van de klassieke tragedies in het Nederlandstalige schouwburgen, hieruit bleek een meer dan eeuwenlange stilte en een fikse heropleving tijdens de laatste decennia.

Thomas vervolgde met een uitleg over de oorsprong van het tragedie. Interessant was ook de link die hij legde met de architectuur en de inplanting van het Griekse theaters in de omgeving.

 

 

^ boven ^

2013

Bezoek tentoonstelling Henry Van de Velde

Vrijdag 27 december 2013

 

Net als verleden jaar voor de uitstap naar de Constant Permeke tentoonstelling was het een druilerige, winderige dag. De reis verliep vlot alhoewel 28 maal ons ticket voor de metro valideren wat geduld vroeg.

We stapten uit in station Mérode en via een ommetje langs het mooie Cauchyhuis bereikten we het Jubelpark.

De tafels in restaurant Midi 50 waren gereserveerd, de bediening was ‘impeccable’ en de zalmschotel smaakte meer dan voortreffelijk

Daarna de tentoonstelling: Henry Van de Velde, Passie – Functie- Schoonheid. Passie was in elk geval ook van toepassing bij de gidsen (we waren in twee groepen verdeeld): in keurig Nederlands (Jan-Becaus-Nederlands beweerde iemand) kregen we een degelijk overzicht van het leven maar vooral van het oeuvre van deze grote Belgische veelzijdige kunstenaar.

Omdat we door het enthousiasme van de gidsen meer dan een half uur later dan verwacht buiten kwamen, hadden we zo een slechts één uur (inclusief het avontuur om 28 maal de automatische toegangspoortjes van de metro te trotseren) in plaats van anderhalf uur vrij, te weinig tijd want te riskant om nog ergens binnen te wippen, te veel tijd en nogal vervelend om een uur op onze trein te staan wachten. Maar aangezien het niet druk was in het station mochten we een vroegere trein nemen, zodat we per slot van rekening een uur eerder dan oorspronkelijk voorzien te Brugge arriveerden.

 

Uitstap Brühl & Bonn

Zaterdag en zondag 7 en 8 december 2013

 

Onze eerste tweedaagse reis is bijzonder aangenaam en leerrijk verlopen. Twaalf mensen hadden zich ingeschreven.

Op dag één bezochten we eerst de Bruder Klaus-kapelle in Wachendorf, een sterk staaltje architectuur van de Zwitserse architect Peter Zumthor maar ook een oord van stilte en rust in een prachtig landschap. Daarna reden we richten Brühl, waar we incheckten in ons hotel. Tegen half vier werden we dan verwacht in het Max Ernstmuseum voor een rondeleiding in het Nederlands. Op de benedenverdieping was er ook een sterke tentoonstelling met werk van de fotograaf Man Ray. De dag werd besloten met een smaakvol avondmaal in heuse kerststemming. Een harde kern heeft zich nadien nog in het plaatselijke nachtleven gestort.

Na een ontbijt met alles erop en eraan, togen we 's anderdaags naar de Kunsthalle te Bonn. Daar was er vooreerst de tentoonstelling 1914, die Avantgarden im Kampf, over de vele kunstenaars die deelgenomen hadden aan de Eerste Wereldoorlog, velen van hen zijn trouwens gesneuveld. Op het gelijkvloers was er ook de pas geopende en zeer uitgebreide tentoonstelling Florenz! over de stad dus, in al haar aspecten, met uiteraard het accent op de Renaissance. Werken van o.m. Botticelli, Michelangelo, Cellini ontbraken niet. De dag werd tenslotte afgesloten met een gezamenlijke maaltijd in De wilde Vespers te Herentals. Klik hier voor enkele foto's.

 

 

Emile Verhaeren door Stefaan Van den Bremt

Zondag 1 december 2013

In de reeks Franstalige Vlamingen nodigden de Bibliotheek en Het Beleefde Genot Stefaan Van den Bremt, dichter, essayist en literair vertaler uit om een lezing te geven over de grote Vlaamse dichter Emile Verhaeren (1855-1916).

Stefaan Van den Bremt begon zijn lezing met het voorlezen van Le Passeur d'Eau, wellicht Verhaerens bekendste gedicht. Eerst in het Frans, daarna in een eigen vertaling. Na een korte duiding van het gedicht ging hij veder met enkele andere vertalingen uit de bundels Les Campagnes hallucinées & Les Villes tentaculaires (Hallucinerend platteland & Tentakelsteden). Daarna las hij voor uit zijn essay over Verhaeren, waarbij hij gebruik maakte van heel wat veelzeggende citaten zo onder meer van Karel Van de Woestijne. Stefaan Van den Bremt becommentarieerde heel gedegen zijn tekst.

In een tweede deel liet hij het publiek aan het woord en beantwoordde hij enkele vragen. Tot slot las hij nog een eigen gedicht voor met als onderwerp het tragisch einde van Emile Verhaeren.

Het is een heerlijke kennismaking met het werk van Verhaeren geworden waarbij we kunnen concluderen met de woorden van Rilke aan Mimi Romanelli: 'Lisez Verhaeren!"

 

De ring van de Nibelung door Bart Madou

Zondag 27 oktober 2013

De tetralogie werd in de eerste plaats benaderd als verhaal: de lotgevallen van Wotan, Brünnhilde, Siegmund, Siegfried enzovoort. Dit verhaal is behoorlijk complex en werd daarom uitgebreid uit de doeken gedaan. Uit elk van de vier opera's werd er ook een fragment getoond.

Maar er werd ook enige aandacht besteed aan de ontstaansgeschiedenis van de Ring: waar haalde Richard Wagner zijn bronnen? Onder welke omstandigheden is hij aan de compositie begonnen? Hoe en wanneer heeft hij eraan gewerkt? Hoe verliep de première enzovoort.

Af en toe werd er ook verwezen naar een Leitmotiv, een paar woorden ook over bepaalde interpretaties. Al bij al een goed gevulde voormiddag, afgerond met een glas en wat informeel gebabbel nadien.

 

 

The Great Mass

Donderdag 24 oktober 2013

De (onvoltooide) mis uit 1783 – Mozart was toen 27 jaar – vormt het leeuwenaandeel van de prachtige choreografie van Uwe Scholz ‘The great Mass’. Behalve op de Grosse Messe KV 427 en het Adagio en Fuga KV 546 en het motet Ave verum corpus KV 618 wordt er ook nog gedanst op muziek van Gyorgy Kurtag, Arvo Pärt en Thomas Jahn.

Uwe Scholz, choreograaf in Leipzig, was ongetwijfeld één van de briljantste choreografen van zijn generatie toen hij, nauwelijks 45 jaar oud, in 2004 stierf.  Zijn ballet “The Great Mass” is een van de indrukwekkendste werken van deze belangrijke neoklassieke choreograaf – tegelijk een requiem, een ware dansrevelatie en ongetwijfeld zijn mooiste gift aan het Leipzig Ballet.

De opname dateert uit 2005 en is bedoeld als een onvergetelijk in memoriam voor Uwe Scholz. De slotscène tijdens het Agnus Dei was een pakkende en ontroerende afscheidsgroet van de dansers aan hun bezieler en leermeester.

Deze vertoning was een samenwerking van de parochie Sint-Martinus, de Fotoclub Kiwabi en de culturele & literaire kring Het Beleefde Genot.

 

Het geval Wagner door Bart Madou

Zondag 6 oktober 2013

In de reeks Wagner 200 verzorgde Bart Madou een lezing over Richard Wagner. De lezing bestond uit drie delen, voorafgegaan door een voorspel. Wagner werd biografisch vooral via zijn werken benaderd. Na even ingegaan te zijn op zijn geboorte, kinderjaren en jeugd, werd een eerste periode belicht: die van de opera's Rienzi, De Vliegende Hollander, Tannhäuser en Lohengrin. De vrouw die daar centraal stond in zijn leven was Minna Planer, zijn echtgenote.

Een tweede periode behandelde de tijd van het ontstaan van de Ring. Op de opera's hiervan werd echter niet ingegaan, aangezien er een afzonderlijke lezing aan gewijd is. Wel vernamen we hoe vooral Mathilde Wesendonck zijn leven toen beheerste. Bart Madou nam hier ook de tijd om in te gaan op het antisemitisme van Wagner.

Zin laatste drie opera's,Tristan en Isolde, de Meesterzangers van Nürnberg en Parsifal werden kort besproken in het laatste deel, de laatste decennia van zijn leven ook waarin vooral Ludwig II van Beieren, Bayreuth en zeker Cosima Liszt een grote rol speelden. Tenslotte werden de aanwezigen geconfronteerd met een zeer gestoorde uitvoering van de Siegfried-idylle in Israel.

 

André Baillon, de gigolo van Irma Ideaal door Frans Denissen

Zondag 15 september 2013

In de reeks Franstalige Vlamingen nodigden de Bibliotheek en Het Beleefde Genot Frans Denissen, literair vertaler, auteur, biograaf en recensent uit om een lezing te geven over de te Antwerpen geboren schrijver André Baillon (1875-1932).

Baillon kende een bewogen leven. Na zijn studies in Leuven eiste hij zijn erfdeel op en verbraste dit samen met een jonge minnares. In 1902 trouwde hij met Marie Vandenberghe, een prostituee die hij later als heldin heeft opgevoerd in zijn roman Histoire d'une Marie en met wie hij in de nabijheid van de abdij van Westmalle ging samenwonen.  Dit bleef echter niet duren. Hij vertrok naar Parijs waar hij als "literaire gigolo" tijdelijk enig succes kende, maar hij eindigde in een psychiatrische instelling te Saint-Germain-en-Laye nabij Parijs, waar hij in 1932 uit het leven stapte.

Frans Denissen schreef een biografie over André Baillon, hij was dus de geknipte persoon om deze lezing te verzorgen, wat hij dan ook met verve deed. Het werd een uitermate verrassende kennismaking met een boeiend auteur.

 

Uitstap Luik

Zaterdag 17 augustus

Behalve één iemand die zich overslapen had (maar die kon later aansluiten) stond iedereen die zaterdag 17 augustus paraat in de inkomsthal van het station van Brugge. Alles verliep volgens het (spoor)boekje, en zo arriveerden wij na exact 2 uur en 1 minuut in het station van Luik-Guillemins.

Wij stapten uit en de monden vielen meteen open. ‘Du jamais vu! Impressionant, ongelofelijk, dat kan niet, zoiets nog nooit gezien, onmogelijk’ Het waren enkele van de eerste woorden van de groepsleden bij aankomst in het inderdaad misschien mooiste station ter wereld.

De eerste die we echter ontmoeten was niet de gids maar een groep KWB-leden uit Aartrijke, die een uur vroeger met de bus vertrokken waren en juist arriveerden. Onze bijzonder enthousiaste gids Karlin ontving ons aan de hoofdingang en onderhield ons bijna twee uur lang, over allerlei facetten van het station en uiteraard ook over de Spaanse architect-ingenieur-beeldhouwer Santiago Calatrava. We doorkruisten het station van onder tot boven en van voor naar achter.

Na deze adembenemende beleving stonden we weer met onze voeten op de grond en konden we drie minuten lang genieten van een ouderwetse boemel die ons naar het stationnetje Liège-Palais bracht, in het centrum van Luik. Van daaruit ging het naar het restaurant As Ouhès op de Place du Marché.

En daar, jawel vonden we onze vrienden van Aartrijke terug. Na een stevige én lekkere Luikse maaltijd, tijd voor een literair-historische wandeling met Karlin in het centrum. Siménon, Victor Hugo, Alexandre Dumas, Gérard de Nerval, ze hadden allemaal iets met Luik te maken en hebben er hun (literaire) sporen nagelaten. De rondleiding bracht ons ook op de Place Saint-Lambert, de binnenkoer van het Prinsbisschoppelijk paleis, de opera, de passage Lemonnier, la société des écrivains, la société d’émulation en de universiteit, om te eindigen op een zonovergoten terras op de Place du Marché, naast het intrigerende perron van Luik.

Voor enkele foto's van de uitstap, klik hier.

 

Uitstap Louvre-Lens

Zaterdag 15 juni 2013

22858575 22852950 (`@````````` 266 263 5 110183775 110178150

Met een twintigtal deelnemers vertrokken wij richting Lens. Eenmaal gearriveerd in het museum Louvre-Lens bezochten een paar enkelingen de grote Rubenstentoonstelling, de meesten togen evenwel onmiddellijk naar de Grande Galerie, veruit de grootste ruimte (3000 m² en 120 meter lang). Ze bevat officieel de 'permanente' collectie van het museum. Zo permanent zal ze evenwel niet zijn. De meer dan 200 werken die je chronologisch doorheen de geschiedenis brengen van de prehistorie tot de 20ste eeuw, zullen op regelmatige basis gewijzigd worden (tussen 1 en 5 jaar). Leuk is dat je minstens om de paar jaar een totaal nieuw museum te zien krijgt. Doordat je doorheen de tijdslijn van de geschiedenis wandelt noemt men dit ook wel de 'Galerie du Temps'. Na deze overrompeling reden we zuidwaarts naar Ablain Saint-Nazaire, waar zich op de hoogvlakte de grootste militaire begraafplaats van Frankrijk bevindt. Esthetische smaak was niet meteen het handelsmerk van de ontwerpers van de basiliek en de ossuariumlantaarn. In de buurt bevindt zich L'Estaminet de Lorette. Een bruin café waar de huiswijn dan weer voortreffelijk mag genoemd worden. Na een kort oponthoud bij de ruïne van de kerk van Ablain Saint-Nazaire, ging het in één ruk door naar Halewijn, nu Halluin, waar een smakelijke maaltijd op ons wachtte. De sfeer aan tafel was uitgelaten en dus ging iedereen nadien tevreden huiswaarts.

Voor enkele foto's van de uitstap, klik hier.

 

 

Charles De Coster, De Franstalige stamvader van de Vlaamse beweging door prof. Vic Nachtergaele

Zondag 2 juni 2013

In het eerste luik van het drieluik over Franstalige Vlaamse schrijvers maakten we kennis met de auteur van Tijl Uylenspiegel. De voormalige rector van de KULAK, professor Vic Nachtergaele, bracht een boeiend relaas over de persoon van Charles De Coster maar vooral over de perceptie van zijn magnum opus, Tijl Uylenspiegel. Uiteraard had de spreker het over de bronnen waarbij vooral ‘Het aerdig leven van Thyl Ulenspiegel’, een boekje dat omstreeks 1830 in Gent verschenen is, als basis diende. Charles De Coster deed wel enkele ingrepen: hij maakte van Tijl een Vlaming, hij verjongt hem door het verhaal in 1527 te plaatsen, we ontmoeten Nele en Lamme Goedzak, enzovoort. En waarom schrijft Charles De Coster in een archaïserend Frans? Wel, hij zegt het zelf: « Le vieux langage français est le seul qui traduise bien le flamand ».  Interessant om te zien is ook hoe Tijl in de loop der tijden zowat voor de kar van iedereen werd gespannen: Flaminganten én francofielen, katholieken én antiklerikalen, communisten én nazi’s. Kortom, de titel van het boek van Marnix Beyen is erg toepasselijk: ‘Tijl Uilenspiegel, held voor alle werk’.

 

 

Europa, ideeënrijk der lage landen, door Henk Vandaele

Zondag 12 mei 2013

In deze lezing ging filosoof Henk Vandaele op zoek naar een filosofisch begrip van Europa. In een eerste deel liet hij zich inspireren door de historisch politieke studie van de Britse historicus Jonathan Israel, die stelt dat het politiek idee van een verenigd Europa een product is van de ‘Nederlandse radicale Verlichting’. Vertrekkend vanuit de filosofie van Descartes werd duidelijk gemaakt hoe de Verlichting twee stromingen kent: een gematigde en een radicale. Deze keer ging de aandacht naar een rij onbekende Nederlandse radicale denkers zoals Johannes Koerbagh, Lodewijk Meyer, Balthazar Bekker, Frederik van Leenhof, Anthonie van Dale en Francis Van den Enden. Met Spinoza als centrale spil pleitten deze Nederlandse denkers al in de 17de eeuw voor radicaal democratische ideeën zoals etnische en seksuele gelijkheid, vrijheid van spreken, radicale zelfbeschikking, banning van elke vorm van bijgeloof, uitschakeling van religieus gezag, of kortom het idee dat mensen radicaal gelijk zijn. Het opmerkelijke is hoe we vanuit die radicale Verlichting een historisch spoor kunnen trekken naar de Amerikaanse en de Russische Revolutie, waarbij echter de ene revolutie uitliep op een neoliberale ideologie en de andere op een marxistische. Uiteraard rees de vraag naar de plaats van Europa tussen beide revoluties.

Geen oppervlakkig praatje dus, maar stevige kost die Henk Vandaele ons voorschotelde. Door zijn sterk pedagogische aanpak – met voorbeelden en na elk onderdeel even recapituleren – kon hij evenwel alle aanwezigen boeien.

 

 

pARTcours 2013

4 t.e.m. 12 mei 2013

Voor het eerst omvatte de kunstroute pARTcours twee weekends. Blikvanger was ongetwijfeld de tentoonstelling in het GLAZ. Rika Van Dycke en Brigitte Vrielinck brachten er ettelijke uurtjes door om, ondanks de grote heterogeniteit aan kunstwerken (elke kunstenaar mocht één werk voor de tentoonstelling afleveren), elk werk zo op te stellen dat het geheel een zeer verzorgde ja zelfs professionele indruk naliet. Het grote aanbod maakte het ook noodzakelijk om de kunstwerken te verdelen over verschillende locaties, verspreid over het grondgebied van Loppem. Wie het hele pARTcours in eenmaal wilde afleggen moest een aardig eindje fietsen. Velen verkozen daarom hun bezoek over twee dagen te spreiden.

In de kapel en de aanpalende gangen van Ter Loo stelden de kunstenaars van Het Beleefde Genot ten toon. Dit jaar mochten we drie nieuwe kunstenaars verwelkomen, zonder twijfel een mooie aanwinst: Aimée Mary stelde keramiek ten toon, Georgette Crombez pakte uit met sterke foto’s en meer dan een bezoeker stond in bewondering voor de verfijnde doeken van Wilfried Vandecasteele.

Verder waren er ook olieverfschilderijen van Carine Vankeirsbilck, Dolf Naessens en Herman De Leye, aquarellen van Vera Cuvelier, werk van Bart Madou en zeefdrukken van Rika Van Dycke te bewonderen.

Klik hier voor enkele foto's

 

 

Derde Thomas Mann-lezing: Paul Verhaeghe

Zondag 21 april 2013

De derde Thomaslezing kende dit jaar een hoge opkomst, en terecht: professor en psychoanalyticus Paul Verhaeghe hield een lezing over Responsabilisering of disciplinering? Met als ondertitel: Machteloze maakbaarheid. Paul Verhaeghe werd ingeleid door dr. Marc Calmeyn, psychiater die de spreker met een knipoogje naar zijn uitgeverij een bezige bij noemde. In zijn lezing had Paul Verhaeghe het in zijn pittige stijl over hoe taal ons denken en dus ons zijn bepaalt. Uiteraard kwam ook het begrip identiteit aan bod, die hij kernachtig omschreef als een steeds verschuivende constructie, bepaald door de omgeving. Aandacht ging ook uit naar enkele basisbegrippen uit zijn boek 'Identiteit', met name identificatie en separatie.

In een tweede deel ging hij uitgebreid in op het feit dat er al ruim dertig jaar een economische ideologie heerst die zo ongeveer alles bepaalt, met name het neoliberalisme en de bijbehorende totale vermarkting. Hij wees erop hoe politiek, onderwijs, media en reclame in sé doorgeefluiken waren van het neoliberalisme. Tenslotte overtuigde Paul  Verhaeghe de toehoorders dat meer vrije markt ons naar meer regelgeving en naar minder democratie leidde.

Zoals gebruikelijk werd de lezing na het beantwoorden van enkele vragen uit de zaal, besloten met een geanimeerde receptie.

Voor enkele sfeerbeelden: klik hier.

 

Bezoek aan Liefde & devotie, het Gruuthusehandschrift

Zaterdag 13 april 2013

Op de statige binnenkoer van het paleis van de heren van Gruuthuse verzamelden die ochtend een twintigtal geïnteresseerden om met een gids Liefde & Devotie te bezoeken, een tentoonstelling over het Gruuthusehandschrift uit het begin van de XVde eeuw.

Het Gruuthusehandschrift dankt zijn naam aan Lodewijk van Gruuthuse (1427-1492). Het vermeldt immers het wapen van Lodewijk van Gruuthuse en maakte vermoedelijk deel uit van zijn beroemde bibliotheek. Dit voorjaar is dit uiterst kostbare werk te zien in Brugge. De tekst maakt deel uit van een omvangrijk perkamenten manuscript dat gedichten, gebeden en liederen bundelt. Het werd rond 1400 in Brugge geschreven.

In de fraai opgebouwde tentoonstelling brengen allerlei kunstvoorwerpen de teksten en thema’s uit het handschrift (liefde, devotie, ‘consten’, muziek, …) weer tot leven. Ze schetsen het culturele, sociale en religieuze klimaat in Brugge, in de vroege 15de eeuw een internationale handelsstad was.

Het integrale handschrift kan ook geraadpleegd worden op de website van de Koninklijke Bibliotheek Nederland.

 

 

The Pianist inleiding Bart Madou

Woensdag 27 maart 2013

Wladyslaw Szpilman schreef over zijn jaren in het getto van Warschau een autobiografisch boek. De Poolse filmregisseur Roman Polanski, ook een overlevende van het getto van Warschau verfilmde dit boek in The Pianist, waarin hij ook enkele persoonlijke ervaringen in verwerkte.

Waarover Szpilman evenwel geen woord rept, zijn zijn optredens als begeleider van de toen nog zeer jonge zangeres Vera Gran, eveneens Joods, in een gerenommeerd  cabaret in het getto.

Vera Gran kende zeer veel bijval, wellicht wekte dit succes enige afgunst bij Szpilman, reden waarom hij haar niet vernoemde en reden ook waarom hij haar, toen hij weer een belangrijke functie bekleedde bij de Poolse radio, niet in dienst wou nemen. Niettemin had hijzelf tijdens de periode van hun gezamenlijk optreden verschillende liedjes voor haar gecomponeerd.

 

Cultureel Praag door Chris Spatz

Zondag 10 maart 2013

 

Is toeval wel altijd toevallig? Je zou er aan twijfelen als je Chris Spatz bezig hoort over de totstandkoming van haar reisgids 100x Praag. Een au-pairmeisje dat toevallig haar pad kruist, haar wensbriefje bij het graf van rabbi Löw, het horen van een Vlaams gesprekje in IKEA Praag, een gerateerde kamer en een chansonnier die toevallig aan haar tafeltje komt zitten aan de oever van de Moldau. Voeg daarbij het doorzettingsvermogen en de uitbundigheid van Chris Spatz en niet te vergeten haar gedreven stijl en oog voor detail, et voilà: 100x Praag. In 100 minuten probeerde Chris Spatz (tevergeefs) de 100 mooiste plekjes aan te prijzen. Maar de boodschap was duidelijk: ga er zelf best heen (met 100x Praag in de reiskoffer uiteraard).

 

 

Sophie Scholl inleiding Bart Madou

Woensdag 27 februari 2013

Sophie Scholl, de film. Een prent die even blijft nazinderen. OP het einde van die andere film ‘Der Untergang, getuigt Traudl Junge, de toen nog levende secretaresse van Hitler : “Ik heb lange tijd geloofd dat ik vrijuit ging, omdat ik als een onschuldig, wereldvreemd kind een rol gekregen heb in de gruwelijke barbarij van het nazisme. Tot ik op een dag een herdenkingsplaquette zag van Sophie Scholl, even oud als ik. Toen begreep ik dat jeugd en onvolwassenheid geen excuus vormen voor onnadenkendheid. Sophie was bereid om zonder compromissen alles te offeren wat ze had en was”.

Op 22 februari 1943 werd ze samen met haar broer Hans door de nazi’s terechtgesteld.

 

 

Ik wandel door Theresienstadt door Bart Madou

Zondag 17 februari 2013

Het lied ‘Ich wandre durch Theresienstad’ (Ik zwerf door Theresienstadt) van Ilse Weber, bewoonster van het getto en later met haar zoontje vergast in Auschwitz, vormde als het ware de rode draad doorheen deze lezing, die bestond uit drie delen. Deel één probeerde (!) een beeld te scheppen van de dagelijkse levensomstandigheden in het kamp, waarbij de knagende honger en de angst om op een transportlijst terecht te komen een voortdurende obsessie waren. In deel twee kwamen we meer te weten over de fameuze uitvoeringen van Verdi’s requiem, de opvoering van de kinderopera Brundibar van Krasa, de opname van een propagandafilm door Kurt Gerron enzovoort. Tenslotte werd er nog kort ingegaan op kunstbeoefening in ander kampen en getto’s, zo onder meer het vrouwenorkest van Auschwitz. Een boeiende en voor velen onbekende kijk op Theresienstadt.

 

^ boven ^

2012

Uitstap Retrospectieve Permeke

donderdag 27 december 2012

 

Een druilerige, winderige dag als het gezelschap de trein nam in Brugge en een uur later (!) in Brussel Centraal stond.

Eerst aandacht voor de inwendige mens: een gerieflijke, smakelijke dagschotel in het restaurant van het MIM, 6 verdiepingen hoog.

Daarna de tentoonstelling: Constant Permeke zoals we hem niet altijd kennen: naast zijn monumentale figuren met zware handen, forse voeten, vervormde lichaamsdelen konden we maar niet genoeg krijgen van zijn winterse en zomerse landschappen. Ook zijn naakten verdienden onze aandacht.

De zeer geslaagde confrontatie op het einde van de tentoonstelling met het werk van Marlene Dumas en Thierry De Cordier maakte van dit bezoek een unieke belevenis.

Uiteraard werd dit mede mogelijk gemaakt door de enthousiaste en goed onderbouwde commentaar van de twee gidsen.

Terwijl een kleine minderheid zo nodig de spektakelkerstboom op de Grote Markt wou gaan bekijken, trakteerde de meerderheid zichzelf op een stevig glas in "Le Char d'Or" nabij het Centraal Station. Om iets over 20 uur stonden we weer veilig en wel op Brugse bodem.

 

Doktor Faustus van Thomas Mann door Roland Ranson

Gemeentehuis Loppem,  zondag 2 december 2012

De derde en laatste lezing in het drieluik over Faust handelde over de roman Doktor Faustus of Het leven van de Duitse toondichter Adrian Leverkühn, verteld door een vriend, zoals de ondertitel luidt.

Zoals we van Thomas Mann mochten verwachten ging het hier meer dan om een louter biografische vertelling. Heel de impasse waarin de Duitse cultuur en Duitsland zelf zich bevond eind de jaren '20 vormt tussendoor het decor. Parallellen met Friedrich Nietzsche, Thomas Mann zelf en uiteraard met Faust zijn soms subtiel, vaak erg openlijk aanwezig in deze stevige roman van meer dan 500 bladzijden.

Een totaalbeeld van dit werk brengen in nog geen anderhalf uur, je moet er bijna een pact met de duivel voor gesloten hebben. Roland Ranson is er in geslaagd dit huzarenstukje tot een meer dan behoorlijk einde te brengen. Als afsluiter van dit jaar, althans wat de literaire salons betreft, konden we het niet beter treffen.

 

Faust in de muziek door Maarten Beirens

Gemeentehuis Loppem,  zondag 4 november 2012

De tweede lezing in het drieluik over Faust belichtte het thema in de vooral XXste eeuwse muziek. Musicoloog Maarten Beirens hield zich afzijdig van het literaire aspect van Thomas Manns roman Doktor Faustus, hij belichtte wel de Schönberg-Webern-link met de muziek die beschreven wordt in de roman.

Het tweede deel van de lezing ging over Faust en het communisme, met de Faust-cantate 'Seid nüchtern und wachet' uit 1983 van Alfred Schnittke als centrale inzet, wat een leuke parallel biedt met die andere briljante 20ste-eeuwse literaire Faust-bewerking: Boelgakovs De Meester en Margarita.

Tenslotte kregen de aanwezigen nog een toelichting bij en twee muziekvoorbeelden uit  Apocalipsis cum figuris, een opus van de Duits-Nederlandse componist Konrad Boehmer, een creatie uit 1984.

 

 

Voorstelling De la Fontaine in 't Brugs

Hof van Watervliet, Brugge vrijdag 26 oktober 2012

Bekijk de fotoreportage en een filmpje van André Callier.

 

 

 

 

 

Faust vanuit cultuur-historisch perspectief door Marlies De Munck

Gemeentehuis Loppem, Zedelgem, zondag 7 oktober 2012

Kunstfilosofe Marlies De Muynck opende de lezingenreeks met een algemeen inzicht in het Faustthema. Maar ze ging verder, ze belichtte niet alleen Faust doorheen onze cultuur, maar zij gebruikte ook Faust als perspectief om iets te weten te komen over onze eigen cultuur.

Eerst liet zij zien hoe wijd verspreid die Faust wel is en wat de impact is op onze cultuur. Ze lichtte de voorlopers toe (bij de H. Theophilus, Mariken van Nieumeghen) en daarna enkele merkwaardige Faustfiguren waaronder Johannes Faust, de Faust van Marlowe en natuurlijk die van Goethe.

Zij wees ons op de vier basiselementen die we in alle Faustverhalen terugvinden, namelijk: de kennisproblematiek, het pact met de duivel, de Christelijke setting en een nieuwe tijd die doorbreekt.

 

Literair salon 'Hannah Arendt' door Dirk De Schutter

Bibliotheek Zedelgem, zondag 23 september 2012

Een heel sterk en indringend literair salon dat nog blijft nazinderen. Voor velen een boeiende kennismaking met de Joodse filosofe Hannah Arendt.

Een korte biografische inleiding werd gevolgd door een beknopte, maar gedegen analyse van Arendts visie op het totalitarisme van Nazi-Duitsland en van het Rusland onder Stalin. Het totalitarisme als 'unprecedented' fenomeen -  een fenomeen zonder precedent - in de wereldgeschiedenis en vandaar ook zo moeilijk om er mee om te gaan.

Dirk De Schutter nam de tijd om ons het eigene van het totalitarisme duidelijk te maken aan de hand van de visionaire ideeën van Hannah Arendt. Ook Arendts verslaggeving over het Eichmannproces in Jeruzalem en haar stelling over de banaliteit van 'dit' kwaad werden besproken. Tenslotte had Dirk De Schutter het ook nog uitvoerig over de opsplitsing van de menselijke activiteit bij Hannah Arendt in arbeiden, werken en handelen, met de klemtoon op dit laatste als voorwaarde voor echte politiek, die op zijn kortst gedefinieerd kan worden als Amor mundi, liefde voor de wereld en niet (alleen) voor de mensen.

Bekijk enkele foto's

 

Uitstap Mechelen

 

Uit het verslag van Roland Ranson (zie Toverberg 26):

Een "Ons eerste esbattement op Mechelse bodem voltrok zich in het Schepenhuis. We zouden er de tentoonstelling Rik Wouters. Hoogtepunten bezoeken. Vooraleer tot de tentoonstelling toegelaten te worden, moesten we echter van de uiterst gebiedende, dunlippige, strenggebrilde, witgrijze, kortgeknipte kampoverste van het Schepenhuis op het appel verschijnen. Eerst werden ons de levieten gelezen - overal poten af! - daarna werden we opgesteld in rijen van vier en zo schoven we in doodse stilte, op onze houten klompen, de muts in de hand, voorbij het prachtige werk van het veel te jong gestorven Mechels genie. Een prachtige tentoonstelling. Een lieve en gedienstige, bij momenten zich uitslovende gids (v.) stond ons bij."

Klik hier voor een uitgebreide fotoreportage.

 

Literair salon 'Hermann Hesse' door Roland Ranson

Gemeentehuis Loppem, zondag 3 juni 2012

Mooie opkomst voor het verhaal over een bijzonder boeiend mens en kunstenaar: Hermann Hesse, de nachtegaal onder de kanariepietjes in de kooi van de Duitse huisbakkenheid, zoals zijn vriend Thomas Mann hem noemde.

In de eerste plaats een rusteloze zoeker naar zichzelf en zijn plaats in het hiernumaals, een zoektocht die hij mooi wist uit te schrijven in zijn sterk autobiografische romans en novellen zoals Peter Camenzind, Demian, De Steppenwolf, Narcis en Goldmund en vooral Het Kralenspel.

Zonder het zelf te willen werd hij tijdens de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw tot een cultfiguur, vooral bij veel jongeren van de hippiecultuur.

 

Uitstap Raveelmuseum

 

Een van de eerste warme lentedagen - een echte zomerdag trouwens - de afgesneden Leiearm in Machelen-Zulte lag er zinderend bij.

Zo'n vijfentwintig dorstige stappers langs deze bloeiende, groeiende Leiearm, op weg naar een verdiend glas bier of wijn.

Maar toen was er al een heuse Raveelwandeling aan vooraf gegaan en vóór die wandeling een geleid bezoek aan het Raveelmuseum.

Een uitstekende gids, het mag gezegd! En zeer aandachtige toehoorders, dat mag evengoed gezegd.

Voor de meesten was het niet de eerste maal, maar een aangenaam weerzien met het exuberante kleurenpalet van de eeuwig jonge Roger Raveel.

In de oude pastorij was er ook een confrontatie tussen enkele abstracte werken van verschillende kunstenaars.

Klik hier voor een uitgebreide fotoreportage.

 

pARTcours 2012 Aartrijke

 

In de inkomsthal en in de gang konden de bezoekers kennis maken met recent werk van leden van Het Beleefde Genot.

Er was om te beginnen een 'gelaarsde' installatie van Bart Madou, gevolgd door een uitgebreide desserttafel van Carine Vankeirsbilck.

In de bloembakken kon de aandachtige kijker twee beeldengroepjes ontdekken van Balder Goethals.

Verder een zeefdruk van Rika Van Dycke, twee typische olieverfschilderijen van Herman De Leye, geflankeerd door een getekend drieluik en een landschap in olieverf van Dolf Naessens. Aan de overzijde twee recente werken van Wilfried Vanmoortel en tenslotte op het einde van de gang twee bijzondere aquarellen van Vera Cuvelier.

Ook in de thematentoonstelling 'Woord, muziek en beeld' was er werk te vinden van onze leden Herman De Leye, Rika Van Dycke, Bart Madou en Vera Cuvelier.

Klik hier voor een uitgebreide fotoreportage

 

Literair salon 'Over mensen en dingen die voorbijgaan' door Albert Dhont

Gemeentehuis Loppem, zondag 22 april 2012

Mooie voordracht, uit het hart gegrepen, over de ouderdom in de literatuur! Albert Dhont begon met ons te vertellen wat de aanleiding tot zijn lezing was geweest:  een stukje uit de Toverberg (de onze, niet die van Thomas Mann) geschreven door Els Vermeir over een oude vrouw. Hij putte ook uit zijn eigen ervaring als 'grijsaard' en zocht ook inspiratie voor zijn verhaal bij dichters en auteurs als Karel van de Woestijne, Muus Jacobse, Peter Geert Buckinx, Louis Verbeeck, Simon Carmiggelt, Stijn Streuvels, Toon Hermans en zowaar Hermann Hesse en nog enkele anderen.

Met een sierlijke boog beschreef hij de levensloop van een mens, met een hoogtepunt (alhoewel!) rond 42 jaar, in elk geval een scharnierpunt waar ook kon gekozen worden voor de 'omvorming' in plaats van zicht te laten meeslepen door de onverbiddelijke neergang. Het gehoor, dat voor het grootste deel bestond uit 42-plussers, kon nadien bij een fris wijntje nog wat napraten over deze smaakvolle en heel goed ontvangen lezing.

 

Tweede Thomas Mann-lezing door Ludo Abicht

GLAZ Loppem, zondag 25 maart 2012

Ludo Abicht situeerde vooreerst de figuur van Thomas Mann in het Duitsland van zijn tijd om daarna te vertrekken vanuit  De Toverberg , omdat hierin alle thema's van de eeuwwende (Verlichting, Romantiek, Revolutie, de ontwikkeling naar de Eerste Wereldoorlog) samenkomen.

Kwam ook aan bod: Manns vroegere fascinatie voor Schopenhauer, zijn ironische kijk in De Toverberg op de beroepsverlichters (Settembrini, de man van september, de herfst van de moderniteit), zijn voorvoelen van de waarschijnlijk aanrukkende catastrofes (de explosieve Jezuïet-anarchist-jood Naphta, hetzelfde type dat we in Eco's laatste roman aantreffen), de nutteloze Bildungsroman, nutteloos voor das Sorgenkind des Lebens dat toch heel binnenkort aan de IJzer of de Marne gaat creperen, das neue Weib als variante op de klassieke hete poes (Madame Chauchat - sic), de demagoog Peeperkorn met zijn retorische gebaren, het verval van de goede zeden, waaronder de sublimatie van ons natuurlijk antisemitisme en nog veel meer.

Wat een Fundgrube en wat een demonstratie van onze onvermijdelijke mars naar de wereldoorlogen daarna!

Het werd een boeiende en rijke lezing. Bekijk enkele foto's.

 

Literair salon Heinrich Heine door Hilde Keteleer

Gemeentehuis Loppem, zondag 4 maart 2012

Een twintigtal getrouwen wisten die dag de weg te vinden naar het Oud Gemeentehuis van Loppem voor een lezing in het kader van de reeks 'Met de H van Duitsland'.

Dit maal stond de dichter Heinrich Heine (1797-1856) centraal.

 

Hilde Keteleer, zelf dichteres en vertaalster van Duitse en Franse poëzie, liet ons kennis maken met de mens en de schrijver Heine.

Heine, Jood en balling in Parijs, was niet alleen dichter van ironische poëzie, maar ook auteur van enkele interessante prozastukken.

Hilde Keteleer las enkele kernachtige fragmenten uit zijn werk voor, waaruit bleek hoe visionair deze mens wel was, iets wat hem in zijn tijd niet altijd in dank afgenomen is.

 

 

Lezing Le sacre du Printemps door Bart Madou

De Braambeier Zedelgem, vrijdag 24 februari 2012

De première van Le Sacre du Printemps, een ware  polyfonie van de dans, vond plaats op 29 mei 1913 in het Théâtre des Champs-Elysées te Parijs. Het was zowel qua muziek als qua choreografie en kostumering onconventioneel. Het muziekstuk is, in tegenstelling tot de westerse traditie tot dan toe, gebaseerd op een strakke ritmische complexiteit. De ritmesectie van het orkest heeft een heel duidelijke rol in het stuk. Vaak dient de muziek om het ritme meer vorm, meer body te geven en niet andersom.

Ook de choreografie van Vaslav Nijinsky was vernieuwend en had nauwelijks iets met traditioneel ballet te maken. Geen tutu’s en pirouettes of simultaan getippel op de spitzen, maar spastische bewegingen, plots omhooggestoken vuisten enz. De première was dan ook een fiasco, alhoewel… het dient gezegd er waren ook felle voorstanders aanwezig, zoals o.m. Maurice Ravel, Gertrude Stein en Jean Cocteau.

De choreografe Millicent Hodson en de danshistoricus Kenneth Archer, zijn aan deze immense opdracht begonnen om de originele versie van Le Sacre du Printemps te reconstrueren en ze hebben die tot een goed einde gebracht in 1978.

Bart Madou toonde ook aan dat Le Sacre du Printemps wel degelijk een kantelmoment in de culturele geschiedenis van Europa was.

 

 

Literair salon Friedrich Hölderlin door Stefan Hertmans

Bibliotheek Zedelgem, zondag 12 februari 2012

Stefan Hertmans belichtte de figuur van Friedrich Hölderlin vanuit enkele van zijn meest sprekende gedichten. Brood en Wijn, Diotima, Hyperions Noodlotslied, Helft van het leven enzovoort.

Tussendoor maakte hij een biografische wandeling vanaf de Tübinger Stift, via zijn privé-leraarschap bij de rijke bankiersfamilie Gontard, waar hij zijn 'unsterbliche Geliebte', Suzette - de Diotima van zijn gedichten - leerde kennen.

Verder zijn voetreis naar en van Bordeaux en tenslotte zijn 36-jarig teruggetrokken leven in de toren aan de Neckar. Uit die laatste periode kennen wij enkele van zijn sterkste gedichten, ondertekend als de zeer nederige Scardanelli.

Ook zijn niet al te beste verhouding met Goethe en Schiller werd even belicht.

Wij moeten Hölderlin zien als een groot bewonderaar van de Griekse antieke wereld. Hij vereenzelvigde zich met het idee van het tragisch einde bij de Grieken. Na de dood van zijn geliefde Suzette, vindt hij een nieuwe held in de presocratische filosoof Empedocles. Tot driemaal toe probeert hij een toneelstuk over deze bijzondere figuur te schrijven, maar geen enkele maal slaagt hij erin het tragisch einde van de filosoof in woorden te vangen (Empedocles benam zich van het leven door in de krater van de Etna te springen).

 Als besluit kunnen we stellen dat Hölderlin een dichter was die keek naar het verleden om in de toekomst te spreken.

Stefan Hertmans in gesprek met Gwij Mandelinck

 

 

Literair salon "Vrouwen die lezen zijn gevaarlijk" door Roland Ranson

Gemeentehuis Loppem, zondag 29 januari 2012

Drie dagen voor ons eerste literair salon van 2012 vernamen we dat Martine Kouwenhoven niet zou afkomen. Wat nu dus?

Een aantal plannen B passeerden in ijltempo langs ons voorbij, maar tenslotte werd geopteerd voor een ambitieus plan A': we zouden zelf die gevaarlijk lezende wezens aanpakken!

Bart en Roland sloegen de handen in elkaar en met als referentie het prachtige boek van Stefan Bollmann stoomden ze een vervangend maar analoog literair salon klaar, ze selecteerden een dertigtal werken uit Bollmann en het werd een lezing (in de vrij strikte zin van het woord) door Roland over die bijzonder gevaarlijke soort, geïllustreerd door mooie reproducties van schilderijen met lezende vrouwen van alle leeftijden en stand.

Rika, de echtgenote van Roland, had ook het originele idee om de foto's van alle lezende vrouwen uit de voorbije nummers van de Toverberg (de rubriek 'het favoriete boek' weet u) op A4 te laten afdrukken en achteraan de zaal te exposeren. Met 10 waren ze, de meeste onder hen waren ook lijfelijk aanwezig.

Alles bij elkaar, ondanks - of misschien dankzij - de deadline, een heel geslaagde inkijk in de wereld van de lezende, gevaarlijke vrouw (om toch maar eens dit pleonasme te gebruiken).

Wie de andere lezende vrouwen uit het boek van Bollmann wenst te bewonderen: 'Stefan Bollmann, 'Vrouwen die lezen zijn gevaarlijk', met een (puntige) inleiding van Kristien Hemmerechts, uitgegeven bij het Mercatorfonds.

 

Gedichtendag 2012 "STROOM"

Bibliotheek Zedelgem, donderdag 26 januari 2012

 

 

^ boven ^

2011

 

Bezoek aan Liber Floridus en John Constable

Gent, woensdag 28 december 2011

Op 28 december bezochten wij met een -dertiental leden het STA.M waar de tentoonstelling liep over het Liber Floridus, een prachtig manuscript uit 1121.

Behalve de prachtige educatieve opstelling konen wij ook kennis maken met enkele authentieke handschriften uit dezelfde periode.

Te voet ging het dan naar het museum voor Schone Kunsten waar wij eerst een verzorgde lunch gebruikten in het aanpalende restaurant Mub'art.

Als kers op de taart volgde dan een zeer geslaagd bezoek aan de tentoonstelling met werk van de Engelse landschapsschilder John Constable.

Werkelijk heel boeiend en bovendien erg mooi, heel zeker zat de deskundige en enthousiaste uitleg van onze gids Harlinde (sic) hier veel voor tussen.

Achteraf werd alles nog eens doorgespoeld in het cafetaria van het museum.

Naar de website van Liber Floribus

 

Galaconcert Metaxis pianoduo

Groene Meersen Zedelgem, vrijdag 9 december 2011

 

Een prachtig concert! Subliem!

Het subtiele van vier handen op het klavier van een Bösendorfer! Wat een genot, wat een klank!

En een bijzonder geslaagd en heel harmonieus programma, dit keer niet de Hongaarse dansen van Brahms of de Slavische dansen van Dvorak, maar drie Franse componisten:

Bizet, Fauré en Ravel en de wereld van het kind: Jeux d'enfants, Dolly en Ma mère l'Oye.

Twee pianistes die al perfect op elkaar ingespeeld zijn, vol overgave en met een grote vakbekwaamheid. Dus ja, iedereen meer dan tevreden, een waarlijk bijzonder moment om in onze herinnering te koesteren.

 

Literair salon "Marina Tsvetajeva" door Bart Madou

Gemeentehuis Loppem, zondag 4 december 2011

Marina Tsvetajeva was voor velen onder de aanwezigen nog een illustere onbekende, maar lang heeft dit niet geduurd.

Bart Madou bracht een chronologisch verhaal van haar bewogen leven, waarbij hij per levensjaar een fragment van één van haar gedichten uitkoos. Vrij veel aandacht werd er besteed aan haar afkomst en aan haar ontmoetingen en relaties met andere dichters.

Voorts werd er één gedicht van haar onder de loep genomen: "Wat zijn mij wolken nog en wegen". Het gedicht werd ook in het Russisch voorgelezen door Rita Sanders.

In de begeleidende tekst had Rita ook een transcriptie van het gedicht uit het Cyrillisch alfabet naar het Latijns alfabet gemaakt en er daarenboven behalve een woord voor woord vertaling ook een prozaïsche vertaling aan toegevoegd.

Zie ook: www.dommuseum.ru

 

 

Uitreiking poëzieprijzen Het Beleefde Genot

Bibliotheek Zedelgem, zaterdag 19 november 2011

Mist, mist, mist en toch daagden zo'n 90 geïnteresseerden op voor de uitreiking van de eerste (!) poëzieprijs van Het Beleefde Genot

Een rijk gevuld programma, waarbij poëzie en muziek elkaar harmonisch afwisselden. Dankzij het enthousiasme van de Witte Wolven, de band van het Wit Huis en de verfijnde voordrachtkunst van Flor Will en Nèle Ghyssaert werd het een heel geslaagde avond. Neem daarbij de bijdrage van Katelijne Vercaemer die de avond vlot aan elkaar praatte en het juryverslag van onze secretaris Roland Ranson... Zo verliep de avond vlekkeloos.

Ook de winnende gedichten mochten er zijn, stuk voor stuk van een verrassend hoog niveau.

Foto's van de uitreiking kunt u bekijken door op de foto hiernaast te klikken,  de gelauwerde gedichten kunt unalezen door hieronder te klikken.

De gelauwerde gedichten

 

Cultuursalon "Verborgen Werelden" door Patrick Allegaert

Gemeentehuis Loppem, zondag 9 oktober 2011

Het was dr. Marc Calmeyn die op een voortreffelijke wijze Patrick Allegaert, artistiek leider van het Museum Guislain te Gent inleidde. Patrick Allegaer vergastte ons dan een uur lang op een boeiende voordracht over kunst en waanzin. Eerst bracht hij ons een beknopte ontstaansgeschiedenis van het instituut en het museum Guislain, ook de verdiensten van Dr. Jozef Guislain kwamen ter sprake. Maar al snel nam hij ons mee naar de wereld van de kunst gemaakt door psychiatrische patiënten of door mensen met een gestoorde geest. Oustsider kunst of Art Brut, al moeten die namen met de nodige omzichtigheid gebruikt worden, gezien de rijke inhoud van deze 'verborgen werelden'. We konden er kennis maken met effenaf prachtige staaltjes van beeldende kunst, bovendien zat er zowat achter elk object en zeker achter elke kunstenaar een verhaal, vaak schrijnend. Na de lezing konden de aanwezigen nog vragen stellen of hun opmerkingen formuleren.

www.museumdrguislain.be

 

 

Danse macabre met Mia Lingier

Brugs kerkhof, zaterdag 1 oktober 2011

De poëtische Danse Macabre was een alternatieve rondleiding op de centrale begraafplaats in Assebroek/Brugge.

Na een korte inleiding doorweven met enkele gedichten stapten wij langs diverse grafmonumenten. Hier en daar werd er even halt gehouden om een stukje poëzie te brengen, passend bij het grafteken.

Af en toe werd er duiding gegeven bij symboliek, bij de figuur of bij de grafsteen zelf.

Ook de oorsprong van de Danse Macabre werd kort uitgelegd. Wij bezochten enkel het 19°eeuwse gedeelte van de begraafplaats.

Stilte, ernst en humor horen bij het leven en bij de dood. Zo ook tijdens deze wandeling.

Na het bezoek trokken wij met een twintigtal deelnemers naar Brasserie Brugeosie waar de dorstigen gelaafd en de hongerigen gespijzigd werden.

 

Zie ook: Stedelijke begraafplaats Brugge

 

 

 

Literair salon "Amor in Roma" door Patrick Lateur

Bibliotheek Zedelgem, zondag 25 september 2011

Het is wachten tot aan de eerste eeuw voor Christus, een chaotische tijd in Rome, als de ‘poetae novi’ verschijnen, met Catullus als hun voornaamste vertegenwoordiger die zijn liefde voor de mooie Lesbia, de frivole echtgenote van de stadhouder Quintus Metellus, in zijn Carmina niet onder stoelen of banken kan steken, maar ook Lucretius, met het 4de boek van De Rerum Natura (Over de natuur der dingen), dat eindigt met een satirische schildering van de liefde in al haar verschijningsvormen, laat ons niet onbetuigd. Niet lang nadien schrijft Vergilius (geboren 70 voor Chr.) de eerste herdersliederen in navolging van de Griekse dichter Theocritos. Omnia vincit amor - Liefde overwint alles schrijft Vergilius in zijn 10de Ecloge. (‘Et nos et cedamus amori’ voegt hij er enigszins ironisch aan toe, laten wij er ons dan ook aan overgeven).

Daarna wordt de liefde in al zijn facetten nog bezongen door dichters als Horatius (Oden), Ovidius (Ars Armatoria, Metamorfosen), Martialis (Epigrammen), Juvenalis (Satiren) en vele anderen, en niet te vergeten, het anonieme Pervigilium Veneris (Venus' Nachtwake) uit de 3de eeuw, een lofzang op de als kosmische macht gedachte liefdesgodin.

Gedreven en erudiet liet Patrick Lateur ons kennis maken met de liefdespoëzie van de Romeinse oudheid. Een boeiende belevenis voor alle aanwezigen.

Zie ook: www.patricklateur.be

 

 

Literair salon "Proef eens een boek" door Jan Van Herreweghe

Bibliotheek Zedelgem, zondag 29 mei 2011

Het zou een experiment worden. Zo begon Jan Van Herreweghe zijn lezing. Dit experiment bestond erin dat hij het publiek (jammer genoeg slechts een twintigtal aanwezigen!) een auteur liet kiezen uit enkele door hem voorgestelde namen, Claus of Michiels enzovoort.

Op die manier kwamen we veel te weten over zowel Ivo Michiels als Hugo Claus. Niets dan lof voor zijn enthousiaste voordracht. Hoe hij zijn lievelingsschrijvers opzoekt, d.i. ze ter plaatse, in hun habitat gaat onderscheppen, zijn boeken laat signeren. Hoe hij ook de plaatsen beschreven in bepaalde romans met zijn fysieke aanwezigheid gaat vereren, ook de fictieve locaties die doorgaans geïnspireerd zijn op echt bestaande plaatsen. De plak- en verslagboeken die hij nadien van zijn literaire escapades samenstelt, mogen er best zijn.

En dat hij zo'n 150 à 180 boeken per jaar leest, fictie, non-fictie alles door elkaar. Dat zijn er dus wel twee per week! Daarin staat hij wel niet alleen, maar toch, wat een prestatie.

Een enthousiast die ook gedreven kan vertellen, die snel op dreef geraakt en nauwelijks te stoppen is. Laat hem maar eens alle boeken die hij met zich meesleurt bij dergelijke gelegenheden 'uitvertellen' en zien hoe ver hij raakt, dat zou pas een experiment zijn!

Zie ook: www.janbib.be

 

 

 

pARTcours 2011

Zaterdag & zondag, 7 & 8 mei 2011

 

Een foutloos pARTcours (met dank aan de weergoden, de kunstenaars, de organisatoren en het publiek). Inderdaad veel (schoon) volk op een uitgebreid pARTcours. Het Beleefde Genot was dubbelpresent: enkele van onze leden stelden tentoon in het pas gerestaureerde Ginterhuis: Dolf Naessens portretteerde met allure enkele dames met allure. . Op de eerste verdieping vonden wij Wilfried Vanmoortel in het spoor van Kandinsky, Rika Van Dycke toonde enkele prachtige tekeningen, Balder Goethals bewees zijn veelzijdigheid met een viertal sculpturen en Herman De Leye reisde in zestig tafereeltjes de of beter zijn wereld rond: Brugge, Parijs, Ze-delgem.

Helemaal boven, op de zolder, vertoefden we in de wolken met Carine Vankeirsbilck.

Voor het tweede luik kon men terecht in het gemeentehuis. Daar kon men navelstaren naar het werk van Bart Madou en de begonnen reis van Herman De Leye voortrzetten, ditmaal in kunstige foto's.

De tussenverdieping was helemaal ingepalmd met de doorkijkpanelen van o.a. Carine Vankeirsbilck, Bart Madou, Herman De Leye en Dolf Naessens. Iedereen die het wou kon zich in een originele “outfit” laten fotograferen.

We vonden er ook de fotografisch aangeklede gedichten van de poëzieroute en in de raadzaal draaide er non-stop een powerpointpresentatie met de gedichten van de route.

Tenslotte nog vermelden dat er op de vijver achter het gemeentehuis een romantische installatie van Bart Madou te zien was: 'Ach wist ik maar de weg terug, de mooie weg naar kinderland'.

 

Klik hier voor enkele sfeerbeelden.

 

 

 

Thomas Mann-lezing 2011

Zondag, 10 april 2011

 

De eerste Thomas Mann-lezing zal ongetwijfeld niet de laatste Thomas Mann-lezing zijn. Een mooie opkomst, ondanks het stralende zomerweer op deze lentedag. Maar ook een aantrekkelijk programma: Professor Johan Braeckman hield een zeer gewaardeerde lezing over Kritisch Denken, hoe we heldere ideeën en argumenten kunnen ontwikkelen. Aan de hand van sprekende voorbeelden en een ontluisterend filmfragment deed hij meer dan een uur lang zijn verhaal. Iedereen was enthousiast. Vooraleer Johan Braeckman aan het woord kwam, werd hij zeer degelijk en deskundig ingeleid door één van zijn ex-studenten, Saskia Ranson, die ook enkele kritische kanttekeningen maakte over Kritisch denken.

Na de lezing bleven de meeste deelnemers aan deze lezing nog geruime tijd nakaarten tijdens een receptie.

Zie ook: www.johanbraeckman.be

Klik hier voor enkele sfeerbeelden.

 

 

 

Uitstap naar Villeneuve d'Ascq en Rijsel

Zaterdag, 26 maart 2011

Onze eerste stopplaats was het LaM, het Lille Métropole Museum voor Moderne kunst, Hedendaagse kunst en Art brut in Villeneuve d’Assq.

Een korte wandeling door de beeldentuin met monumentale sculpturen van o.m. Picasso, Calder, Dodeigne bracht ons tot bij de ingang van het museum. Het museum werd gebouwd in 1983 door de architect Roland Simounet en in 2010 werd het door Manuelle Gautrand uitgebreid met 2.700 m².

Wij bezochten de vaste collecties van het pas heropende museum individueel met een audiogids.

Met meer dan 4.500 kunstwerken en 4.000 m² expositieruimte, is het LaM het enige museum in Europa waar de voornaamste componenten van de 20e en 21e-eeuwse kunst onder één dak te zien zijn: moderne kunst, hedendaagse kunst en art brut.

De collectie geniet internationale faam en omvat meesterwerken van Pablo Picasso, Amedeo Modigliani, Joan Miró, Georges Braque, Fernand Léger, Alexander Calder, naast de grootse collectie art brut in Frankrijk.

's Middags konden we met overgave genieten van een gevarieerd driegangenmenu in L’aRt Culin’R, het restaurant van het LaM.

Na de maaltijd spoorden wij met de volautomatische VAL (Véhicule Automatique Léger) naar hartje Rijsel waar wij met Bart Madou als gids een stadswandeling maakten, eerst even in het hedendaagse Rijsel, daarna langs de mooiste plekjes van de oude stad.

De wandeling werd besloten met een verfrissing op de Plâce du Théatre.

Bekijk hier enkele foto's van deze uitstap.

 

 

Literair salon "Raadsel en klaarte, vervoering en vuil" door Jeroen Messely

Gemeentehuis Loppem, zondag 27 februari 2011

Dankzij Jeroen Messely is de faalangst om moeilijke gedichten niet te begrijpen weggevallen. Hij leerde ons waaraan een goed vers te herkennen valt, wat hij uiteraard met enkele voorbeelden illustreerde. Voorts toonde hij hoe hedendaagse dichters zich niet laten afremmen door rijm, maar daarom niet minder rammelen met de voeten van hun lezers. Tot slot verdedigde hij de stelling dat je gedichten niet zomaar kan afdoen als hooggestemde producten van cultuur en beschaving, maar dat ze pal in het echte leven staan. In dit literair salon rekende Jeroen Messely voor eens en voor altijd af met alle vooroordelen die de nobele dichtkunst aankleven en maakte hij ons in één beweging door warm voor Tachtigers, Vijftigers, neo-realisten, post-modernisten enzovoort.

Een heerlijke lezing óver en een gloedvol pleidooi vóór poëzie.

 

Literair salon "Het gedicht als spiegel"

Gemeentehuis Loppem, zondag 30 januari 2011

Het jubileumjaar van Het Beleefde Genot werd glansrijk ingezet, en dit hadden wij in de eerste plaats te danken aan de gast van ons eerste Literair Salon: Lut de Block, begenadigd dichter en enthousiast poëzieliefhebster.

 

Op een bijzonder vlotte manier loodste zij ons in tien stellingen doorheen de betekenis en functies van de poëzie. Telkens werd dit keurig geïllustreerd met één of meer van haar gedichten.

 

Hoe dan ook een memorabele en interessante lezing waar alle aanwezigen zichtbaar van genoten hebben.

 

          foto: Marie-Claire Devos

^ boven ^

2010

 

Voorstelling "Als alle stenen zullen zijn samengebracht"

Huis De Lauden, zondag 12 december 2010

In het prachtige salon van Huis De Lauden, stelde Bart Madou zijn derde dichtbundel voor. "Als alle stenen zullen zijn samengebracht" bevat een zeventigtal gedichten uit de periode 1979-1984.
Vroege en tot nu toe niet gepubliceerde gedichten dus.
De bundel bestaat uit vier delen, uit elk deel droeg de dichter een tweetal gedichten voor, die hij tevens becommentarieerde.
Het geheel werd omkaderd met een eigenzinnige interpretatie van de Goldbergvariaties van Johann Sebastian Bach.
Bart Madou las ook fragmenten voor uit Contrapunt van Anna Enquist.

 

 

 

20ste literair salon: "Ironie in het werk van Kafka"

Gemeentehuis Loppem, zondag 5 december 2010

 

Kafka zag humor, niet alleen als een afweer tegen de pijn en angst die hij voelde vanwege de buitenwereld, maar ook tegen de pijn die hij op zich liet neerkomen.

Hij was een man die zijn woorden zeer zorgvuldig koos en humor spaarzaam gebruikte. Maar als Kafka humor gebruikte, gebruikte hij het om de gruwel van wat er gaande was in zijn wereld verder te benadrukken.

Professor Jacques De Visscher, filosoof, wees ons op de fijne ironie die in het proza van Kafka verborgen zat, maar ook in zijn dagboekaantekeningen kon hij bijzonder humoristisch uit de hoek komen. Als voorbeeld las Jacques De Visscher ons een fragment voor waarin Kafka één van zijn vrouwelijke medepassagiers in een trein beschreef.

Jacques De Visscher behandelde de ironie in de literatuur ook in breder cultureel-historisch perspectief. Tenslotte werd het korte verhaal van Franz Kafka 'Geef het op!" grondig geanalyseerd.

19de literair salon: "De vrouwen van Kafka"

Gemeentehuis Loppem, zondag 14 november 2010

 

Op de vraag wat liefde was, antwoordde Kafka ooit: “Liefde is alles  wat ons leven verdiept, verruimt en verrijkt”, een mooie gedachte, maar Kafka’s  houding ten opzichte van de liefde was gecompliceerd, ambivalent en tragisch.

Kafka besefte dat zijn liefdesleven een jammerlijke mislukking was. Wij weten ook hoe eenzaam hij was, ondanks de nabijheid van zijn familie, zijn vele vrienden en de vrouwen die hij liefhad.  Niemand was in staat hem vertroosting te brengen. En toch was het de vrouw van wie hij verlangend de bevrijding van dit afgrijselijke gevoel van isolement verwachtte. Maar de liefde was niet in staat om zijn eenzaamheid te overwinnen, terwijl zijn eenzaamheid te sterk was om in liefde te kunnen groeien.

Aan de hand van fragmenten uit zijn dagboeken en zijn brieven aan Felice Bauer en Milena Jesenska, schetste Bart Madou een beeld van de getormenteerde minnaar en schrijver.

 

18de literair salon: "Ik besta uit literatuur, ik ben niets anders en kan niets anders zijn"  door Roland Ranson

Gemeentehuis Loppem, 24 oktober 2010

Op 24 oktober heeft Roland Ranson, onder de titel "Ik besta uit literatuur, ik ben niets anders en kan niets anders zijn’ het leven en het werk van de Praagse, Duitstalige auteur Franz Kafka gesitueerd.

Tijdens deze eerste lezing over Franz Kafka was het vooral de bedoeling de toehoorder een soort van leidraad aan de hand te doen om de weg te vinden in het toch enigszins duistere en labyrintische werk van deze schrijver.

Na een spitse inleiding over de betekenissen van het woord "kafkaiaans of kafkaesk" gaf Roland Ranson een schetsmatig overzicht van Kafka's leven dat volledig in het teken stond, ja, beheerst werd door de literatuur. Tenslotte vond Roland nog net de tijd om via Das Urteil (Het vonnis) en Die Verwandlung (De Metamorfose / De Gedaanteverwisseling) zijn verhaal te illustreren.

Een zeer interessante uiteenzetting, de talrijk opgekomen aanwezigen konden dit volkomen beamen.

 

 

Op de sofa met... Dirk De Wachter: "Leven in tijden van Borderline"

't Lokaal, Veldegem, 10 oktober 2010

Op 10 oktober 2010 was  prof. Dirk De Wachter te gast in ‘t Lokaal in Veldegem.  

In zijn eigen bevlogen stijl loodste prof. Dirk De Wachter ons doorheen een wereld van Borderline. Hij begon met de vaststelling dat de marge mainstream is geworden. Dit werd geïllustreerd aan de hand van een tiental kenmerken van onze huidige maatschappij, waarbij het duidelijk was dat dit niet in de eerste plaats om psychische fenomenen ging, maar zeker ook om algemeen sociologische en cultuur-maatschappelijke verschijnselen. Het verschil tussen patiënt en de zogenaamde niet-patiënt (die volgens De Wachter evengoed een patiënt is, maar een patiënt die het nog niet weet) wordt dan wel heel miniem.

Deze kenmerken van de huidige Bordeline-maatschappij passeerden de revue en werden becommentarieerd en telkens geïllustreerd met rake uitspraken van Michel Houellebecq.

We sommen die kenmerken even op: verlatingsangst (met als voornaamste oorzaak de individualisering), instabiele en intense relaties (een ongelukkige erfenis uit de Romantiek), onaangepaste agressiebeheersing (in het verleden waren er de oorlogen om het geweld te kanaliseren), identiteitsstoornissen (de media dicteren onze identiteit), affectlabiliteit (wat de genotseconomie geen windeieren gelegd heeft), impulsiviteit (alles moet fast, short, new en kicking zijn), voorbijgaande, stress-gebonden paranoïde / dissociatiesymptomen (second life!), automutilatie en suicidaliteit (opgeschroefde lichaamscultuur), zinloosheid en leegte (het einde van de grote verhalen, waarbij De Wachter opmerkte dat er slechts één groot verhaal overeind is gebleven, namelijk het consumentisme).

De uiteenzetting werd positief besloten door te verwijzen naar het ethisch appel en ‘de kleine goedheid’ van Levinas,waarbij deze grote Frans-Joodse filosoof ook uitgebreid geciteerd werd.

Het was alvast een uiteenzetting die aan de ribben is blijven kleven.

 

 

 

17de literair salon: "Het barre land" van T.S. Eliot door Paul Claes

Bibliotheek Zedelgem, 19 september 2010

 

De superlatieven vanwege de aanwezigen  na afloop van de lezing ontbraken niet: dit was werkelijk het neusje van de zalm!

En inderdaad in een fraai geënsceneerde omgeving met de weliswaar wat monotone stem van T.S. Eliot zelf en met simultane projectie op twee schermen, één in het Engels, het andere met de vertaling van Paul Claes, was het boeiend luisteren naar de deskundige uitleg van vertaler en commentator Paul Claes. Na een bondige en puntige inleiding op het leven Van Eliot en Het Barre Land, werd vervolgens uit elk van de vijf delen een fragment gelicht, dat voorgelezen werd door Eliot en nadien door Paul Claes werd toegelicht en in de context van het geheel geplaatst werd. In het laatste kwartier onthulde de spreker ons de werkelijke sleutel van het gedicht, wat hij uiteraard illustreerde aan de hand van enkele fragmenten die aldus in bepaalde gevallen hun cryptisch karakter verloren.

Een ware openbaring, waarbij iedereen het roerend eens was: dat was zeer, maar dan ook zeer degelijk gebracht.

 

 

 

Uitstap naar Frans-Vlaanderen

Zondag, 22 augustus 2010

“Heureusement l’art n’est pas raisonnable”. Met deze titel stelde de Nederlander Mark Brusse zijn werk ten toon in het LAAC (Lieu d’Art et d’Action Contemporaine) het museum voor hedendaagse kunst in Duinkerke, maar de titel kon evengoed op de rest van de tentoongestelde werken slaan en niet in het minst op de installatie van Michel Laubu met zijn Turak Théâtre vol piepende, snerpende, zoemende en knarsende geluiden en dito lichteffecten.

Op 22 augustus trokken wij met Het Beleefde Genot naar het LAAC en van de gelegenheid maken wij ook gebruik om een wandeling naar en in de stad Duinkerke te maken en enkele andere, soms minder gekende plaatsen in de omgeving te bezoeken.

Zo reden wij na de middag naar Rubrouck, waar zich aan de Kleyne Naegel straete (sic) het huis van Guillaume de Rubrouck of Willem van Ruusbroeck bevindt. In 1253 bereikte Willem het Mongoolse hof, dus nog voor Marco Polo.

Nadat iedereen zijn toekomst had kunnen aflezen aan de hand van een Mongools bikkelspel, loodste de plaatselijke gids ons doorheen het kleine maar netjes ingerichte museum. Nadien konden wij even verpozen in een authentieke Yurt, die in de tuin van de het Café de la Mairie opgesteld stond.

 

Nog een kijkje in de Sint-Sylvesterkerk, een beschermde hallenkerk uit de 16de een18de eeuw en dan naar Bergues voor een wandeling op de vestingen van de volledig ommuurde stad. Tenslotte mocht iedereen genieten van een rijke en uitgebreide maaltijd in Bruegeliaanse sfeer in 'Le Bruegel'

 

 

Klik hier voor enkele foto's van de uitstap.

 

 

16de literair salon: "Federico Garcia Lorca" door Bart Vonck

Bibliotheek Zedelgem, 27 juni 2010

Op de laatste zondag van juni mochten wij genieten van een sterke en bijwijlen betoverende uiteenzetting over de Spaanse dichter Federico Garcia Lorca. Het was Bart Vonck, vertaler van het volledige poëtische werk van Lorca, die de aanwezigen anderhalf uur in de ban wist te houden.

Hij begon met een kanttekening over het vertalen waarbij hij enerzijds stelde dat het oorspronkelijke gedicht een nieuw gedicht moet worden in de doeltaal, maar, minstens even belangrijk, dat hij tegelijkertijd geprobeerd heeft de vreemdheid van Lorca’s taal in de doeltaal weer te geven.

Eerder dan een chronologisch doorlopen van leven en werk  van de dichter, koos hij onmiddellijk voor het uitdiepen en illustreren van een aantal typische facetten van Lorca’s poëzie. Zo wees hij op de vaak subtiele vermenging van traditie en vernieuwing en hoe Lorca Andalusische en persoonlijke symbolen tot een universele betekenis wist te verheffen.

Een openbaring was ook het feit dat Bart Vonck de veelvormigheid in Lorca beklemtoonde. Hij vatte het zo samen: ‘Lorca is een kruispunt van nog onbekende en te exploreren wegen. Alle wegen lopen er ten einde, alle wegen staan open voor een grenzeloze tocht’

 

 

Theatermonoloog "Reinaert de Vos" door Jacky Tummers

Loppem, 6 juni 2010

 

Dat Reinaert de Vos de hedendaagse mens blijft boeien, werd in deze monoloog van Jacky Tummers nogmaals fijntjes geïllustreerd.

In een eigentijdse hertaling die heel dicht bij het origineel stond vergastte Jacky Tummers de aanwezigen op een meer dan een uur durende voorstelling waarin  behalve Reinaert ook Bruun de Beer, Tybeert de Kater, koning Nobel en alle andere dieren van de fabel op een sprankelende wijze tot leven werden gebracht.

 

 

 

Voorstelling "Een stuk of wat" in Hamme

Hamme, 16 mei 2010

Een zondag aan de Durme, maar geen alledaagse zondag die 16de mei. Schoon volk voor de voorstelling van 'Een stuk of wat', een bloemlezing van gedichten die Staf de Wilde tussen 1973 en 2006 schreef.

Uiteraard horen tot dat soort evenementen de gebruikelijke toespraken. De heer Freddy Huylenbroeck, coördinator van galerij IdplusArt, verwelkomde de aanwezigen, waarna Roland Ranson, vriend van de dichter de laudatio uitsprak. Dit werd gevolgd door voordracht uit 'Een stuk of wat' door Sabine Luypaert, Jan Van Hove en Erik De Corte.

Behalve de voorstelling van de bundel was er ook de vernissage van de tentoonstelling van Rika Van Dycke. In twee zalen was er werk van haar geëxposeerd. Freddy Huylenbroeck vergastte ons op mooie, diepzinnige toespraak over de beeldende kunst.

Klik hier voor enkele foto's van de voorstelling.

 

 

Deelname aan pARTcours 2010 te Veldegem

Veldegem, 8 en 9 mei 2010

Tijdens het weekend van Moederdag stelden 9 kunstenaars van Het Beleefde Genot ten toon in het 't Lokaal van Veldegem.

Ondanks het wat gure weer kwam er op deze editie van pARTcours heel wat volk opdagen. De officiële inwandeling van het pARTcours  op  vrijdagavond 7 mei bleek een goede formule en is voor herhaling vatbaar.

De volgende leden van Het Beleefde Genot namen als kunstenaar deel aan de tentoonstelling. Carine Vankeirsbilck (Veldegem, schilderij en installatie), Rika Van Dycke (Zedelgem, zeefdrukken en tekeningen), Vera Cuvelier (Loppem, aquarellen), Alidor De Volder (Veldegem, schilderijen, beeldhouwwerk en kalligrafie in steen), Balder Goethals (Zedelgem, tekeningen en beeldhouwwerk), Bart Madou (installaties), Dolf Naessens (Zedelgem, schilderijen), Herman De Leye (Zedelgem, schilderijen), Wilfried Van Moortel (Zedelgem, schilderijen).

 

Maak via deze link kennis met deze kunstenaars en hun werken.

Een impressie van deze happening kan je hier bekijken

 

Een Ander Waar-nemen

't Lokaal Veldegem, 23 april 2010

Een mooi publiek voor een mooie voorstelling over psychose: een ander waar-nemen, een titel met drie, zelfs vier bodems. Riet Depoorter (OLV-kliniek Sint-Michiels) praatte de voorstelling aan elkaar, Bea De Rouck (OLV-kliniek Sint-Michiels) vertelde over familieleden van psychosepatiënten, Katrien Van Zeir bracht het verhaal van Max en zong verschillende liederen, Kries Roose las gedichten van patiënten voor, kroop in de rol van Max en zong samen met Katrien. Tussendoor werden ook tekeningen en schilderijen van patiënten geprojecteerd.

Er was ook een kleine tentoonstelling te zien van enkele tekeningen gemaakt door kinderen met psychische problemen.

Klik hier voor een sfeerbeeld.

 

Frida Kahlo y su mundo en kunstencentrum Wiels

Uitstap Brussel, 10 april 2010

 

Zonnig maar eerder fris, zo was het zaterdag 10 april om 9.30 u op het perron van het station van Brugge. Vijftien cultuurliefhebbers waren op post. Onze eerste halte was de tentoonstelling 'Frida Kahlo y su mundo', waarin naast 18 schilderijen van deze Mexicaanse kunstenares ook een mooie presentatie van haar dagboeken en foto's uit haar leven te beleven viel. Ook de inkleding was bijzonder geslaagd, reuzengrote spiegels op dragers geïnspireerd op het houten frame dat Kahlo gebuikte om in bed te schilderen tijdens haar laatste levensjaren.

Met trein en tram trokken wij daarna naar het centrum van hedendaagse kunst WIELS, eerst werd de innerlijke mens versterkt in Kamilou, de cafetaria van Wiels. Een nogal chaotische bedoening. Eindelijk verscheen ook de gids, en het dient gezegd, zij kon ons enthousiasmeren voor de installaties van Felix Gonzalez-Torres zoals ze  door Danh Vo opgesteld waren.

Tenslotte was er ter afsluiting een drankje in het Zuidstation en nog geen tien uur na ons vertrekken waren wij in Brugge.

 

Voor enkele impressies van de uitstap, kan je deze link aanklikken.

 

Op de sofa met... Bea De Rouck

't Lokaal Veldegem, 14 maart 2010

Psychose beter begrijpen

 

Heel wat mensen schoven aan op de sofa bij Bea De Rouck. Achteraf bleek iedereen heel tevreden

Haar betoog was dan ook mooi gestructureerd, getuigde van een gefundeerd inzicht met af en toe een gepast en verhelderend voorbeeld uit de (haar) praktijk. Heel fijn dat zij de toehoorders een welgemeende empathie voor mensen met psychotische stoornissen aanpraatte.

Zij besloot haar lezing met een passende verwijzing naar Levinas en zijn appel aan onze verantwoordelijkheid naar de Ander toe.

 

Voor enkele foto's van de lezing klik hier

 

15de literair salon: "Een winter op Mallorca: George Sand en Frédéric Chopin" door Bart Madou

Gemeentehuis Loppem, 7 maart 2010

2010 is een Chopinjaar. De Frans-Poolse componist en pianist werd 200 jaar geleden geboren. In 1936 ontmoette de timide Chopin in Parijs de zes jaar oudere vrijgevochten schrijfster George Sand. De winter van 1838/39 brachten ze samen door op het eiland Mallorca. Het verblijf van George Sand en Frédéric Chopin op Mallorca was bedoeld om Chopin er bovenop te helpen, maar zijn gezondheid verslechterde met de dag. Drie doktoren verschenen aan zijn ziekbed, zoals Chopin later zou memoreren: “De eerste zei dat ik stervende was, volgens de tweede blies ik mijn laatste adem uit en de derde dacht dat ik al dood was.” Halsoverkop vertrok het stel van Mallorca naar Marseille, waar ze maandenlang moesten bijkomen – Chopin had onderweg een longbloeding gekregen en Sand kreeg door de vochtigheid last van reuma. Desondanks doopte Sand haar pen in gif en zette ze haar Mallorcaanse winterdepressie op papier in "Een winter op Mallorca". Maar wat kwamen die twee daar in ’s hemelsnaam zoeken? Vooraleer hierop in te gaan trachtte Bart Madou eerst een andere vraag te beantwoorden: namelijk, wat vonden die twee eigenlijk in elkaar? Hoe is het zo ver gekomen dat twee zo tegengestelde naturen als Sand en Chopin elkaars geliefden werden? En wie was die onconventionele George Sand eigenlijk? En wie was de frêle Frédéric Chopin?

Voor enkele foto's van dit literair salon klik hier

 

Conversation anglaise

La Piscine Roubaix 20 februari 2010

Winterkoud, maar stralende zon. Met vier auto's trokken wij die zaterdag naar Le Nord. Eerste stop was la Fondation Septentrion in Marcq-en-Baroeul. Waar een mooie, ietwat zompige wandeling ons leidde langs enkele beelden en beeldengroepen. Bij elk kunstwerk werd er halt gehouden en om wat in de sfeer te komen, las Bart telkens enkele paragrafen uit het schrijversdagboek van Virginia Woolf. Nog een kort bezoek aan de ateliers des artisans en een kaneelhete rode wijn in het Pavillon, en dan naar La Piscine te Roubaix.

Veel volk op het voorlaatste weekend van de tentoonstelling rond de Bloomsburyroep. Daarna hadden we nog een dik uur de tijd om de rest van de Piscine te bezichtigen. Van daaruit trokken we te voet naar La (Parenthèse, een leuk restaurantje waar we konden genieten van een heel verzorgd driegangenmenu.

Voor enkele foto's, klik hier.

 

Bipolaire stoornissen, een documentaire met nabespreking

CM Zedelgem, 18 februari 2010

Diederik Thuyn, vormingsmedewerker en regiocoördinator voor Oost- en West-Vlaanderen moest in extremis de zieke Elke De Groote vervangen.

Na een confronterende documentaire over bipolaire stoornissen leidde Diederik een zeer geanimeerde groepsdiscussie.

Zijn inzicht en zijn enthousiasme werd door de ruim dertig aanwezigen zeer gewaardeerd.

Voorstelling verzameld werk Bernard Billiet

Bibliotheek Daniël Coens, Sijsele-Damme, 31 januari 2010

Tussen de fijne wijzers weggegleden

Wie Bernard gekend heeft zal instemmen met het beeld van een introverte,

ernstige, vriendelijke en geëngageerde persoonlijkheid.

Hij was een melancholicus van de tederste soort, getuige het pseudoniem ‘Bernard Lancho’,

dat hij gebruikte bij zijn eerste bundel, ’Blauw’ uit 1977.

Hij behoorde ook tot de zeldzame adepten van het Europese humanisme,

een taal die in deze eeuw nog nauwelijks gesproken wordt.

Europa was voor hem een ethisch ideaal. 

Waarheid en schoonheid hebben hem steeds geboeid, iets wat we ook merken,

of beter nog: onderhuids voelen in zijn twee volgende bundels

“Waaklicht” uit 1982 en ”Dag Nacht” uit 1989.

Zijn laatste bundel was zo goed als af. 

Tot in de laatste maanden van zijn leven heeft hij er nog aan gewerkt, een definitieve titel had hij nog niet. 

Als “Verse schelpjes” werden deze gedichten nu opgenomen in zijn Verzameld werk,

dat wij de toepasselijke titel “Tussen de fijne wijzers weggegleden” gegeven hebben,

de allerlaatste regel van zijn allerlaatste gedicht.

 

Op de sofa met... Cathy Van Gorp

Gemeentehuis Loppem, 24 januari 2010

Psychisch onderuit gaan, een taboe?

Een uitdagende kijk op de grens tussen normaal en abnormaal

Zot, gek, gestoord,… Met één woord denken we iets te kunnen vatten.

Het tegendeel is waar. Zeker als het gaat over de menselijke binnenkant. De mens die psychisch onderuit gaat, boezemt ons vaak angst in. We kennen hem niet, we begrijpen hem niet, hij staat ver van ons bed.

Misschien houdt hij ons (en onze maatschappij) wel een spiegel voor... Slechts in de ontmoeting van onze medemens als mens, niet als gelabelde psychiatrische patiënt, wordt de afstand tot vreemde, on(be)grijpbare gevoelens en gedachten bijzonder klein, krijgt angst een gezicht, gaat een taboe wankelen.

Aan de hand van fragmenten uit haar boek “Ik was gestoord” nam Cathy Van Gorp ons mee op een kronkelige weg doorheen de binnenkant van mensen die ooit het etiket ‘psychisch gestoord’ kregen. Wij ontdekten mensen die op ons gelijken. We ontdekten de kracht die schuilgaat achter een gekwetste façade.

 

Wij verwijzen ook graag naar de website van Inghelburch: www.inghelburch.be

(voor meer info over het boek van Cathy Van Gorp www.inghelburch.be/boek.htm)

 

^ boven ^

2009

14de literair salon: "Straffe Verhalen" door Kris Kowlier

Gemeentehuis Loppem, 6 december 2009

Het weer was er wel naar, winderig, nat, bar. Toch boden zich vele verhalenliefhebbers aan om te komen luisteren naar drie ‘straffe’ verhalen van Kris Kwolier, en straf waren ze!

De bende van het moordenaarsbos joeg ons de stuipen op het lijf, gelukkig was Felix met zijn draailier (of moeten we zeggen schietlier?) het hele zootje te snel af, in Baliebrugge zullen ze er nog lang over praten.

Het tweede verhaal was wel echt gebeurd, tenminste dat beweerde Kris, het bleek een hommage te zijn aan Fred Germonprez, de enige (echte) West-Vlaamse dichter van wie een gedicht gepubliceerd is in Komrij’s 'De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten’.

Tenslotte vergastte meester-verteller Kowlier ons op de ongelofelijke avonturen van een boer uit Wervik en zijn gewiekste vrouw en hoe zij in een kleed van pluimen de duivel zelve verschalkte.

Een bijzonder geslaagde vertelzondagvoormiddag!

 

Cultuursalon: "Zwoele erotiek of lege stilte" Dante Gabriel Rossetti, door Bart Madou

CM Zedelgem, 12 november 2009

Dante Gabriel Rossetti (1828-1882) weigerde om nog te exposeren na een eerste mislukte tentoonstelling. Vandaar dat zijn werk tijdens zijn leven slechts in heel beperkte kring bekend was. Zijn bohemienleven in Chelsea, waar hij na de dood van zijn vrouw Lizzie Sidal woonde met o.m. de dichters Algernon Charles Swinburne en George Meredith, droeg in grote mate bij tot de mythe van de gefolterde creatieve kunstenaar. Pas na zijn dood werd hij bekend en gewaardeerd, mede dank zij zijn broer, William Michael en zijn jongere collega-schilder Edward Burne-Jones. Op het continent is het vooral Fernand Khnopff geweest die voor de bekendheid van Rossetti en zijn kring gezorgd heeft.

Gedurende anderhalf uur introduceerde Bart Madou een geïnteresseerd publiek in het leven en het werk van Dante Gabriel Rossetti. Maar hij besteedde ook veel aandacht aan de Rossetti Circle en de Holland Circle, met schilders als Sandys, Solomon, Leighton en Watts.

Rogier van der Weyden

Uitstap Leuven, 24 oktober 2009

Zaterdag 24 oktober 2009 om 8 u. 58 zomertijd spoorden 26 cultuurfanaten onder auspiciën van HBG naar het mysterieuze M in de parel van Vlaams-Brabant. Ook dit keer – alweer dus – vond de NMBS een dwangpassage via Denderleeuw nodig en noodzakelijk. Niet alleen op financieel gebied verkeert het land blijkbaar in crisis.

Toen we uiteindelijk in Leuven (Vlaams!) toekwamen ging het rechtstreeks naar M. Ach ja, M staat voor, u weet ook dat Leuvenaren geen simpele zielen zijn, MUSEUM. En in dat prachtige M, een imposant gebouw van Stéphane Beel, een beetje uitdagend verscholen achter klassieke zuilen met dito fronton, gingen we op zoek naar de figuur en vooral het werk van ene Rogier de le Pasture, wegens Leuven Vlaams! van der Weyden genoemd.

Daar in dit heel nieuwe gebouw de vestiaires nog in de steigers stonden konden we met een matige vertraging aan onze exploratie beginnen.

Onder de leiding van een enthousiaste en zeer beslagen gids (v.) maakten we kennis met de wereldlijke en geestelijke schilderkunst van een o zo ‘mede’-lijdende van der Weyden. Dat een dergelijke kunstenaar in de kunstgeschiedenis het epitheton “primitief” opgekleefd krijgt, zal wel een eeuwige vloek zijn en blijven.

In een niet zo kort bestek werden we geconfronteerd met alle bekende heiligen uit het NT, in meestal helle, maar diepe en frisse kleuren. Madonna met kind, Pieta, Maria Magdalena verdiept in ernstige lectuur, een heuse videoreconstructie van een kruisafneming (oorspronkelijk werk in het Prado, Madrid) zelfs een graflegging, het werd allemaal ons deel. We trokken grote ogen en herinnerden ons onze jeugd, toen meneer pastoor nog verhaaltjes vertelde.

Om 13 u. werden we verwacht in het statige herenhuis, voormalige woning van Gaston Eyskens, 20ste –eeuwse prof, politicus en vader. Dat dit huis nu onder de naam De Adellijke Belofte, omgetoverd is tot een restaurant kon ons alleen maar plezieren. Er werd van een verfijnd middagmaal genoten zodat we de tweede fase van onze ontdekkingstocht fris en monter konden aanvatten.

Onder de leiding van een stadsgids (v.) werd een wandeling doorheen de Dijlestad aangevat. Ze had voor ons het stille en tot studie uitnodigende Leuven uitgekozen. Het Leuven met zijn vele colleges, parken en faculteiten, haast verborgen voor de buitenstaander. Als kers op de (suiker)taart bewonderden we met open mond de universiteitsbibliotheek die in de late jaren twintig van de vorige eeuw, vooral onder auspiciën van de Amerikanen in prachtige kitsch werd (her)opgebouwd. (De oorspronkelijke universiteitsbibliotheek werd door de Duitsers in 1914 platgebrand.). Als tegengewicht had Jan Fabre er tegenover gelukkig een reuzenscarabee op een reuzennaald tegen de hemel geprikt.

Nadat we met een applaus afscheid hadden genomen van onze gids (v.) gingen we nog wat nakaarten bij een stevig glas in een bruin café.

Toen ging het naar het station, een ellenlange trein in, die in Brussel-Centraal werd gekaapt door een uitzinnige horde I love techno-fans.

Uiteindelijk kwamen we – moe maar tevreden en niet zonder dwangpassage langs Denderleeuw – omstreeks 21.00 u. in Brugge toe.

Het uur winst door overschakeling op wintertijd hadden we nog niet gehad, maar we waren het ondertussen wel door de goede diensten van de NMBS alweer grotendeels kwijt. (rra)

 

 

Op de sofa met... Marc Calmeyn

Gemeentehuis Loppem, 11 oktober 2009

Psychiater en psychotherapeut Marc Calmeyn vergastte een aandachtig publiek op een boeiende en verrijkende lezing over depressie. Wat is een (echte) depressie? En helpen therapieën wel?

Wij laten hem even zelf aan het woord:

"Depressie is een wereldwijd fenomeen, zowel in tijd als ruimte. De geschiedenis van de stemming en zijn pathologie in het Westen is een rijk geschakeerd palet waarvan de wortels tot in de Grieks-Romeinse tijd teruggaan. Recent grootschalig Europees sociologisch onderzoek toont voor België aan dat depressie hoog scoort in de frequentie van mentale stoornissen. Tegen 2020 wordt verwacht dat depressie de tweede belangrijkste oorzaak van ziektelast in de wereld zal zijn.

Ook in deze postmoderne tijd lijken in het begrip depressie heel wat verschillende betekenissen en inhouden bijeen gesprokkeld te worden. Op de duur ziet men door de bomen het bos niet meer. Ook al door de grote impact op de bevolking en het individu stelt zich de vraag meer en meer: wat is in feite essentieel depressief-zijn?

Inderdaad, wat is nu in feite een depressie? Is het mogelijk om de kern van het depressief-zijn te omschrijven?

De voordracht verwijst naar een denkkader dat het mogelijk maakt om de essentie van het depressief zijn af te lijnen.

Dit theoretisch ‘raster’ is dat van de antropopsychiatrie.

Depressie treft immers wezenlijk en heel diepgaand de mens. In tegenstelling tot wat vroeger gedacht werd, gaat het niet om een voorbijgaande en lichte aandoening. De depressieve persoon is geraakt in zijn levensgrond.

Het is niet zonder belang dat een recent standaardwerk over theorie, onderzoek en behandeling van depressie de antropopsychiatrische inzichten zowel bevestigt als verfijnt.

Dit belangwekkende werk is tot stand gekomen onder redactie van Jozef Corveleyn, Patrick Luyten, Sidney J. Blatt onder de titel: ‘The Theory and Treatment of Depression. Towards a Dynamic Interactionism Model’. (Leuven University Press, 2005).

Ook zij stellen vanuit nieuwe research vast dat er een elkaar beïnvloedende relatie tussen biologische en psychologische factoren vast.

Dit is allerbelangrijkst voor de behandeling: medicatie én gespreksbegeleiding zijn beide evenwaardig en even nodig.

Uit dit alles blijkt dat depressie in de echte zin van het woord kan (h)erkend worden waardoor een gepaste behandeling (medicatie en gesprekken) beschikbaar is voor de depressieve persoon die lijdt.

Een dichteres als Vasalis kan veel beter dan welke wetenschapper ook verwoorden wat dit (ondraaglijke) lijden inhoudt…

 

En ik weet niet wat mijn eigenlijke wetten zijn,
ik zoek een ver, onmenselijk en zeker teken

uit deze wildernis van pijn
en zelve ben ik te verward, te warm, te klein.

 

(M. Vasalis  Gedichten – De vogel Phoenix (1947),  p.54) "

13de literair salon: "Van toen en thuis" door Staf de Wilde

Gemeentehuis Loppem, 20 september 2009

Staf de Wilde (° Hamme-Durme 22 februari 1948) studeerde voor onderwijzer en later Germaanse filologie en gaf ruim dertig jaar les als leraar Nederlands in de derde graad van het secundair onderwijs in Brugge; overvalt Vlaamse kranten en weekbladen, en ministers met mails over allerlei onderwerpen, in het bijzonder het onderwijs, de bevordering van de poëzie, het sociale beleid,  migratie, de ‘kwaliteit’ van de visuele media en de strijd tegen extreemrechts etc.

Ook op allerlei blogs te lezen, in het bijzonder de eigen blog bij Skynet.

De Morgen  sprak in een interview van ‘de ongekroonde koning van de Vlaamse brievenschrijvers’ en het was niet eens ironisch bedoeld.

 

 

mater et magistra

 

de zee is gelukkig. ze valt aan land

en loopt in eigen schoot terug. ongebroken.

zij werft niet en geen weigering kan haar verstoren.

 

de zee is gezond. zij weet van bewegen

het lenig en menigvuldig vertoon,

het enkelvoudig bestaan en evenwicht.

 

de zee is heel soepel. de maan heft haar

en legt haar op een muziek van meeuwen en mist.

de vezels, verzinsels der volledigheid

zijn haar louter water en zout.

 

ik ben licht, zegt ze, het luchtigste zand

kan mij dragen. zij draagt het zaad van alle

zwarigheid in d’r losse meisjesharen.

 

kom, zingt ze, zwel en ik zal je verzwelgen.

kom, zingt ze en wiegt, en wacht.

 

Cultuursalon: "Sweet life, sweet and sour, sweet and bitter" Ed Van der Elsken, door Sofie Crabbé

Gemeentehuis Loppem, 6 september 2009

Sofie Crabbé  is een jonge kunsthistorica. In 2008 behaalde ze haar Master in de Kunstwetenschappen (UGent). Het voorbije  academiejaar volgde ze een master Photographic Studies aan de universiteit in Leiden. Zij was onze gast op het eerste cultuursalon van het najaar en zij had het over een merkwaardig fotoboek van een al even merkwaardige fotograaf: ‘Sweet life’ van de Nederlander Ed van der Elsken (1925-1990).

Tijdens haar lezing ging zij dieper in op het productie- en publicatieproces van het fotoboek Sweet Life, dat naar aanleiding van een wereldreis van Ed van der Elsken, in 1966 werd gepubliceerd.

Hij werkte anderhalf jaar aan de productie. Het resultaat werd een positieve en hartverwarmende fotoreportage met een volstrekt andere invalshoek dan zijn eerste fotoboek. Er werd stilgestaan bij het diepdrukprocédé dat een heel dramatische dimensie aan het boek gaf. Ed van der Elsken beschouwt zijn boek Sweet Life als één van zijn belangrijkste boeken, zijn weduwe Anneke Hilhorst en heel wat fotohistorici en -critici beschouwen het boek als zijn meesterwerk.

Aan de hand van uitgebreid fotomateriaal nam Sofie Crabbé ons gepassioneerd mee in de momentopnamen van Ed van der Elsken: een fotografisch realist, een gevoelig mensenkenner, een ervaren levensgenieter, maar vooral een groot en geëngageerd kunstenaar.

12de literair salon: "Woorden-schat" door Jo Berten

Bibliotheek Zedelgem, 14 juni 2009

In den beginne was het Woord, en het heeft een goed uur onder ons gewoond in de persoon van Jo Berten. Met zijn sprankelend taalgebruik wist hij de vele aanwezigen te boeien. Geen pleidooi voor het gebruik van het dialect, wel voor  het behoud ervan. De standaardtaal is een bloem, waarvan het dialect de wortels zijn.

Vele woorden komen trouwens uit de volkstaal. Een irritatie ook bij al die vreemde namen die bij nieuwe handelszaken opdoemen: the Body shop, Art Framing, Paintfactory, Oil & Vinegar, terwijl er ook prachtige vondsten mogelijk zijn in de eigen taal. Wat denkt u van de Beweegreden voor een kinesistenpraktijk of de Hoofdzaak voor een kapsalon?

Jo Berten had het ook over die heerlijke vergissing van God toen hij de hoogmoedige Babelbouwers strafte door hun spraak te verwarren.

Zo heeft de wederzijdse taalbevruchting voor heel wat nieuwe woorden gezorgd, intussen probleemloos als eigen taal erkend: schermutseling, karaf, mus, pyjama, pomp… allemaal stammen die woorden uit andere talen, maar ook Nederlandse woorden vonden hun weg naar andere talen: apartheid, fauteuil (vouwstoel), boulevard (bolwerk), mannequin (manneke), brandy (brandewijn), deck (dek) enz.

Ook even stilgestaan bij woorden die teruggaan naar de oorsprong (Latijn, Grieks) zoals bij de Romaanse talen tegenover talen die dat niet doen (Germaanse talen). Schijnheilig versus hypocrite, woordenboek versus dictionnaire.

Voor etymologie was er te weinig tijd, toch kregen we nog mee dat controleren van contre rouler komt, ontstaan uit een oud gebruik om facturen aan elkaar te kleven en op te rollen.

 

Uitstap Doornik

Doornik, 17 mei 2009

Op zondag 17 mei bezochten wij met een twaalftal culturo's de vestingstad Doornik. Na een visuele kannonade met Le couloir du Temps waarin de geschiedkundige evolutie van de stad samengevat werd, trokken we meteen naar L'écurie d'Ennetières voor een smakelijke en uitgebreide maaltijd. Eerste halte in de namiddag was het Museum voor Schone Kunsten, een verwezenlijking van Victor Horta. Vooral de monumentale schilderijen, helemaal in de lijn van Antoine Wiertz, van de Doornikse romantische schilder Louis Gallait sprongen in het oog. In het Musée de la Tapisserie werden we zowaar getrakteerd op een 'smaakinstallatie' van een plaatselijke kunstenares, in het museum zelf konden wij enkele mooie stukken uit de XVe eeuw bewonderen, maar ook een tentoonstelling van hedendaagse tapijten bezoeken. Vandaar ging het naar de Onze-Lieve-Vrouw kathedraal met een bezoek aan de beroemde Trésor. We besloten het informatief gedeelte met een wandeling vanaf de Grand-Place, helemaal in kermissfeer, langs omwallingen en door oude straten. Tenslotte bereikten we vermoeid Café Central, waar onze dorst dubbel gelest werd. Klik hier voor enkele foto's.

 

Lezing Nakba: etnocide/memoricide door Bart Madou

Gemeentehuis Loppem,  4 mei 2009

Ter gelegenheid van zijn installatie rond de Nakba, gaf Bart Madou een avondlezing over de etnische zuivering van de Palestijnen door de Joden in 1948.

Deelname aan pARTcours 2009 te Loppem

Loppem, 30 april t.e.m. 3 mei 2009

Gedurende 4 dagen stelden 8 kunstenaars van Het Beleefde Genot ten toon in het gemeentehuis van Loppem.

Uitstap Gent: bezoek aan de Vlaamse wandtapijten & Spel van de waanzin

Gent, 7 maart 2009

Op zaterdag 7 maart trokken wij met twintig enthousiastelingen richting Gent. We mochten er genieten van twee prachtige tentoonstellingen.

Neem daarbij twee voortreffelijke gidsen, een regenloze dag, een rustige wandeling naar Lunchcafé Walry, een smakelijke maaltijd en een verfrissend gezelschap...

Meer moet dat niet zijn? Wel, neen, maar het smaakt wel naar meer van hetzelfde. 

11 de literair salon: "Een zacht lawijd" Roland Ranson over Richard Minne

Gemeentehuis Loppem, 1 maart 2009

Met Roland Ranson gingen wij op zoek naar misschien wel de beste Vlaamse dichter uit het interbellum, wij gingen op zoek naar die Minne, naar die rabauw, vrijschutter, politicus zonder partij, revolutionair zonder systeem, moralist zonder geloof, zeer menselijke mens.

En wij vonden... zeer gevoelige poëzie, pareltjes, maar ook ironische gedichten, die vaak neigden naar een onbedekt sarcasme. Overgeleverde teksten met soms pijnlijke bekentenissen, de moeizame totstandkoming van een bundel.

Hoe zegt men dat ook weer. De afwezigen hadden weer eens groot ongelijk (en dat is niet sarcastisch bedoeld, alhoewel...)

 

Poëtisch-muzikale voorstelling "Met de mantel der liefde?" met Lieve Blondelle & Kries Roose

Bibliotheek Zedelgem, 28 januari 2009

Voor een zestigtal toehoorders droeg Lieve Blondelle gedichten voor over tijd, eerlijkheid, geluk en liefde.

Herman De Coninck, Wislawa Szymborska, Adriaan Moriën, Paul Van Ostaijen, Kahlil Gibran en vele anderen.

Tussendoor zong zij liederen o.m. op teksten van Silent Lotus.

Kries Roose zorgde voor sfeervolle achtergrondmuziek en begeleidde haar op gitaar.

 

De dag nadien las Het Beleefde Genot gedichten voor aan de bezoekars van de bibliotheek, dit ter gelegenheid van Gedichtendag, er was ook doorlopend een powerpoint-presentatie van de voorgelezen gedichten.

 

^ boven ^

2008

Voorstelling MARMERLUCHTEN van Bart Madou

Gemeentehuis Loppem, 13 december 2008

Zaterdag 13 december stelde Bart Madou zijn roman Marmerluchten aan een 60-tal literatuurliefhebbers voor. Hoewel de  roman al in 2002 klaar was, bracht de schrijver pas nu de roman naar buiten. Hij vertelde hoe alles eerder toevallig begon op een vroege ochtend op 3 september 1997. Hij wees ook op de belangrijkste kenmerken van het boek: enerzijds de zeer talrijke verwijzingen naar aspecten uit de Europese cultuur(geschiedenis) en anderzijds de voortdurende aanwezigheid van de muziek.

De roman speelt zich af op het einde van de XXe eeuw maar 'zakt' geleidelijk aan weg in de XVIIe eeuw, meer bepaald het jaar 1641. Daar ontmoeten wij dan de schilders Artemisia Gentileschi en Bernardo Strozzi en de Venetiaanse componiste Barbara Strozzi.

Aan de eigenlijke voorstelling ding de film 'Artemisia' van Agnès Merlet vooraf, nadien was er een receptie aangeboden door de Gemeente Zedelgem en Het Beleefde genot.

Tijdens de rest van de avond stond de auteur ter beschikking om zijn roman te signeren.

10 de literair salon: HULDIGING GASTON DURNEZ, 80 JAAR !

Bibliotheek Zedelgem, 7 december 2008

Een gevulde zaal met bijzonder geïnteresseerde toehoorders. "Een goed en plezierig publiek", zoals Gaston Durnez het nadien formuleerde. De huldiging werd ingezet met een toespraak van Arnold Naessens, schepen van cultuur van Zedelgem, daarna sprak Bart Madou de laudatio uit. De gevierde mocht dan enkele geschenken in ontvangst nemen vanwege het Gemeentebestuur van Zedelgem, vanwege de bibliotheek van Zedelgem en vanwege Het Beleefde Genot.

De hoofdbrok bestond evenwel uit een uitgebreid interview. Roland Ranson had een aantal vragen in petto en speelde puntig in op de spontane en vaak 'geestige' antwoorden van de schrijver.

Nadien was er nog een receptie. Velen maakten van de gelegenheid gebruik om boeken van Gaston Durnez door de auteur te laten signeren.

Zijn 'Tot ziens hoop ik' bij het afscheid klonk oprecht en daarmee vertolkte Gaston Durnez ook onze gevoelens.

Ad multos annos, Gaston!

Hier vindt u een sfeerbeeld van dit salon.

ROLAND RANSON OVER THOMAS MANN

Boekencafé INzicht inZICHT, Brugge 20 november 2008

Opnieuw schitterde Roland Ranson met zijn lezing over Thomas Mann, ditmaal voor een aandachtig en zeer geïnteresseerd voornamelijk Brugs publiek.

In een aangename en intieme sfeer mocht hij zijn verhaal brengen over deze oer-Duitse "Dichter", telg uit een merkwaardige familie uit Lübeck.

De reacties achteraf waren dan ook heel lovend.

 

 

Retrospectieve Federico Fellini

CM Zedelgem 2, 16 en 30 oktober 2008

 

Op donderdagavonden werden drie films van Fellini vertoond en van commentaar voorzien: La Strada, Otto e mezzo en Giulietta degli Spiriti

 

Cultuursalon: MIREILLE MADOU OVER DE CAMINO DE SANTIAGO

Gemeentehuis Loppem 28 september 2008

De bedevaart naar het graf van de apostel Jakobus in Galicië behoort tot de oudste Europese tradities en verloopt sinds eeuwen langs welbepaalde wegen. Tot op vandaag blijven pelgrims de weg naar het Westen gaan. Velen van de hedendaagse pelgrims beleven de Camino als een cultuurhistorische ervaring, een piekervaring in hun leven die hen emotioneel raakt. Onderweg willen zij veel zien, veel leren en veel genieten van het overweldigende aantal kunstwerken dat nog bewaard is gebleven. Maar wanneer en hoe is die bedevaart ontstaan? En wie waren dat, die pelgrims? En wie was de heilige Jakobus?

Mireille Madou, auteur van verscheidene boeken over de Camino de Santiago en Sint Jakobus serveerde een driegangenmenu: na het ontstaan van de Camino, had zij het over de pelgrims: wie waren en wie zijn zij? Tenslotte werd zowel de historische als de legendarische Heilige Jacobus belicht. Zij illustreerde haar lezing met reproducties van prachtige en vaak onbekende kunstwerken.

> Hier vindt u een sfeerbeeld van dit cultuursalon

 

9de literair salon: JAN VANDEKERCKHOVE OVER LORENZO DA PONTE

Gemeentehuis Loppem 7 september 2008

In een eerste deel schetste Jan Vandekerckhove de levensgeschiedenis van Lorenzo Da Ponte. Hij deed dat via enkele passages uit zijn Memorie, zijn Herinneringen. Hierbij hoorden wij ook enkele fragmenten uit Il ricco d’un giorno van Salieri en uit Don Giovanni van Mozart. In het tweede deel kreeg de plaats van de librettist bij een opera de nodige aandacht. Er werd aangetoond hoe de geestverwantschap tussen Mozart en Da Ponte geleid heeft tot een perfecte balans tussen tekst en muziek, toch eerder een zeldzaamheid in de wereld van de opera. Nochtans komen we heel weinig te weten van Da Ponte zelf. In zijn Memorie staat er nauwelijks iets in over zijn samenwerking met “Wolfgang Amadée Mozzart” (sic). Zelf vond hij zijn libretto voor L’arbore di Diana, een opera van Vicente Martín y Soler, het beste wat hij geschreven had. In een derde en laatste deel onderzocht de spreker de betekenis van Lorenzo Da Ponte op vandaag. In hoeverre is het beeld dat wij nu van de man hebben betrouwbaar? Er werd gerefereerd naar wat Hildesheimer, één van de betere biografen van Mozart, over da Ponte schreef. Ondanks het feit dat de laatste zin uit de Memorie “Omnia non dicam sed quae dicam omnia vera” met een serieuze korrel zout dient gelezen te worden, kon toch besloten worden met de woorden van de Britse biograaf van Da Ponte, Anthony Holden: “Lorenzo Da Ponte forever”.Voorwaar een leerrijk en boeiend literair salon. Jan Vandekerckhove forever!

 

Meer over de libertijnse librettist van Jan Vandekerckhove...

Meer over Da Ponte....

Foto's van het literair salon

Uitstap naar de Poëziezomer van Watou

Watou, 23 augustus 2008

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                 Meer foto's...

 

8ste literair salon: ALBERT DHONT DRAAGT GEZELLE VOOR

Gemeentehuis Loppem 1 juni 2008

Het derde literair salon van dit jaar was een pareltje.

Gedurende meer dan een uur wist Albert Dhont onze stille nieuwsgierigheid te prikkelen. Zoek niet in de eerste plaats de ultieme betekenis, maar geniet van het mysterie van Gezelles poëzie, was zijn boodschap.

Gezelle als perfect meester van het metrum, als ongeëvenaarde virtuoos met klanknabootsingen in zijn natuurgedichten, Albert Dhont illustreerde dit met enkele van Gezelles mooiste gedichten. Impressionist en expressionist tegelijk, Emiel Claus en Constant Permeke verenigd in soms één enkel gedicht. Vol ontzag stond Gezelle tegenover de schepping, ook het allerkleinste, het allereenvoudigste wist hem te verwonderen: Er viel ne keer een bladje op het water. In een vierde deel leerden we Gezelle kennen in zijn relatie tot zijn leerlingen, zijn oversten, zijn moeder. Wij voelden zijn pijn en zijn berusting, zijn warme vriendschap.

Guido Gezelle, gewraakt door sommigen, maar geprezen door velen, ook door wie je het niet meteen zou verwachten: Marnix Gijsen, Willem Elsschot, Tom Lanoye, ...

Albert Dhont heeft ons zowel stil als nieuwsgierig gemaakt.

> Klik hier voor een sfeerbeeld van het literair salon van 1 juni 2008

 

ADAGIETTO - GUSTAV & ALMA MAHLER

CM Zedelgem, 13 mei 2008

Op deze vroege zomerse avond zat het CM-zaaltje aan de Groenestraat vol enthousiaste Mahlerliefhebbers en echte Mahlerianen.

Bart Madou, onze voorzitter, gaf er een uitgebreide lezing onder de titel “Adagietto”. Hij behandelde voor de pauze de musicus Gustav Mahler. De biografie werd trouw gevolgd vanaf zijn geboorte tot aan zijn dood.

De illustraties bestonden dit keer uit muziekfragmenten, die op een deskundige manier aan het geboeide publiek werden verklaard.

We onthouden vooral dat Gustav Mahler eigenlijk de verbinding vormt tussen romantiek en avant-garde.

Heel interessant om weten, is het feit dat Mahler tijdens zijn leven niet zozeer als componist werd gewaardeerd maar vooral bekend was als dirigent, een functie waarin hij het hoogste bereikte. Later volgde wel degelijk zijn erkenning als groot genie.

Dat hij een rotkarakter had, zal niemand verbazen die enigszins weet hoe genieën in elkaar zitten.

Het tweede deel van de lezing was volledig gewijd aan Alma Mahler. Deze vrouw met een immense persoonlijkheid en dito ego veroverde onmiddellijk de harten van het aanwezige vrouwelijke publiek. Toch werd met verbazing geconstateerd dat zij zich zonder meer schikte in wat Mahler van haar verlangde.

Via haar diverse escapades met o.a. Walter Gropius en Franz Werfel kregen we een mooi tijdsbeeld  van de late 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw.

Met deze lezing is Bart Madou er zeker in geslaagd Gustav Mahler dichter bij de modale luisteraar van “klassieke” muziek te brengen en de aanwezige Mahlerianen een onvergetelijke avond te bezorgen.

(Roland Ranson)

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN IN AARTRIJKE

pARTcours van 1 tot en met 4 mei 2008  

 

 

 

 

 

 

DOOD IN VENETIE

Centrum Jonkhove Aartrijke, 3 mei 2008

Nog eens een echte filmklassieker! Na meer dan 35 jaar blijft Visconti's Dood in Venetië boeien. De alles doordringende muziek uit de 5de symfonie van Gustav Mahler draagt daar ongetwijfeld heel sterk toe bij.

De tot mislukken gedoemde zoektocht naar de volmaakte schoonheid van de wereldvermaarde en overal geprezen componist Gustav Von Aschenbach (alias Gustav Mahler) houdt je gedurende een volle Twee uur in de ban. Deze film wordt echt gedragen door Dirk Bogarde, die hier een meesterlijke vertolking neerzette.

Roland Ranson gaf ons vooraf een gesmaakte toelichting en enkele tips waarop wij vooral moesten letten tijdens het bekijken van de film.

Een prachtfilm waar je nooit genoeg van krijgt.

Deze productie was in samenwerking met de Cultuurdienst van de Gemeente Zedelgem

JOUW HAND IN MIJN HAND

Gemeenschapscentrum Groene Meersen, 25 april 2008

Voor een goed gevulde zaal mochten Jef Demedts en Karen De Visscher zich ontpoppen als de levende verpersoonlijking van Anton Tsjechov en zijn vrouw Olga Knipper. Slechts korte tijd kenden ze mekaar, nog korter was hun huwelijk, waarin ze mekaar ook slechts sporadisch zagen. Resultaat was wel een verzameling van meer dan 400 brieven. Carol Rocamora bewerkte deze brieven tot een machtig theatraal huwelijksportret. De talrijk opgekomen toeschouwers konden twee uur lang genieten van een sublieme dialoog.

Deze productie was in samenwerking met Davidsfonds Aartrijke en KVLV Loppem.

 

PICASSO, STRIPTEASE VAN EEN GENIE

Gemeenschapscentrum Groene Meersen, 16 maart 2008

De monoloog “Picasso, striptease van een genie” is een hallucinant en hilarisch stuk theater geworden. Jef Demedts creëerde een meesterlijke Picasso! Dat die man teerde op 50 jaar ervaring was duidelijk. Weinigen zullen het hem nadoen.

De tekst die Filip Vanluchene bedacht heeft, mag al even meesterlijk genoemd worden, want behalve het levensverhaal van de geniale Spaanse kunstenaar werd het een verhaal die de hele waanzinnige twintigste eeuw overspant.
De eeuw van de allesvernietigende wereldoorlogen, van de opkomst en het failliet van ideologieën, van de losgeslagen technologie, en van het cynisme. De talrijke aanwezigen waren bijzonder tevreden.

Deze productie was in samenwerking met Davidsfonds Aartrijke en KVLV Loppem.

 

 

7de literair salon: ROLAND RANSON LICHT THOMAS MANN DOOR

Gemeentehuis Loppem 2 maart 2008

Het tweede literaire salon van dit jaar was opnieuw een voltreffer!

Het bovenzaaltje in het gemeentehuis van Loppem zat afgeladen vol.

Roland Ranson hield er een sublieme lezing over Thomas Mann. Hij behandelde zowel het verleden (wie was Thomas Mann) als de betekenis van de auteur op vandaag (wie is Thomas Mann).

Hij deed dat via een viertal boeken: Buddenbrooks, De dood in Venetië, Betrachtungen eines Unpolitischen en De toverberg.

Opnieuw was deze voormiddag te kort.

> Klik hier voor een sfeerbeeld van het literair salon van 2 maart 2008

 

OPERA OP GROOT SCHERM: L' ORFEO

Gemeentehuis Loppem 14 januari 2008

 

 

Muziek: Claudio Monteverdi / Libretto: Alessandro Striggio

 

Een opname vanuit Het Muziektheater Amsterdam (1997)

met: John Mark Ainsley als Orfeo en Juanita Lascarro als Euridice

Tragicomedia en Concerto Palatino o.l.v. Stephen Stubbs

Regie: Pierre Audi

 

6de literair salon: MET CHRIS SPATZ DOORHEEN LITERAIR PARIJS

Gemeentehuis Loppem 13 januari 2008

Het eerste literaire salon van dit jaar was een voltreffer! Een 40-tal geïnteresseerden zijn komen opdagen en dit ondanks het vroege aanvangsuur op zondag.

Chris Spatz hield er een boeiende uiteenzetting over Parijs. Het eerste deel was eerder toeristisch, maar dan het toerisme van de kleine en onbekende hoekjes en kantjes van de lichtstad. In het tweede deel bracht zij ons in de interne en vaak intieme keuken van enkele 'Parijse' schrijvers uit de 19de eeuw: Zola, Flaubert, De Maupassant, Sand, Balzac en Hugo.

Ondanks het twee uur durende verhaal van Chris Spatz leek de voormiddag nog te kort.

Er nog even bij vertellen dat Chris deze lezing gratis gegeven heeft, iedereen mocht een vrije bijdrage geven voor een onderwijsproject in Kinshasa. De opbrengst bedroeg 190 euro, dit bedrag werd integraal doorgestort op de rekening van het project.

> Klik hier voor een sfeerbeeld van het literair salon van 13 januari 2008

 

^ boven ^

2007

Een geleid bezoek aan de tentoonstelling British Vision

Museum voor Schone Kunsten Gent, 29 december 2007

 

Met 22 deelnemers luisterden we gedurende meer dan 2 uur aandachtig naar het verhaal van 2 eeuwen Britse schilderkunst!

 

Een pracht van een tentoonstelling, een pracht van een gids en een pracht van een publiek.

 

Tijdens de rondleiding werden twee van de meest typische kenmerken van de Britse kunst centraal gesteld: de observatie en de een fascinatie voor het visionaire.

Aan de hand van deze twee eigenschappen werd niet alleen het unieke karakter van de Britse kunst verkend, maar ook haar bijdrage aan de ontwikkeling van de beeldende kunsten en de evolutie van het modernisme in deze periode.

 

 

 

5de Literair salon "Winterreise" (Wilhelm Müller / Franz Schubert)

Gemeentehuis Loppem, Zondag 2 december 2007

 

 

In een sobere, maar doordringende film van David Alden mochten we meer dan een uur lang genieten van de prachtige stem van Ian Bostridge, het sublieme pianospel van Justus Drake, de romantische teksten van Wilhelm Müller en de onovertroffen muziek van Franz Schubert!

 

Wat een weelde! En neem daarbij een pittige Glühwein tijdens, de pauze... geen wonder dat alle aanwezigen vol lof waren over het initiatief.

 

 

 

 

 

Gute Nacht

Fremd bin ich eingezogen,
Fremd zieh' ich wieder aus.
Der Mai war mir gewogen
Mit manchem Blumenstrauß.
Das Mädchen sprach von Liebe,
Die Mutter gar von Eh', -
Nun ist die Welt so trübe,
Der Weg gehüllt in Schnee.

Ich kann zu meiner Reisen
Nicht wählen mit der Zeit,
Muß selbst den Weg mir weisen
In dieser Dunkelheit.
Es zieht ein Mondenschatten
Als mein Gefährte mit,
Und auf den weißen Matten
Such' ich des Wildes Tritt.

Was soll ich länger weilen,
Daß man mich trieb hinaus ?
Laß irre Hunde heulen
Vor ihres Herren Haus;
Die Liebe liebt das Wandern -
Gott hat sie so gemacht -
Von einem zu dem andern.
Fein Liebchen, gute Nacht !

Will dich im Traum nicht stören,
Wär schad' um deine Ruh'.
Sollst meinen Tritt nicht hören -
Sacht, sacht die Türe zu !
Schreib im Vorübergehen
Ans Tor dir: Gute Nacht,
Damit du mögest sehen,
An dich hab' ich gedacht.

Goedenacht

Als een vreemde kwam ik aan,
Als een vreemde ging ik weer weg.
De meimaand was me gunstig gezind
Met menig boeket bloemen.
Het meisje sprak over liefde,
De moeder zelfs al over huwen, -
Nu is het bestaan zo somber,
De weg is bedekt met sneeuw.

Ik kan voor mijn reis
Het tijdstip niet kiezen,
Ik moet me zelf de weg wijzen
In deze duisternis.
Een schaduw in het maanlicht
Trekt als een gezel met me mee,
En op het witte tapijt
Zoek ik het spoor van het wild.

Waarom zou ik nog langer treuzelen,
Tot men me hier verdrijft ?
Laat waanzinnige honden huilen
Voor het huis van uw meester;
De liefde houdt van zwerven -
God heeft haar zo gemaakt -
Van de ene naar de andere.
Mijn liefste, goedenacht !

Ik wil je niet storen in je droom,
Het zou spijtig zijn van je rust.
Je zal mijn stap niet horen -
Zacht, zacht sluit ik de deur !
Ik schrijf in het voorbijgaan
Op de deur: Goedenacht,
Daaraan kan je zien,
Dat ik aan je gedacht heb.

 

HOE KUNST DE WERELD MAAKT

Tijdens drie filmavonden in De Varens kregen wij inzicht over het impact van de kunst op ons leven. Sinds het ontstaan van de mensheid, heeft de mens zich ontpopt als kunstenaar. Maar wat dreef de mens om kunst te maken?

Door analyse van de grote ontdekkingen van de Oudheid tot nu, ontrafelde Nigel Spivey het geheim van de kunst.

Hij is erin geslaagd te verklaren waarom mensen objecten, die op zich geen functie hebben, vervaardigen.

Spivey voerde ons mee over vijf continenten en overspande een periode van meer dan 100.000 jaar.

Wie de reeks miste of de andere delen wil bekijken, kan terecht in de bibliotheek van Zedelgem.

 

 

LITERAIRE WANDELING ANTWERPEN

6 oktober 2007

We wandelden langs de leien waar ooit Elsschot en van Ostaijen flaneerden, we ontdekten de woningen en stamkroegen van Antwerpse dichters en schrijvers. We maakten kennis met de pink poets die een tijdje het mooie weer uitmaakten in het literaire wereldje van de koekenstad.

Wij bezochten het oudste cafeetje van Antwerpen, waar Elsschot kaartte en vele schrijvers nog op de ‘ton’ hebben gespeeld.

We betraden het fraaie Letterenhuis en het Rockoxhuis, waar we middels een mooie en leerrijke diamontage konden genieten van de geschiedenis van een vriendschap tussen Rubens en Rockox .

We snoven de geur van eeuwenoude boekenkasten in de exuberante bibliotheek van de Nottebohmzaal. in de stadsbibliotheek

JAN LAMPO en MARY DUYVELAAR hebben hun uiterste best gedaan om van deze zonnige oktoberdag een onvergetelijk moment te maken. En ze zijn erin geslaagd

 

 

4de Literair salon "Ik is (niet) een ander" door Bart Madou

Gemeentehuis Loppem, Zondag 2 september 2007

 

Bart Madou, voorzitter van Het Beleefde Genot, hield een welgesmaakte uiteenzetting over het literaire en artistieke zelfportret. Hij liet zich hierbij inspireren door een essay van Geerten Meijsing uit 'Stukwerk'.

Verder illustreerde hij zijn lezing met het gedicht 'Wie ben ik' van Dietrich Bonhoeffer en een eigen gedicht.

Tussendoor konden de aanwezigen ook kennis maken met een greep bekende en minder bekende zelfportretten uit de schilderkunst.

Al bij al, een interessante kijk op het fenomeen Zelfportret.

 

 

ZELFPORTRET

 

Animé et très décidé

Assez vif et bien rythmé

Andantino, doucement expressif

Très moderé. Très mouvementé et avec passion.

 

Allegro moderato

Andante

Menuetto. Allegretto.

Allegretto, ma non troppo. Più Allegro.

 

Maestoso – Allegro

Adagio ma non troppo, molto cantabile

Scherzando vivace

Finale

 

Mesto – Più mosso, pesante – Vivace

Mesto – Marcia

Mesto – Burletta

Mesto.

 

                                                        Bart Madou

Opening Tentoonstelling "Peterse schilderijen en gedichten"

Bibliotheek Zedelgem, Zaterdag 7 juli 2007

 

 

In aanwezigheid van meer dan 70 genodigden werd op zaterdag 7 juli jl. de tentoonstelling met schilderijen van Carine Vankeirsbilck en gedichten van Bart Madou geopend.

Tevens werd de nieuwe bundel "Peterse gedichten" van Bart Madou voorgesteld.

De schepen van cultuur van Zedelgem, Arnold Naessens, opende de voormiddag, waarna de dichter zelf het ontstaan van de bundel toelichtte en uitleg verschafte bij sommige van de gedichten. Rita Vanbelle las een achttal gedichten voor. De opening werd afgesloten met een receptie, aangeboden door het gemeentebestuur van Zedelgem.

 

Meer foto's...

Vlnr: Noël Baessens, Rita Vanbelle, Carine Vankeirsbilck, Bart Madou, Arnold Naessens, Annick Vermeulen, Maria Werbrouck en Marie-Claire De Vos.

 

 

 

3de Literair salon "De meester van Sint-Petersburg" - over Fjodor Dostojevski

Gemeentehuis Loppem, Zondag 3 juni 2007

Joris Van Bladel is er met verve in geslaagd om zijn toehoorders te boeien. Vetrekkende vanuit een algemeen statement "Hoed u voor secundaire lectuur, lees de teksten van de meesters zelf", kwam hij al vlug bij de meester van Sint-Petersburg, Fjodor Dostojevski, die hij vooreerst situeerde in zijn tijd: politiek, sociologisch en cultureel. Leerrijk was zijn uitweiding over de Russische geest. Na de pauze probeerde hij ons duidelijk te maken dat Dostojevksi wel degelijk een klassiek auteur was. Hij deed dit aan de hand van twee paragrafen uit 'Aantekeningen uit de ondergrondse'. De talrijke toehoorders waren het roerend eens en velen onder hen zijn nu beslist al bezig met "Misdaad en Straf", "De speler" of de "Gebroeders Karamazov".

 

Joris Van Bladel is geboren te Lier op (1966), hij studeerde militaire en sociale wetenschappen aan de Koninklijke Militaire School in Brussel en Slavistiek aan de Rijksuniversiteit in Gent. Hij verrichtte onderzoek bij de vakgroep Geschiedenis en Internationale Organisaties aan de universiteit van Groningen en promoveerde erop het thema van de Russische soldaat in het huidige Russische leger.

Hij verzorgt geregeld gastcolleges aan buitenlandse universiteiten. Hij is verbonden met de universiteit van Upsalla.

Hij is auteur van het boek “Poetin: schijn of werkelijkheid”

 

 

Week van de Amateurkunsten (28 april t.e.m. 6 mei 2007)

Ter gelegenheid van de week van de amateurkunsten organiseerde Het Beleefde Genot een aantal randactiviteiten.

 

Week van de Amateurkunsten

 

Filmvoorstelling « Salomé » (Carlos Saura)

Woensdag 18 april 2007 in Groenhove

 

Aída Gómez repeteert een nieuw ballet geïnspireerd op de bijbelse mythe van Salomé. Al snel krijgen de decors, de choreografie en de muziek vorm en de dans kan beginnen. Koning Herodes wil dat zijn bloedmooie stiefdochter Salomé voor hem danst en dat tegen elke prijs. Eerst weigert zij, want zij heeft slechts oog voor een heilige man, Johannes. Na haar afwijzing door Johannes de Doper gehoorzaamt zij aan haar stiefvader Herodes. Zij voert een sensuele en bijwijlen obscene dans uit. Als tegenprestatie vraagt zij echter het hoofd van Johannes de Doper.

Saura keert met dit muzikale portret terug naar de stijl van zijn beginperiode waarin hij zijn faam verwierf met Bodas de Sangre, Carmen, en El Amor Brujo. Aída Gómez, van 1998 tot 2001 hoofd van het Nationale Ballet van Spanje, nam naast de choreografie ook de rol van Salomé op zich. De muziek is gebaseerd op oude muziekvormen die ten grondslag aan de moderne Flamenco liggen. Het ballet loopt over van een verzengende erotiek. Een flamboyante smeltkroes van lichamen, camera’s en belichting. Een verblindende choreografie!

Bezoek aan de tentoonstelling "De schoonheid en de waanzin"

O.L.V.-kerk Brugge, Zaterdag 31 maart 2007

 

Met 18 waren wij, zaterdag 31 maart 2007, aan de ingang van de O.L.V.-kerk te Brugge. Met onze bijzonder deskundige en enthousiaste gids, Jan Casier, vertoefden we goed 2 uur in de tentoonstelling “De schoonheid en de waanzin”.

Deze manifestatie was een herdenkingstentoonstelling naar aanleiding van de 500ste  verjaardag van de sterfdag van Filips "lippeke" de Schone, die gehuwd was met Johanna van Castilië, de Waanzinnige. Wij wandelden langsheen een vijftigtal kunstwerken. Elk werk had zijn verhaal en dit werd boeiend van commentaar voorzien door onze gids.

De aanwezigheid van de praalgraven van Maria van Bourgondië en Karel de Stoute gaf een bijkomende luister aan de tentoonstelling.

 

 

 

Hans Memlinc, Maria met kind

© Genève, privé-verzameling

2de Literair salon "De ziekte van de dood" van Marguerite Duras

Gemeentehuis Loppem, Zondag 4 maart 2007

 

Het zaaltje van het gemeentehuis van Loppem was zowaar bijna te klein voor de talrijke aanwezigen. En ze hebben het zich niet beklaagd! Kaat De Man las op een indringende en heel vlotte manier de monoloog “De ziekte van de dood” van Marguerite Duras voor. “De ziekte van de dood” is een heel typisch Duras-verhaal in de haar kenmerkende stijl: precieze woordkeuze, bondigheid van haar zinnen, het ritme en haar elliptische kunst. En zoals te verwachten naast de thema’s van de lichamelijke liefde en de dood, ook de zee die tussen de monoloog haast werkelijk hoorbaar is en dan ook weer het kijken, steeds maar het kijken, iets wat ook heel vaak weer te vinden is in het oeuvre van Duras.

In een interview met Magazine Littéraire verklaarde Duras zelf, in 1995: « C’est quoi ‘du Duras’? C’est laisser le mot venir quand il vient. l’attraper comme il vient, à sa place de départ, ou ailleurs, quand il passe. Et vite, vite écrire, qu’on n’oublie pas comment c’est arrivé vers soi. J’ai appelé ça ‘littérature d’urgence’. Je continue à avancer, je ne trahis pas l’ordre naturelle de la phrase. C’est peut-être ça le plus difficile, de se laisser faire. Laisser souffler le vent du livre. »

De wind vertelt het zonder het te weten…

 

Dit geslaagd literair salon werd afgesloten met een fris glaasje Côtes de Duras.

 

 

    Kaat De Man

 

Filmvoorstelling « De Toverfluit » (Ingmar Bergman)

Woensdag 14 februari 2007 in Groenhove

 

«La musique et les Décorations sont jolies, le reste est une farce incroyable» noteerde graaf Zinzendorf over De Toverfluit, op 6 november 1791 in zijn dagboek.

Mocht hij de film van Bergman kunnen gezien hebben, dan zou daar ongetwijfeld gestaan hebben «Le tournage et la musique…»

Bergmans verfilming van de Toverfluit  uit 1975 (!) is gewoonweg schitterend. Als regisseur heeft hij niet de gemakkelijkste weg gekozen met zijn consequente scenische benadering. Twee uur als het ware vanuit de zaal, dus bijzonder statisch, een opera verfilmen zonder saai te worden, je moet het maar kunnen. Uiteraard maakt hij gebruik van een aantal filmtechnieken waar je als aanwezige in een opera zelfs van op de eerste rij niet bij kan, denk maar aan zijn magistrale close-ups, maar toch de Bühne is voortdurend aanwezig, geen uistapjes naar buiten, het lag nochtans voor de hand.

Of neem de ouverture, en Mozart heeft juist voor de Toverfluit een ongewoon lange ouverture gecomponeerd, hoe ga je dat in beeld brengen? Je laat de toeschouwer toch geen vijf minuten op een bewegingsloos toneelgordijn kijken? Meestal wordt dan het orkest gefilmd met close-ups bij solistische passages. Kan best mooi zijn, maar Bergman kiest voor andere close-ups, namelijk het gelaat van de individuele toeschouwers, en daarin zien we haast de universele boodschap van broederlijkheid die  Mozart toch ook wel met zijn ‘Singspiel’ heeft willen brengen.

Een echt mooie film, vol liefde en wijsheid en prachtige stemmen, overigens zo mooi dat je de film zelfs met je ogen toe zou kunnen bekijken.

 

Gedichtendag 2007

 

Op 25 januari was het weer gedichtendag.

Het Beleefde Genot was aanwezig in de bibliotheek om er gedichten voor te lezen aan de bezoekers die ervoor open stonden.

Finaal zijn er 76 mensen geweest die in één van de “salonhoekjes” van de bib naar enkele gedichten die Anny, Marie-Claire Marijke en Bart hadden uitgekozen.

Bovenop het luistergenot kregen alle toehoorders nog een pakketje met fraaie poëziepostkaartjes mee.

 

 

1ste Literair salon "Waarom de klassiekers lezen?"

Bibliotheek Zedelgem, Zondag 14 januari

 

Met een deskundig panel van drie filologen, Muriel Reyserhove, Marijke Verplancke en Roland Ranson, hebben wij van gedachten gewisseld over de vraag wat we nu juist verstaan onder klassiekers en waarom we die best zouden lezen.

Het talrijk opgekomen publiek kreeg ruimschoots de gelegenheid om in dialoog te treden met de leden van het panel.

Het panel (v.l.n.r.: Marijke Verplancke, Roland Ranson, Bart Madou en Muriel Reyserhove)

Een deel van het publiek

De 10 klassiekers op 31 december 2006, middernacht van…

Marijke

William Shakespeare, The Tragedy of Hamlet, Prince of Denmark – Hamlet (1600)

Miguel de Cervantes Saavedra, El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha – Don Quichot (1605)

Emily Brontë, Wuthering Heights – Woeste Hoogten (1847)

Leo Tolstoi, Анна Каренина (Anna Karenina) – Anna Karenina (1878)

Fjodor Michajlovitsj Dostojevski, Братья Карамазовы (Bratje Karamazevi) – De gebroeders Karamazov (1880)

James Joyce, Ulysses – Ulysses (1922)

Thomas Mann, Der Zauberberg – De Toverberg (1924)

Franz Kafka, Der Prozeß – Het proces (1925)

William Faulkner, The Sound and the Fury – Het geraas en gebral (1929)

Virginia Woolf, The Waves – De golven (1931)

 

Muriel

Charles Dickens, Martin Chuzzlewit – Martin Chuzzlewit (1843-1844)

Emily Brontë, Wuthering Heights – Woeste Hoogten (1847)

Virginia Woolf, Orlando: A Biography – Orlando: Biografie (1928)

Carson McCullers, The Heart is a Lonely Hunter – Het Hart is een eenzame Jager (1940)

Gerard Reve, De Avonden (1947)

Primo Levi, Se Questo è un Uomo – Is dit een Mens (1947)

Vladimir Nabokov, Pnin – Pnin (1957)

Michail Boelgakov, Мастер и Маргарита (Master i Margarita) – De Meester en Margarita (geschreven tussen 1928 - 1940, gepubliceerd (gecensureerd) vanaf 1966, eerste volledige uitgave 1973)

J.J. Voskuil, Het Bureau (romancyclus, 7 delen, gepubliceerd tussen 1996 en 2000)

Jeanette Winterson, Sexing the Cherry – Kersen Kruisen (1989)

 

Roland

William Shakespeare, The Sonnets - Sonnetten (1609)

William Wordsworth: The Lyrical Ballads – Lyrische Balladen (een aantal in “De mooiste van Wordsworth”) (1798)

Johann Wolfgang von Goethe: Faust I und II (1797 en 1832)

Herman Melville, Moby-Dick (1851)

Charles Darwin, On The Origin Of Species – Over het ontstaan van soorten (1859)

Fjodor Michajlovitsj Dostojevski: Преступление и наказание (Pristoeplenië i nakazanië) – Misdaad en Straf (1866)

Franz Kafka, Das Urteil – Het oordeel (1912)

James Joyce, Ulysses – Ulysses (1922)

Robert Musil: Der Mann ohne Eigenschaften – De man zonder eigenschappen (1930)

Thomas Mann, Doktor Faustus – Dokter Faustus (1947)

 

Bart

Johann Wolfgang Goethe, Faust I (1797)

Gustave Flaubert, Madame Bovary (1857)

Fjodor Michajlovitsj Dostojevski, Преступление и наказание (Pristoeplenië i nakazanië) – Misdaad en straf (1866)

Friedrich Nietzsche, Also sprach Zarathustra – Aldus sprak Zarathustra (1885)

James Joyce, Ulysses – Ulysses (1922)

Marcel Proust, A la recherche du temps perdu – Op zoek naar de verloren tijd (1922)

Rainer Maria Rilke, Duineser Elegien - De elegieën van Duino (1922)

Thomas Mann, Der Zauberberg – De Toverberg (1924)

Franz Kafka, Der Prozeß – Het proces (1925)

Marguerite Yourcenar, Alexis ou le Traité du vain combat – Alexis of de Verhandeling over de vergeefse strijd (1929)

^ boven ^

2006

Bezoek aan de tentoonstelling De Kelten in Mariemont

Ons eerste rendez-vous op 28 oktober 2006 was in de Cantine des Italiens in Houdeng. Een snack met een Saint-Feullien, en wij konden weer verder.

Het museum van Mariemont ligt in een prachtig en uitgestrekt park, heerlijk in zijn schitterende herfstkleuren.

Binnenin het museum een grootse tentoonstelling over de Keltische kunst.

Deze verschilt veel van andere kunsten. In de Keltische kunst hebben de kunstenaars het vertellen van verhalen overgelaten aan de dichters. Ze beelden hun helden niet uit, maar visualiseerden ze met lijnen en kronkels. Menselijke en dierlijke vormen worden afgebeeld op een gestileerde of vervormde manier.

Deze decoratieve stijl begon rond de 8de eeuw v. Chr. in Oost-Europa met de Halstatt cultuur, en werd ook al aangetroffen in Groot-Brittannië met de La Tène-stijl en zou ongeveer 1400 jaar overleven. We konden allerlei sieraden bewonderen: broches, armbanden, ringen en halsbanden… Sieraden waren trouwens niet alleen voor vrouwen bestemd, ook voor mannen! Hiermee gaven ze hun sociale en religieuze status aan.

Na de tentoonstelling trokken we naar Bergen voor een korte en verfrissende stadswandeling.

Tenslotte mochten we aanschuiven aan een biologische tafel in “Boule de Bleu.”

Foto's: André Callier

 

Ik kus uw handen 1000 maal en het geheim van God – Mozart in de literatuur

“Ik kus uw handen 1000 maal” zo beëindigde Wolfgang Amadeus Mozart zowat de helft van de talrijke brieven aan zijn vader, de andere helft eindigde hij doorgaans met “Ik kus uw handen 100.000 maal”. Zo begon op vrijdag 17 november ll. een leerrijke en boeiende avond rond de figuur van Wolfgang Amadeus Mozart.

Arnold Naessens en Carine Vankeirsbilck lazen teksten voor van Mozart zelf, van Stefan Hertmans, Edouard Mörike, Rita Charbonnier, Jaroslav Seifert en Pol Hoste.

Alidor De Volder en Bart Madou droegen elk twee gelegenheidsgedichten voor en via tekst, beeld en muziek werd er ingegaan op Köchel, Leopold Mozart, Nannerl, Bäsle en de zusjes Weber. Maar ook Cherubino en Don Giovanni waren niet veraf.

En het fameuze geheim van Mozart’s muziek dan? Wel, in elk werk van Mozart, meer zelfs op elke bladzijde van de partituur staat er iets, ja iets bijzonders, iets speciaals, iets onverwachts, verrassends eigenlijk. Je bent opgenomen in de muziek, je denkt hij gaat die kant uit en woeps, precies daar gebeurt er iets. Die verrassinkjes in Mozarts muziek zijn vaak en meestal heel subtiel: een plotse tempoversnelling of –vertraging, een onverwachte wijziging van de tonaliteit, van mineur naar majeur bijvoorbeeld, of omgekeerd, een plots crescendo of decrescendo, een muzikale vraag die beantwoord wordt door een muzikale wedervraag in plaats van een antwoord, de strijkers die con sordino gaan spelen. Dissonanten, uiteraard het middel bij uitstek om te verassen, enzovoort, enzovoort. Dit werd dan ook overtuigend geïllustreerd met enkele fragmenten uit Mozarts pianoconcerto nr. 15 in B-dur, KV 450.

En het mag gezegd, de Mozartkugeln en de sekt tijdens de pauze smaakten verrukkelijk!

© Copyright 2006 - 2023  ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN

Laatst bewerkt: 19 februari 2024